Er zijn weinig artiesten zo bepalend geweest voor de sound of the soul in de voorbije decennia als Sufjan Stevens. Persoonlijke decennia, gezien Sufjan meer dan eens het raakvlak schilderde voor onze meest langlopende vriendschappen, maar even goed maatschappelijke decennia, in zoverre hij het Amerikaanse, ledige historicisme van een (post-)ironische esthetiek voorzag. Weer een gratuite lofzang voor Suf in the making? Neen, allerminst. Want er is Een Wederkerend en Behoorlijk Probleem – althans tot zijn volgende volwaardige worp dit artikel opnieuw compleet irrelevant maakt. Waarom klinkt niets uit het Asthmatic Kitty-universum nog écht urgent? Is het stilaan op?
Sufjan heeft zowat alles binnen de grenzen van het muzikaal mogelijke gedaan in de voorbije jaren, of het nu met zijn vader, met Angelo De Augustine, met godbetert The National, of met Timo Andres is. Maar ook: Sufjan heeft sinds ‘Carrie & Lowell’ in 2015 geen totaalwerk meer uitgebracht dat de gevreesde oorspronkelijkheidstoets van (mph) weet te doorstaan. Die twee stellingen haken awkwardly in elkaar. Toegegeven, er zijn altijd moménten wanneer Stevens iets uitbrengt. ‘Back To Oz’ met De Augustine is verre van onvergeeflijk, en ja, uiteraard, ‘America’ en ‘My Rajneesh’ vanuit ‘The Ascension’-sessies zijn essentieel om de fragmentatie van de Verenigde Staten van de 21e eeuw te vatten. En toch is er iets. Een onbestemd gevoel van een trein die prachtige stations aandoet, maar telkens te laat, telkens slechts een handvol passagiers uitspuwend en opnemend, telkens met een extra wagon volgespoten met kleurrijke graffiti. Van ‘Aporia’ over ‘Convocations’ tot ‘Reflections’: het nieuwe werk van Sufjan is als een breed beoliede, maar slecht geschuurde vloer: het ziet er netjes uit, maar fundamenteel schort er wat.
Dat het geen evidente periode is geweest voor Stevens, met rouw als een praktisch dagelijkse bezigheid, is een understatement. Recent verloor Sufjan dan ook nog zijn vriend Evans Richardson. Trop is voor iedereen nog altijd te veel. Hoe hard het ook moge zijn: het artistiek sublimeren van traumatische ervaringen gaat ook maar zo ver tot alles breekt; tot het ofwel gratuit en pornografisch wordt, ofwel een louter persoonlijke oefening, zonder aanhechtingsmogelijkheden voor buitenstaanders. Als een artiest die zowel de bittere tranen van Timothée Chalamet als modern ballet op muziek gezet heeft, is de drang groot om catharsis als uitgangspunt en niet als emergent fenomeen te zien. De kar voor het paard te spannen. ‘Convocations’ dreigt bijvoorbeeld op die manier beschouwd te moeten worden als een stijloefening, die waarschijnlijk persoonlijk van waarde is, maar daarom niet hetzelfde effect op niet-ingewijden heeft. De rouwcyclus is bij vlagen complexloos prachtig, dat zeker, maar de dikke synthlagen en koralen doen soms een tikje gemakkelijk aan. ‘Convocations’ voelt als begeleidende muziek bij een tentoonstelling in een A-list galerij; een oefening die niet volledig op zichzelf staat.
Dat er geen groots live-luik aan de release van bijvoorbeeld ‘The Ascension’ gekoppeld werd, speelt mee in dit verhaal. Want waar zelfs over de relevantie van het album ‘Carrie & Lowell’ (2015) soms discussies op de redactie ontstaan, zijn we het over één zaak roerend eens: Sufjan moet ook live, euhm, geconsumeerd worden. En zonder dat aspect wordt zelfs pakweg ‘The Age of Adz’ iets sterieler, afstandelijker. De sporadische foute noot, het breken van Sufjans’ stem, de soms ongebruikelijke instrumentatie en het very campy aan elkaar praten van de show hoort net zoveel bij de Stevens-ervaring als de bedeesde klassieke gitaar. Zonder wordt het Sufjan een soort ahistorische, Jo Brouns-achtige schelm die de hoogmis voorgaat in een ivoren toren. Zonder ligt Illinois aan de Maas.
Je kan het vast al door de lijnen heen lezen: het zijn wanstaltige pogingen om een gevoel van ‘wat Sufjan Stevens ooit was’ opnieuw op te zoeken en te verklaren waarom da mojo wat weg lijkt de laatste jaren. Een gebrek aan oorspronkelijkheid, een hinderlaag vanuit het Echte Leven, een te dienstige keuze van projecten, het ondergesneeuwd raken van de live-benadering…het is waarschijnlijk een combinatie van vele factoren. Maar don’t look at us like we’re acting hysterical, want ook wij geloven nog steeds dat Sufjan terug zal komen. En indien dat niet het geval is, is er nog altijd Jo Brouns, natuurlijk.