Met ‘VACUUM’ brengen een Adriaan de Roover en David Poltrock een voorstelling die beschreven kan worden in de even geliefde als verguisde termen immersief, sound landscape en – jawel – Gesammtkunstwerk. Met “oerkrachten strijden meteen om de leegte te vullen en wij als mens zoeken een plek in die chaos” wordt daar een soort Aristotelisch wereldbeeld aan toegevoegd. De natuur tolereert geen lege ruimten of hiaten.
De Roover, toen nog als Oaktree, en Poltrock werkten vanaf 2017 samen aan composities. Het zijn voor beiden vruchtbare jaren geweest: album ‘Leaves’ in 2019 en EP ‘Voor anderen’ in 2020; drieluik ‘Mutes’, ‘Moods’ en ‘Machines’ in 2018, met 88 (het aantal toetsen van een piano) dagen tussen elke plaat, en – eerder dit jaar – de soundtrack voor ‘Wild Gene’, een documentaire van Joris Gijsen over kunstenaar Koen Vanmechelen. En dan schrijven we hier enkel over de releases in eigen naam.
“Zonder lockdown was het project er vroeger gekomen,” zeggen ze. Anderzijds bracht die lockdown enkele zaken in een stroomversnelling: de grote zaal van de AB werd voor De Roover en Poltrock een week lang broedplaats om de voorstelling vorm te geven. Immers: toen label Consouling Sounds (denk CHVE – Colin H Van Eeckhout, Jozef van Wissem, Theodore Wild Ride, Insekt Arc, etc.) het resultaat van de samenwerking hoorde, kwam het idee om meer te doen dan het uitbrengen van een album. Regisseur Aïda Gabriëls brengt de muziek in dialoog met dans (Pieter Desmet), licht (Jan Van Lindt) en video (Wim Piqueur).
Gabriëls werkt onder de noemer Oester aan “reflecties op het operagenre in het nu”. Dat deed ze in het verleden reeds met muzikanten die we kennen uit andere disciplines, zoals percussionist Tatu Rönkkö (onder meer Liima) voor ‘I am the enemy you killed, my friend’, of Colin H Van Eeckhout voor ‘Dance of the seven veils’, dat in het najaar een Belgische première zal kennen in het Antwerpse Toneelhuis, en een maand later ook in de AB te zien zal zijn. ‘VACUUM’ en ‘Dance of the seven veils’ vormen de ouverture voor een langere samenwerking die de AB zal aangaan met Oester en artistiek leider Gabriëls.
Het was ook Gabriëls die ‘VACUUM’ plaatste binnen het narratief der oerkrachten, die het concept uitwerkte als houvast voor regie en choreografie. “Er is niet vastgehouden aan ideeën bij het schrijven van de muziek. Aan de muziek hing geen concreet plan, geen groter concept” zegt De Roover. “Maar de muziek zelf is al heel visueel, dus het groeide organisch,” aldus Poltrock. Over de titels op het album ‘VACUUM’ krijgen we geen bijkomende informatie, en bij het opzoeken van pakweg ‘Tinder for cellos’ vinden we weinig meer dan de orkestrale compositie ‘Flight of the Bumblebee’ van Russisch componist Nikolaj Rimski-Korsakov. “Er zit zeker geen symboliek in de titels; eerder zijn ze er net om tegengewicht te geven aan de zwaarte van de muziek.”
Eerder relevante namen om aan te halen in deze context zijn pakweg Ben Frost of Tim Hecker – en dan is soundscape al sneller een term die hout snijdt. Bij het lezen van de communicatie omtrent ‘VACUUM’ denken we ook aan Philip Glass’ ‘Koyaanisqatsi’. “Ik ben in ieder geval grote fan,” zegt De Roover. “Het zit zeker in de muziek die wij maken.” En zelfs al kwam de soundtrack tot stand los van regisseur Godfrey Reggio, kan gezegd worden dat de score filmisch is. Het doet denken aan wat we Ben Frost hoorden zeggen in een interview met Mark Fisher:
“The overtly didactic gestures that plague modern film music are totally not something I am interested in, but the blurring of that once definitive line between sound design and score – particularly in some of these big action films recently – nauseating content aside, is I think, really fucking exciting – if my work is cinematic it is really only in the sense that making it, for me, is very much a visual exercise where every element of this record has a singular and inherent animated visual shape, colour and texture and that I am trying to make this music a world in and of itself.“
Live moet ‘VACUUM’ een ervaring worden die immersief is, maar anders dan de inflatie aan projecten die zich de term toe-eigenen – of het net het onderwerp ervan maken om in te spelen op de algemene tendens van de beleving. Onze concullega’s van The Economist titelden het in april nog treffend: “A change in how people consume contemporary art is under way”. David Poltrock deed vanuit zijn rol als lector aan PXL-Music onderzoek naar hoe muziek als immersief ervaren (experienced, zeg maar) kan worden, en hoe de idee betrokken kan worden bij alle facetten van een voorstelling. Hij kwam tot de voorlopige conclusie dat veel muziekstijlen zich er niet toe lenen, en dat sommige optredens – zelfs die van Kraftwerk in de Elisabethzaal – weinig meer zijn dan stereo-shows. “’VACUUM’ is een ander soort voorstelling, waarbij er hard is gewerkt om het surroundgegeven te vertalen naar het podium. De bedoeling is de toeschouwer onder te dompelen in sfeer, wat zelfs in een quadrofone opstelling mogelijk bleek.”
Door de surround versies van de muziek te herwerken naar versies voor koptelefoon, valt de ruimtelijkheid – in fysica wordt als synoniem voor vrije ruimte soms perfect vacuüm gebruikt – zelfs te ervaren op plaat. Die komt uit op 17 september bij Consouling Sounds. De voorstelling gaat in première op 28 september in de AB – later volgen STUK en het Hasseltse CCHA.