Het is verraderlijk om in platitudes te vervallen wanneer je spreekt over eerste indrukken. Laat ons toch de gok wagen: Djingel Djangel slaagt erin om maar liefst tot tweemaal toe een uitstekende beurt te maken bij een eerste kennismaking. De eerste maal digitaal, wanneer Djingel Djangel promotie maakt voor een nieuwe reeks binnengekomen platen. Daarin prijken onder andere titels zoals het iconische ‘Spiderland’, van het evenzeer iconische Slint – een gemene deler van lof op de redactie – en Red House Painters, het vroegere muzikale vehikel van de inmiddels verguisde Mark Kozelek.
De tweede impressie komt er wanneer ondergetekende een eerste keer over de drempel van Djingel Djangel stapt in de Bordeauxstraat, met zijn fantastische locatie aan ’t Eilandje in Antwerpen. Vroeger was hier Den Hannekesnest gevestigd, een ietwat beruchte kroeg waar men ook op goddeloze uren nog soelaas kon vinden. Het is niet de enige verandering die de buurt ondergaan heeft: aan de achterkant van de site was immers het Pirateneiland te vinden, dat inmiddels ook herleid werd tot louter jeugdsentiment. Zulke beslommeringen blijven achter aan de deur: bij het binnentreden van het pand is Stef Potums naarstig in de weer met een doos nieuw toegekomen platen. Een aandachtig oog kan nieuwe arrivals van Madou en Dans Dans ontwaren. Er zijn ergere manieren om verwelkomd te worden.
Even later schuiven we samen aan tafel aan, vlak voor het podium, om de balans op te maken, zo’n vijf maanden na de opstart. Djingel Djangel is een drie-in-één-formule. Naast platenzaak en café is er immers ook ruimte voorzien voor een tweehonderd muziekliefhebbers om aanstormend talent aan het werk te zien. “Het is een unieke combinatie, zeker in Antwerpen. In metropolen in het buitenland zoals Londen en New York kom je het vaker tegen.”
Drie speerpunten
“We willen echt specifiek dat publiek aantrekken: mensen die gepassioneerd zijn – net zoals wij – door muziek in al zijn facetten.” De platenzaak, het café en het livegebeuren zijn complementair. Er is immers betrekkelijk weinig passage rond de zaak, en daardoor moet de kalender goed gevuld zijn om mensen naar Djingel Djangel te laten afzakken. “Het voordeel daarvan is dat iedereen die hier komt hier ook echt is voor de muziek. Als de band in vorm is, zit de sfeer ook meteen goed. De feedback die we al gekregen hebben van artiesten hierover is erg positief.”
Dat heeft ook te maken met de aandacht die zowel muzikant als bezoeker krijgen. Om te beginnen is er geïnvesteerd in een oerdegelijke geluidsinstallatie van Engelse makelij, die het geluid goed gebalanceerd doorheen de zaak stuwt. Verder is er aandacht voor de akoestiek en dat zorgt ervoor dat de muzikanten niet onnodig luid moeten spelen, iets wat ook de buurt ten goede komt.
Voortschrijdend inzicht
Stef Potums en zijn mede-vennoot Peter Verbauwen gaan van start in september 2021. Een sprong in het duister, zeker gezien de onzekere omstandigheden waarin zelfs zaken met al heel wat jaren op hun conto zwarte sneeuw zien. In september neemt het duo een vliegende start, maar twee maanden later gaat het rijk der vrijheid terug op slot. Dat zien ze met lede ogen aan, maar het tweetal blijft niet bij de pakken zitten.
“We hebben van het begin gezegd dat we het veilig willen aanpakken, en we hadden het vermoeden dat de overheid wel eens met een ventilatienorm zou afkomen, dus daar hebben we dan ook vanaf het begin in geïnvesteerd.” Ook de kalender blijft goed gevuld: “Het is makkelijker om evenementen te annuleren dan pas een week op voorhand met de promotie te beginnen. Daarom gaan we ook gewoon door. We hebben weliswaar het concept wat aangepast: zo zijn we begonnen met de sit down & listen-sessies. Dat is iets rustigere muziek, maar er komt wel wat volk op af.” Toch zullen de recente versoepelingen deugd doen: inmiddels mag er terug gespeeld worden voor een staand publiek en staat dansen terug op de lijst van toegelaten activiteiten.
De programmatie wordt in goede banen geleid door Butsenzeller, met wie we eerder al een gesprek hadden. Bij aanvang van de coronacrisis zet hij mee zijn schouders onder ‘Belgian Music Addicts’, een groep die via sociale media inmiddels een erg groot publiek weet te bereiken. Via BMA komen ze met elkaar in contact. “Iemand als Boots heeft een groot netwerk en houdt de vinger aan de pols. Inmiddels organiseert BMA hier ook één avond per maand. Die wisselwerkingen zijn erg belangrijk voor ons.”
Nog een bekende naam die zo op het podium terecht komt is die van Nigel Williams. Via Butsenzeller belandt de comedian op het podium van Djingel Djangel en het blijkt meteen te klikken. Inmiddels programmeert hij twee keer per maand stand-up comedy in Djingel Djangel.
Ook in de platenbakken valt het oog voor kwaliteit op. “Peter doet een groot deel van de selectie. We zijn zeker niet de grootste: er staan hier ongeveer 8.000 platen terwijl andere platenwinkels er soms 40.000 hebben. De selectie weerspiegelt wel vrij goed de smaak van Peter en mezelf.” Wie met zijn vingers door de platen ploetert ontdekt een breed gala aan genres: er is ruimte voor jazz, maar evengoed filmmuziek of – altijd een goede keuze – Bill Callahan. Wie écht goed zoekt, komt ook de occasionele – we onderdrukken een Pirateneilandreferentie – schatten tegen. Zo kan een aandachtig oog een new-wave soloplaat van Jo Bogaerts ontwaren, de man achter – quizvraag! – Technotronic.
De blik vooruit
De ambities van Peter Verbauwen en Stef Potums reiken echter nog verder. Zo is er naast Djingel Djangel ook nog de vzw Foenkel opgericht. Het doel? Het begeleiden van bands die anders onder de radar zouden blijven. De weg is nog lang, maar de eerste kiemen van hun arbeid komen wel al tot uiting: zo mocht The Day, aan een opmars bezig in Duitsland, hun debuut in België maken in het voorprogramma van Chantal Acda. Via het tweetal komt de band in contact met een label en een producer én worden ze voorgesteld aan iemand die helpt met het opnemen van een videoclip.
“We hebben duizenden ideeën. Ooit zouden we graag zelf een festival organiseren. Waarom niet met pakweg Het Bos? We dromen zelfs nog verder, en dan kijken we als voorbeeld vooral naar Eurosonic Showcase Festival. Er zijn tal van interessante locaties die daarvoor kunnen dienen, zoals het droogdok dat leeg staat en waar in de zomer evenementen georganiseerd worden. Zo’n traject uitstippelen zou bijzonder interessant zijn.”
Met de opkomst van Djingel Djangel is Antwerpen een bijzondere zaak rijker. Het is één van de boeiende initiatieven, net zoals bijvoorbeeld Klankhaven, die ervoor zorgen dat de Scheldestad niet cultureel in slaap gewiegd wordt. “Wat we uiteindelijk willen bereiken is dat mensen een naam zien staan waarvan ze nog nooit gehoord hebben en dan denken: het staat in Djingel Djangel, dus het zal wel goed zijn. We willen de opstap zijn naar pakweg de Ancienne Belgique. We willen een naam worden waar artiesten in België sowieso gestaan willen hebben. Als dat lukt, zijn we erg tevreden.”
Uitgelichte afbeelding door © Jan Gitanes.