juli 29, 2021
Geschreven door: Marc Puyol Hennin

R.I.P. Pukkelpop 1985-2019

Het schandaal te veel. Jeugdcultuur verdient al jaren beter

We hoeven het niet uitgebreid te hebben over de kwalijke rol die Pukkelpop heeft gespeeld in deze misvormde festivalzomer, de tweede op rij al. Die werd eerder al perfect toegelicht door Eric Smout. Wel is deze laatste episode een zoveelste in de rij en vooral een moment om ons af te vragen of Pukkelpop nog bestaansrecht heeft.

Zonder nostalgisch te worden moeten ook nog de positieve kanten van vier decennia Pukkelpop een plek krijgen. Daar komen we misschien ooit nog op terug, als de verdwijning die zich al een klein decennium aankondigt, definitief geconsumeerd is. Wat onmiskenbaar aan de hand is, sinds de eeuwwisseling al, is dat Pukkelpop haar oorspronkelijke karakter meer dan eender welk festival ter wereld (en dat is behoorlijk veel gezegd) heeft ingeruild voor wat het vandaag is geworden: een inconsequente geldmachine waar te veel (lokale) politieke belangen in geïnvesteerd zijn.

Ooit vaandeldrager van Vlaamse alternatieve jeugdcultuur, decor van legendarische debuutconcerten op Belgische bodem en een unieke tijdelijke vrijplaats in een sociaaleconomisch veelgeplaagde provincie. Nu een schandaalmachine en PR-ramp. Maar natuurlijk is het laatste conflict tussen Vooruit Limburg en Vooruit nationaal – dat is zéker een van de manieren waarop je dit debacle kunt interpreteren – lang niet het enige wat er de afgelopen 10-15 jaar misliep op Pukkelpop. Een waslijst.

Modder, modder modder

Mijn eerste Pukkelpop-edities waren totaal uitgeregend. In 2002 moest een deel van camping A (toen waren er nog twee campings) geëvacueerd worden door de brandweer en raakte een aantal festivalgangers onderkoeld. De derde dag ging het terrein met vertraging open omdat het amper begaanbaar was. De vraag is of die dag nog had moeten plaatsvinden. Toen ik rillend van de kou tevergeefs op Axl Rose stond te wachten, kreeg ik mijn voeten amper nog uit de modder getrokken. Het terrein was kansloos en de organisatie had kennelijk geen plan om daar met stro of houtsnippers iets aan te doen. Maar goed, als je 15 bent blijft heel die ervaring briljant van begin tot eind. Pas veel festivals later besefte ik dat Pukkelpop toen al – als tweede festival van het land – grote tekortkomingen tegenover haar bezoekers vertoonde. Ook in 2003 zat het weer totaal niet mee, maar de camping-situatie was ondertussen wel verbeterd. Nog een jaar later zouden alle bezoekers op één camping gepropt worden. Gelukkig hoefde ik vanaf die editie nooit meer een modder-Pukkelpop mee te maken, want zoals verderop nog zal blijken, was die camping lange tijd niet om over naar huis te schrijven.

Oplichterij

Er zijn nog andere problematische aspecten die strikt genomen geen veiligheidskwestie zijn. Hoewel. Tot 2007 heb ik nooit anders geweten dat het geluid aan de mainstage compleet wegwaaide. Met als gevolg dat je achteraan de weide soms moeilijk kon horen wie of wat er speelde. Dat mensen vervolgens naar voor willen dringen, hoeft niet te verbazen. Gelukkig leiden vakkensystemen sinds Roskilde 2000 een en ander in goede banen, maar als je zoveel geld neertelt voor een ticket, dan verwacht je dat het op de mainstage knált. En dus niet dat je achter de geluidstoren een mix van de Club, Marquee en je dronken festivalbuddy amper kunt onderscheiden van de main. Een ander voorbeeld is het inruilen van de prachtige Skate Stage voor een zielloze Shelter, een podium dat enkele jaren later in alle stilte zou verdwijnen gezien Pukkelpop kennelijk absoluut niet meer als doel had om expliciet alternatieve muziek een plek te geven.

Als gevolg van dit soort voorbeelden heb ik me meermaals afgevraagd wat Pukkelpop nou precies verkoopt. Een ongelofelijk druk blokkenschema, ontzettend veel podia – de laatste jaren weliswaar een paar minder – en een enorme luxe qua keus. Maar wat op papier heel mooi was, bleek in de praktijk – iets wat geldt voor veel festivals van onze lieve vrienden van LiveNation – niet zo fantastisch: onverklaarbaar ingekorte settijden (op Pukkelpop zijn ze al niet lang), geluid dat via de monitors komt, ongelofelijk schraal aangeklede podia (althans in de periode dat ik nog ging), stroompannes (ik heb er bijna elke editie eentje geweten) en live sets die uiteindelijk dj-sets bleken. Maar goed, dat soort truken van de foor is schering en inslag.

Camping kut

Echt bedot voelde ik mij pas op de camping vanaf de derde of vierde persoonlijke editie. Specifiek wanneer je als bezoeker door de strengste security ooit werd ontdaan van eender welk voorwerp dat een halve vierkante meter te veel zou kunnen innemen. 40000 man op een handvol hectare proppen doe je natuurlijk niet zomaar. Soms leverde het grappige taferelen op, zoals die ene Limburgse jongen die ik ooit ”ze hebben mijn Côte d’Or chocopot afgepakt” op een treurige en extra Limburgse toon hoorde jammeren. Maar goed, dat is een item van glas en dat kan je nog begrijpen. Het zou evenwel netjes zijn om ‘te grote’ voorwerpen zoals een boulderkar of extra luchtbed achteraf terug te krijgen, in plaats van bestolen te worden. Ook was mijn ervaring in pak ‘m beet 2005 aangenamer geweest mocht ik geen security gezien hebben die naast diefstal plegen ook gewelddadig handelt tegenover haar bezoekers. Zo werd iemand die een soort geïmproviseerd percussie-concert hield op een van de containers op de camping hardhandig afgevoerd. Bandje doorgeknipt en, hop, naar huis. Je verwacht het in Amerika, maar niet hier.

De camping van Pukkelpop was dus lang een clusterfuck. Zelfs als je moeite deed om tijdens de warm up al op te dagen, moest je achter een touw aanschuiven en je tent en al je gerief in een denkbeeldig vakje een paar meter voor je neus mikken, hopend dat al te grote conflicten met je toekomstige buren zullen uitblijven. Vanaf dan was het toch even zoeken naar waar die brandgang ook alweer is. Dat je na een festivaldag met moeite je tent kunt vinden, is dan nog de minste zorg. Nergens heb ik ooit een festival meegemaakt waar alles zo opeen gepropt staat. Van schaduw was geen sprake. In 2009 werden hitterecords gebroken en was de enige plek waar je uit de zon kon blijven urenlang de kleine campingbar. Enkel toen het terrein openging kon er enigszins ontsnapt worden aan de zon, met als gevolg dat honderden festivalgangers moesten afgevoerd worden door het Rode Kruis. De capaciteit met pakweg 5000 man verlagen en wat extra schaduw en ruimte op de camping voorzien, zouden in zo’n geval volstaan. Pukkelpop was voor 2008/2009 een festival van 40-50000 mensen, van het ene jaar op het andere kwamen er losjes 16000 bij. De campings – we spreken gelukkig weer in meervoud – zijn vandaag minder problematisch, maar het touwtje en de open vlakte waar alles op elkaar staat, was goed een decennium de norm. Ook tijdens het drama van 2011, toen een lichtmast op een tent viel en twee mensen stierven.

Veiligheid

Tot 2011 vielen enkel backstage doden op Pukkelpop. Iets waar de organisatie in de tragische gevallen van Black Rebel Motorcycle Club en Où est le Swimming Pool? nooit aan wat kon doen. Ook de ramp in 2011 is iets wat ik nooit zomaar in de schoenen van de organisatie zou schuiven. Met valwinden van 180 kilometer per uur zou eender welk festival de boel hebben stilgelegd, zelfs zonder doden. Pukkelpop volgde de regels. Alleen bleken die regels in België net iets minder streng te zijn. Lessen werden er nooit uit getrokken, de jaren na die noodlottige editie bleven zowel Pukkelpop als andere festivals tenten en materiaal gebruiken die niet voor zo’n grote events bedoeld waren (aldus de verhuurders en bouwers). Wellicht hebben de toenemende noodweergevallen tijdens festivals in met name Duitsland – iets wat uiteraard gelinkt is aan klimaatverandering – de meeste majors in Europa uiteindelijk doen beslissen om steeds meer in te zetten op steviger constructies en protocollen qua noodweer, dus ook in België. Gelukkig hebben de Duitsers het serieus genomen, denk ik dan. Je zou ook kunnen stellen dat er alreeds in 2004 geen les werd getrokken, toen tijdens een optreden van Tiësto de vloer van de Dancehall het begaf en er als bij wonder geen (zwaar)gewonden vielen. Maar soit. In ieder geval liet de handling van de ramp in 2011 door de organisatie te wensen over. Met die beruchte vouchers hadden bezoekers eigenlijk geen andere keuze dan terugkomen in 2012. Jarenlange winst en een torenhoog loon voor Chokri ten spijt.

”De Congo is van ons”

Ondanks dat sociaaldemocraten er de touwtjes stevig in handen hebben, betekent dat niet dat Pukkelpop een festival met principes is. Qua controle aan de ingang heb ik het vaak als strenger dan Rock Werchter beleefd (toch wel het festival van die andere, liberale, kwal) en het repressieve karakter van de campingsecurity heb ik al benoemd. Een pijnlijk dieptepunt werd in 2018 bereikt, toen het Vlaams Blok dagenlang vrij spel kreeg en dit uiteindelijk uitmondde in racistische gezangen voorafgaand aan het concert van Kendrick Lamar. Als zoiets op Wacken Open Air gebeurt, dan grijpt de organisatie gewoon in. Sterker nog: een organisatie heeft het recht om mensen te weren of te verwijderen op basis van dergelijk onaanvaardbaar gedrag. En daarmee bedoel ik niet: kabaal maken op een afvalcontainer. Maar wel: plat racisme en intimidatie. Een jaar later ging het van kwaad naar erger, werd Anuna De Wever belaagd en verontschuldigde Pukkelpop zich zelfs voor het afpakken van Vlaamse ”strijdvlaggen” (een symbool dat – laten we eerlijk wezen – volledig door extreemrechts is gerecupereerd). Dat Pukkelpop het festival is waar VBJ het meeste potentieel ziet voor hun rekrutering (”generatie Z is van ons”), is vooral het falen van de organisatie. Weg progressief denken, weg idealen, weg jeugdcultuur. Zoiets heb je als Pukkelpop dan aan jezelf te danken. Maar Chokri geeft er niet om, zoveel is al jaren duidelijk.

Doorbreek het monopolie

Het festivallandschap is al lang stuk in België. Daarom ga ik sinds 2010 niet meer naar grote festivals in dat land. Waarom zou ik ook? Alles is in essentie op elk Belgisch festival hetzelfde: de media, de vet betaalde cheerleaders van diezelfde media, de sfeer, de sponsoren, de catering, de woekerprijzen en alle idiote regeltjes. Zelfs hetzelfde type chirojongens en -meisjes zie je overal terugkomen. Muziekscenes op grote festivals komen amper nog voor, maar al helemaal niet in Vlaanderen. Hetzelfde geldt voor de diversiteit en zo kunnen we nog uren doorgaan. Toch is er voor Pukkelpop een speciale plek weggelegd in deze discussie, omdat het voor zoveel tieners – ook vandaag nog – de toegangspoort is tot het concept festival. An sich klopt dat ook: er worden nog steeds veel genres vertegenwoordigd en het is in principe een mooi en relatief toegankelijk feestje. Mocht Pukkelpop 2021 wél zijn doorgegaan, dan stond echter ook dat aspect op de helling. Het eerste grote festival in twee jaar, baken van licht voor de jeugd… maar dan wel voor meer dan 200 euro en met een affiche die – zacht uitgedrukt – gewoon abominabel is voor een festival van zo’n kaliber. Dan heeft de eveneens afgelaste editie van Lowlands dat toch veel beter gedaan.

De cynische winstmachine die Pukkelpop is, staat haaks op een vruchtbare voedingsbodem voor jeugdcultuur. En net dat is een fundament van het sociale middenveld dat ons ultiem moet redden van het hellend vlak waar we ons vandaag met name in Vlaanderen op bevinden. De symboliek van wat in 2018 en 2019 misliep, is dan ook treffend. Dat Pukkelpop in 2021, te midden van deze uiterst complexe en voor de sector kwetsbare situatie, zo’n blunder begaat uit eigenbelang én omdat het zich als organisatie onaantastbaar voelt, mag de druppel zijn. Het festival is rijp om afgevoerd te worden, zeker als je kijkt naar alle narigheid uit de recente geschiedenis. Jeugdcultuur verdient beter en verdient vooral oorspronkelijkheid, geen machtsspelletjes die zich afspelen op een niveau waar bijna niemand iets mee van doen heeft. Laat eind augustus maar een ander event plaatsvinden waar iedereen voor de start van het school/academiejaar nog eens los kan gaan op zowel crust punk als platte EDM. Beter doen dan Pukkelpop is écht niet moeilijk. Nog mooier zou het zijn als zoiets niét op initiatief van een lokaal politiek zwaargewicht met te veel invloed zou gebeuren, want ook dat is een Belgische festivalziekte waar we dringend van af moeten.

Foto: Dominic Verhulst

Close
Menu