Ondergetekende moest even met de ogen knipperen wanneer bleek dat er maar liefst 4.000 wachtenden voor hem waren die het ticketsysteem van de Antwerpse Roma teisterden toen hij tickets trachtte te bemachtigen voor de show van Madou. De paniek maakte al snel plaats voor opluchting: het gros daarvan probeerde immers plekken te bemachtigen voor het afscheid van Vlaanderens grootste rockicoon: Clement Peerens. Daar waar de nemesis van Tom Barmen het plectrum aan de wilgen hangt, keren anderen op hun stappen terug: de onverwachte comeback van Madou wist dit jaar immers onze altijd legendarische SR50-reeks te halen.
Dat het geen evidente tijden zijn om terug te keren op uw stappen kunnen we op onze redactie volmondig beamen. Na vier decennia opnieuw het podium opkruipen is echter nog van een andere grootteorde, maar wat blijkt: Vlaanderen staat deze keer wél met open armen te wachten op Vera Coomans en haar bijzondere gezelschap. Dat heeft deels te maken met de veranderende tijdgeest waarin we leven – en soms slachtoffer van dreigen te worden – maar vooral met het fantastische ‘Is Er Iets’. Het is een album dat trouw blijft aan de eerste incarnatie van de band, maar toch de hand uitsteekt aan een nieuwe generatie fans.
Er is veel om je aan te vergapen, maar het zijn toch vooral de teksten die met verstomming slaan. In de wereld van Madou wordt genoeg ruimte geboden aan de verbeelding van de luisteraar om één en ander zelf in te vullen, maar de ontsnappingswegen naar een vrolijk en lang leven zijn hermetisch afgesloten. De protagonisten in hun verhalen creperen onder (of zijn schuldig aan) huiselijk of seksueel geweld, hebben een foute relatie met de fles of worden door de tand des tijds allesbehalve ontzien. Het is een wereld waarin je eigenlijk niet zou willen vertoeven en waar je de ogen het liefst voor zou willen bedekken, maar waarin het toch keer op keer de moeite loont om alles met één oog door de vingers nauwlettend te bekijken. Liefhebbers van dergelijk voyeurisme konden hun lusten laten botvieren in de Roma.
Daar moest de band zich wagen aan een noodgedwongen spreidstand. Door de limiet van 200 toeschouwers werd er besloten om de show maar liefst twee keer op dezelfde dag door te laten gaan; eenzelfde oefening die Dans Dans volgende week ook tot een goed einde zal moeten brengen. Het roept vragen op: hoe scherp zal het gezelschap nog zijn? Hoe komt zo’n gering publiek tot zijn recht in een zaal met een vele grotere capaciteit? In het beste geval wordt zoiets een intieme ervaring, in het slechtste geval een bevreemdend, klinisch gebeuren. Vragen en bezorgdheden dus, maar vermoedelijk gelden die voor de artiesten in kwestie nog meer dan voor het aanwezige publiek. Enig respect voor de muzikanten die zichzelf dubbel plooien is dus op zijn plaats. Maar Ramses Shaffy wist het al: we zullen doorgaan!
Jan Devos, theatermaker en tevens echtgenoot van Coomans, heeft altijd zijn stempel gedrukt op de sfeerzetting bij Madou. Dat deed hij héél kort ook even bij RUM, waar Vera Coomans en Wiet Van De Leest hun strepen verdienden. Op ‘Vannacht’ – later ook in een Madou-jasje gestoken – wist hij al in 1982 zijn woorden te laten vereeuwigen.
Uit het bed was hij geklommen
‘Vannacht’ – RUM / Madou
Had mij op een stoel gedwongen
Legde zijn gebit op de schouw
En fluisterde ik hou van jou
‘k Heb een schaar genomen
Acht keer in zijn ogen gestoken
Hij tastte in ’t rond knielde op de grond
Maar zocht niet wat hij vond
Het zou uiteindelijk een belangrijk moment vormen in de geschiedenis van RUM én die van Madou. De teksten van Devos blijken te donker en zorgen ervoor dat ze een nieuw vehikel nodig hebben om aan de buitenwereld te tonen. Madou is geboren. Vier decennia later worden ze op de planken vervoegd door Thomas Devos (zoon van Vera Coomans & Jan Devos), die we kennen van Tommigun. En ook Louis Van De Leest doet mee. Enfin, de toekomst ziet er goed uit. Zo blijkt ook in Antwerpen. Coomans klinkt bijzonder goed en straalt op het podium een aanstekelijk enthousiasme uit. Muzikaal, zo kon het aanwezige publiek al snel constateren, staat Madou 2.0 als een huis. Maar toch is het iemand die niét op het podium staat die het meeste aandacht krijgt. De teksten van Jan Devos krijgen ook live een prominente plaats.
Bij ‘Is Er Iets’, het tweede nummer op de setlist, merken we dat het een bijzondere avond zal worden. En wat dan te zeggen over ‘Niets Dringt Door’, zowel in de Roma als op plaat een absoluut hoogtepunt. De tijd mist geen maat en raast genadeloos verder en met elke seconde zakt het hoofdpersonage verder weg in het drijfzand van de eigen hersenpan. Een nummer dat de ontreddering haast tastbaar maakt, met een glansrol voor Coomans en haar unieke, bezwerende stemgeluid, alsook de stuwende elektronische percussie van Mattijs Vanderleen.
Die laatste weet zijn rol ook met verve te vervullen tijdens ‘Onderweg’, aan het publiek voorgesteld als “een nummer voor de eeuwigheid”. Even dachten we Geoff Barrow aan het werk te zien.
Van zijn soep
‘Niets Dringt Door’ – Madou
Wil hij niet eten
Zijn hand luistert niet meer naar zijn hoofd
En hij is weer de naam vergeten
Van het meisje dat hem heeft verschoond
Die heeft hem nog een zoen gegeven
Omdat hij 100 wordt vandaag
Hij heeft naar hand gegrepen
Hij zei: “Het regent op de maan.”
Hoewel ze bij de Roma vermoedelijk snakken naar het moment dat de capaciteitslimiet tot het verleden behoort, wist de band zich in de setting – het geheel van tafeltjes en stoelen kriskras door elkaar had iets weg van een jazzbar – uitstekend van zijn taak te kwijten. Het enthousiasme van het aanwezige gezelschap ging helemaal de hoogte in toen Madou in de achteruitkijkspiegel begon te staren.
Met ‘Witte Nachten’ en ‘Het Doet Geen Pijn’ spreken we enkele decennia terug, een tijdperk waarin Madou het aan de stok kreeg met feministen die de teksten moeilijk plaatsen konden. In die eerste Belpopklassieker wordt er met weinig woorden een pijnlijk scherp beeld geschetst van een huishouden waar de harde hand regeert. Moeder en kind trotseren de razernij aan de andere kant van de deur. De spijkerharde tekst en de weemoed in de stem van Coomans staan haaks op het pulserende (en bijna vrolijke) ritme. Het is een bevreemdend contrast dat Madou als geen ander uitspeelt.
Ik hoor hem vloeken op de trap
Dat hij haar nek zal breken
Dat alle vrouwen kippen zijn,
Dat zij nog veel moet lerenHaar buik is warm, haar voeten koud
Witte Nachten – Madou
Ze heeft mijn hand genomen
Vraagt als ik later groot zal zijn
Of ze dan bij mij mag wonen
Bij ‘Het Doet Geen Pijn’ is het Wiet Van De Leest die de glansrol op zich neemt en het ontluikende drama van prachtige muziek voorziet. De avond leert ons dat er weinig instrumenten zijn die hij niet lijkt te beheersen. ‘Huis In De Duinen’, met tekst van Thomas Devos, doet ons vermoeden dat de voorliefde voor murder ballads van vader op zoon werd doorgegeven. Het moeten fijne gesprekken aan de eettafel zijn geweest daar.
Uiteraard is er ook ‘Ronquières’, naast de gemeente die één van onze vreemdste nationale trekpleisters herbergt, tevens de single die de comeback van Madou aankondigde. Ditmaal geen tekst van Devos zelf, maar wél van Coomans. Ook in Antwerpen klinkt het nummer verraderlijk luchtig, tot de ontkenning in de tekst op de voorgrond treedt en men de bittere nasmaak gewaar wordt.
Ik kan niet naar buiten
Ronquières – Madou
Ik ben vandaag niet meer opgestaan
Ik kan nooit meer buiten
Met mijn fiets langs het kanaal
Met mijn fiets langs het kanaal
De zon zien ondergaan
Eén van de slotakkoorden is voor het gitzwarte ‘Gele Schoenen’, een remake van ‘Bijna Gelukkig’, dat zoals wel meer Madou-nummers halverwege een afslag maakt die onomkeerbaar is.
Hij zoekt zijn bril
Gele Schoenen – Madou
Kijkt naar m’n benen
Hij zegt dat hij bijna gelukkig is
Hij breekt zijn glas
Ik zie hem wenen
Hij zegt dat ik alleen weet wat liefde is
En liefde is nog steeds
Een groot geheim
Liefde is een geheim
Hij scheurt mijn kleed
Vraagt of ik bang ben
Hij zegt: Ik weet dat niemand mij begrijpt
Hij scheurt m’n ringen uit mijn oren
En als ik schreeuw zegt hij dat het hem spijt
Maar dat ik straks
Nooit nooit
Meer bang
Zal zijn
Nooit meer bang
Zal zijn
Liefde is een geheim
Neen, we zouden géén personage willen zijn in de verhalen van Madou. Als toeschouwer en luisteraar daarentegen zijn er ergere plekken om te vertoeven. Met ‘Is Er Iets’ voegen de clan Coomans, Van De Leest en Devos een appendix toe aan een verhaal dat iedereen als afgesloten beschouwde. Dat het daarmee eindelijk de erkenning krijgt waar Madou recht op heeft, is iets dat we alleen maar kunnen toejuichen. Dat er zo genoten wordt van dergelijke duisternis zou voer kunnen/moeten zijn voor de nodige zelfreflectie, maar dat is een deur die wijselijk gesloten blijft. Met de glimlach begeven we ons weer op de Turnhoutsebaan.