R.A.P. Ferreira – Bob’s Son
R.A.P. Ferreira bracht ons op 1 januari alweer een puike plaat. Op ‘Bob’s Son’ ontpopt hij zich meer dan ooit tot een eclectisch artiest die een breed scala aan invloeden omarmt, maar met jazz als meest prominente. ‘Purple Moonlight Pages’ was zijn knappe debuut onder eigen naam. Het differentieert zich van eerder werk onder de alias Milo als een meer aardse variant binnen zijn ontzettend rijke universum. ‘Bob’s Son’ zet enkele voorzichtige stappen terug richting Milo’s esoterische raps, maar weet van deze schizofrene insteek – sommige nummers worden nagenoeg onherkenbaar onder dezelfde titel – toch een verrassend consistent geheel te maken.
Hoe? We kunnen er de vinger niet helemaal op leggen. Misschien omdat Ferreira het gezellig houdt en zowel ongedwongen als compromisloos klinkt terwijl hij zijn creativiteit alle ruimte geeft.
Joao Lobo – Simorgh
Wat mag jazz heten en wat niet. Het is zo’n nutteloze vraag dat er niet eens een vraagteken achter hoeft. Sam Gendel bewees vorig jaar al hoe vloeibaar de invulling van het genre anno nu kan, mag, neen, moét zijn. Joao Lobo doet met ‘Simorgh’ iets gelijkaardig, in de hoek waar af en toe wel eens rake durven klappen vallen. Denk Mats Gustafsson en zijn The Thing, maar dan vergevingsgezinder. Briljante licks op zijn drumstel, schier eindeloos gesoleer van naam- of familiegenoot Norberto Lobo en een perfecte beheersing van de intensiteit. ‘Simorgh’ laat zowel muzikant als luisteraar ademen en geeft ondanks de zelden aflatende flow van gitaargeschreeuw ook ruimte aan de breekbare elementen.
‘Simorgh’ compenseert een zeker gebrek aan consistentie – dit album werd in een paar takes opgenomen in Les Ateliers Claus – met heel veel warmte in de klankkleur. Een broeierige en verrassend toegankelijke plaat voor de liefhebber van een nodige portie energie en variatie.
VENTILATEUR – A Soundtrack for Happiness
Ziehier de nieuwe West-Vlaamse trots. VENTILATEUR is Brugs vakmanschap in de beste Belgische jazztraditie. Want godverdomme wat is België een jazzy land en – fuck ons – wat wordt dat nog steeds te weinig benadrukt.
Laat je assumpties evenwel vallen, want op ‘A Soundtrack for Happiness’ is de jazz-insteek niets meer is dan een vertrekpunt voor een veelheid aan muzikale paden. Logisch, want dit album is ook écht een soundtrack. Happiness is natuurlijk die briljante film van Todd Solondz uit 1998. Daar werd een toneelstuk op gebaseerd waar VENTILATEUR de live-soundtrack voor mocht voorzien. De korte spanningsboog van sommige nummers en een zeker gebrek aan continuïteit halen de vaart er af en toe uit, maar dat zien we graag door de vingers dankzij de sfeer die deze plaat ademt.
Onrechtstreeks doet het denken aan Xiu Xiu’s fenomenale interpretatie van de Twin Peaks-soundtrack: sfeer en gevoel voor alles, waarbij het universum van de serie/film/toneelstuk primeert. VENTILATEUR heeft hier een knap werk afgeleverd dat ongetwijfeld deuren zal openen naar nieuwe interessante collabs.
Lukah – When the Black Hand Touches You
Lukah uit Memphis klinkt op het eerste gehoor als iets wat we al kennen: bewuste, vastberaden rap die in de nasleep van BLM immer actueel blijft. ‘When the Black Hand Touches You’ trekt je naarmate het album vordert meer en meer naar binnen, voorbij het politieke. Dit album draait ook om thema’s die van generatie op generatie werden doorgegeven – of correcter: zaken die nooit veranderen. Lukah gaat zelfs expliciet seksuele teksten niet uit de weg (op ‘Ammo/Pearl’).
Lukah voorziet uiteenlopende verhalen vakkundig van een stem zonder dat hij ooit lijkt op een bekendere emcee. Hoewel zijn flow een beetje doet denken aan Immortal Technique, wat echt een compliment mag heten. Parallel hoor je in de instrumentals een prachtige hoeveelheid elementen uit de geschiedenis van de zwarte muziek, waardoor veel nummers alleen al dankzij die gebruikte samples en invloeden erg knap zijn met afsluiter ‘Stages’ als mooiste voorbeeld. Lukah: onthoud de naam.
LICE – WASTELAND: What Ails Our People is Clear
Bristol. Opgeteld met de albumtitel moet dat al genoeg zeggen. Maar LICE is niet een zoveelste politieke punkrevival-act met een juiste boodschap op een veelal irrelevante muzikale drager. Bij LICE komt bijvoorbeeld Gnod – die binnenkort ook een nieuwe uitbrengen – om de hoek loeren. En om even het rijtje associaties af te sluiten: ook Girl Band, Terminal Cheesecake en zelfs Daughters kan je erin horen.
Toch staat ‘WASTELAND’ als album helemaal op zichzelf. Je moet er wat geduld voor hebben, maar de verrassende elementen druppelen in exponentiële mate binnen naargelang de plaat vordert. ‘WASTELAND’ wordt naar het einde toe zinderend, nietsontziend en immer donkerder. Al is dat laatste niet eenduidig. Dat facet zit immers ook in een zekere gelatenheid en passief-agressiviteit annex ingehouden woede die op nummers als ‘Espontáneo’ en ‘Clear’ voor combo’s zorgt die even lekker als oncomfortabel zijn en zonder meer de signatuur van LICE belichamen.
Divide and Dissolve – Gas Lit
Godflesh was toe aan een opvolger. Soms hoef je er niet meer woorden aan vuil te maken. Beluister vooral ‘Gas Lit’ en koop misschien wat van de merch.
The Body – I’ve Seen all I need to see
Het ‘Double Negative’ van The Body. Niet alleen door de impressionante distortietrukendoos, óók omdat net als Low’s laatste dit album in essentie hoop aankondigt, zij het in dit geval volgens het meest Spartaanse darkest-before-dawn-principe. Bovenal is ‘I’ve Seen all I need to see’ een productioneel huzarenstukje met weinig tot geen hulp van buitenaf, in tegenstelling tot de twee meer barokke werken van The Body uit 2018. We kunnen niet wachten om dit duo weer in levende lijve te zien, want ‘I’ve Seen all I need to see’ is het definitieve album waarmee de heren zich als tweekoppige band zonder franjes consolideren.
The Notwist – Vertigo Days
Niet veel aan toe te voegen, natuurlijk. Ondergetekende werd meteen verliefd op het album en schreef dan maar een ode aan de band. Maar daarin vergat hij wellicht iets dieper in te gaan op wat ‘Vertigo Days’ nu zo speciaal maakt, op een nogal uitgebreide parallel met onze mentale gezondheid onder corona na dan.
‘Vertigo Days’ blijft The Notwist. Dat die band alle registers opentrekt, weten we al sinds de live-plaat ‘Superheroes, Ghostvillains + Stuff’, zeg maar de de facto-voorganger van ‘Vertigo Days’. Je hoort op die registratie uit 2016 zomaar dub, streepjes Underworld en zelfs een throwback naar hun post-hardcore dagen. Maar The Notwist doet op ‘Vertigo Days’ meer dan alleen invloeden handig combineren. Het album maakt ook de vertaalslag van wat hun kenmerkende indietronica kan of misschien wel moet zijn, en dat bijna twintig jaar na de doorbraak. De brug met ‘Neon Golden’ is er gevoelsmatig, door de opbouw en de gecontrasteerde emoties die ‘Vertigo Days’ laat horen.
De Duitsers zijn altijd al een muzikaal zeer divers en rijk (kern)trio geweest, met invloeden uit het minimalisme en met een capaciteit om naadloos te schakelen tussen puur experiment en puntige pop uit het boekje. Elk album vanaf ‘Neon Golden’ betekende een vers ingeslagen weg. Een weg die ze vervolgens zeer consequent en met veel diepgang volgen. ‘Vertigo Days’ opent alweer een nieuwe wereld, met name dankzij de vele verrassende gastmuzikanten die niet zomaar iets toevoegen, maar als het ware hun eigen interpretatie van The Notwist leveren. Een unieke symbiose die niet snel herhaald zal worden. ‘Vertigo Days’ is dan ook een vroege doch solide kandidaat voor album van het jaar 2021.
Tha God Fahim & Your Old Droog – Tha Wolf on Wall St.
Your Old Droog, een emcee met Oekraïense roots en een ferme staat van dienst is op deze EP de partner van Tha God Fahim, ofte Atlanta’s finest. Net als bij Lukah zou je de oorsprong van dit gelegenheidsduo niet snel kunnen raden. Tha God Fahim komt uit het ground zero van de trap, terwijl Your Old Droog (YOD) good old Brooklyn z’n thuisbasis mag noemen. Twee diametraal tegenovergestelde denkscholen (YOD klinkt zo vertrouwd als MF DOOM, Nas of Method Man), die hier spontaan en volkomen pretentieloos resulteren in een ouderwets goede underground hip hop-plaat met alleen maar sterke beats, rhymes en flows. Een zoveelste bewijs dat puike hip hop tegenwoordig van onder de straatstenen lijkt te komen en voor het rapen ligt. Als je tenminste van de platgewandelde paden afdwaalt.
Ponomarev / Obrazeena Massacre – Massacre
Leuke naam. Tevens perfect voor wie niet genoeg kan krijgen van de sonische zelfkastijding die The Body heet. P.O.M. prijkt niet toevallig op hetzelfde label als Dead Neanderthals en Chaos Echoes (Utech Records) en heeft met ‘Massacre’ een geschikte soundscape gemaakt voor de huidige tijd (sorry voor alweer zo’n cliché).
Het is niet allemaal merzboweske noise wat de klok slaat, want de kraakheldere onderlaag van ambient en drone maakt van ‘Massacre’ een verrassend beluisterbaar album. Naargelang je gevoel of gemoed kan je afstemmen op die onderlaag, of op de in distortie gedrenkte bassen en rijke noise die gaandeweg meer op de voorgrond treden.
De twee delen van deze veertig minuten durende plaat verhouden zich tot elkaar op een gelijkaardige manier als de twee Sunn O)))-albums van 2019 (‘Life Metal’ en ‘Pyroclasts’): het ene nog net berekend en opbouwend, het andere bevrijd vanaf de eerste minuut. In dit geval wordt die laatste benadering gereflecteerd op ‘Ajkai’, en een intenser stuk lawaai ga je wellicht niet meer horen in dit nu al vervloekte jaar des heren 2021.
Er is al veel fijne muziek verschenen in 2021, genoeg voor nog een lijst die het over een andere boeg zal gooien. Wordt dus vervolgd!