Een triple bill die het beste van het neoklassieke genre vertegenwoordigde, is wat we dinsdag kregen voorgeschoteld in de kleine Labozaal van het STUK. Sfeerscheppende symfonieën, elektronische drones en virtuoze pianomuziek: alle kanten van het spectrum werden belicht. Naast hun liefde voor verstilde ambient hadden de drie acts één ding in gemeen, namelijk hun thuishaven bij Erased Tapes, dat dit jaar vijf kaarsjes uitblaast. Het is een excuus als een ander om op tournee te trekken langs de grootste Europese steden, en na Istanbul, Berlijn en Amsterdam was Leuven aan de beurt. Naast een beperkt aantal zetels was de zaal uitgerust met comfortabele kussens op de vloer die als zitplaats dienden. Een podium was er niet, de (talrijke) instrumenten stonden gewoon opgesteld in de hoek van de zaal. De ideale, huiselijke setting voor een avondje onthaasting, zoals dat dan heet.
A Winged Victory for the Sullen mocht de spits afbijten. Bezielers Dustin O’Halloran en Adam Wiltzie werden voor de gelegenheid versterkt door een violist, cellist en harpiste (en straks op de tweede avond zelfs door een heus dertienkoppig strijkersorkest), en de mooie composities als ‘Requiem for the Static King’ en ‘Steep Hills of Vicodin Tears’ werden ook visueel in de verf gezet met prachtige, abstracte projecties. Veelal werden de stukken opgebouwd rond één noot waarop telkens een enkel instrument varieerde. Dat maakte de zeldzame momenten waarop alle muzikanten tesamen de uitvoering naar een culminatiepunt stuwden dan ook des te intenser en gelukzaliger, zeker in combinatie met de fel oplichtende lampen op het podium. Kortom, A Winged Victory bespeelde op een minimalistische maar daarom niet minder minitieuze wijze de emoties en slaagde daar wonderwel in.
Een kwartiertje later was het aan Ólafur Arnalds, een van de vele uitzonderlijke exportproducten uit IJsland. De man schrijft filmscores voor zijn eigen verbeelding en leverde met ‘Eulogy for Evolution’ en ‘…and They Escaped the Weight of Darkness’ al twee sferische topalbums af. Dat zijn derde album een pak elektronischer gaat klinken, zoals hij ons hij ons voor het concert in STUKCafé vertelde, bleek al uit de samenwerking met Nils Frahm, ‘Stare’, eerder dit jaar. Ook gisteren waren het meestal diepe, industriële beats die de basis vormden van de soundscapes die hij met piano en strijkers ontvouwde. Bovendien is Arnalds live niet vies van enig experiment: hij vroeg het publiek om gezamelijk een do te zingen, waarop hij dat gezang opnam, door een loop station haalde en er een nummer rond opbouwde. Ook tegelijk piano spelen en het bedienen van de samplers bleek geen enkel probleem voor hem. Drie kwartier ambient brengen zonder dat het ook maar eens saai werd, faut le faire.
De magische sfeer werd misschien nog wel het meest in de hand gewerkt door de haast verlammende stilte die tijdens de concerten in de Labozaal hing. Dat ontging ook Nils Frahm, afsluiter van de avond, niet. ‘Wow, you can really hear a needle drop. Quite scary. What a contrast to yesterday’s show in the noisy Amsterdam. Those Dutchmen were throwing bottles of urine and having a crowdsurfing party’.