juli 14, 2022
Geschreven door: Marc Puyol Hennin

De code gekraakt

Na een moeilijk album volgt een nog moeilijkere liveshow. Dat geen kind aan de massa heeft.

Het was The Beatles gegeven en later wellicht ook Björk en Radiohead: een artistiek eindproduct neerzetten dat niet bepaald uitblinkt in toegankelijkheid, maar toch een groot publiek moeiteloos op de knieën weet te krijgen. De luie observator concludeert al gauw dat dit hetgeen is wat de grote van minder grote artiesten onderscheidt in het poptijdperk.

Soms heeft luiheid het echter bij het rechte eind. Het concert van Kendrick Lamar op Glastonbury – de wereldpremière van zijn nieuwe show voor een megatour die volgende week start en hem komend najaar naar onze contreien brengt – is niets minder dan een game changer. Een stukje muziektheater dat weliswaar voortborduurt op een bestaand concept dat hij zelf al gemunt had (een podium vrij van muzikanten), alleen nu nog verder vereenvoudigd en voorzien van professionele dansers. Lamar zelf staat in LVT-tenue en een gepimpte doornkrans op het kolossale podium tussen twee partijen lichtbakken. Voor hem staart een catwalk die daar lag voor Diana Ross hem verleidelijk aan, maar zijn interactie met het publiek is minimaal en obligaat. Net genoeg om duidelijk te maken dat hij geen hologram is. De bangers van ‘good kid, m.A.A.d city’ aan het begin van de set stellen een groot deel van het publiek op het gemak. In theorie zijn er inkakmomentjes zat, maar Lamars hitpotentie is danig dat het publiek verderop in de set nummerslang op de energie van ‘HUMBLE.’, ‘Drank’ of ‘DNA.’ meesurft.

Lamar surft op zijn beurt ook. Op al het krediet dat hij a priori krijgt, maar tevens op de verbazing die hij vanaf minuut één genereert door zo zuiver en zonder fout te spitten. Geen live backing vocals of andere emcees om bars op te vangen, geen zompige drumfill of veel te harde bas om een haperende flard lyrics even instrumentaal af te maken. Als hij moet temporiseren, laat hij handig wat woorden vallen; het Britse publiek – opvallend fanatiek – vult ze toch naadloos in. In de coulissen staat al dan niet een band te spelen, maar het knapste staaltje onzichtbaar productiewerk is de timing waarmee samples en flarden van Lamars ingeblikte stem hoorbaar worden. Die momenten fungeren als het cement voor de muur die Lamar met zijn stem weet te bouwen. Met tape of ingeblikte vocals werken impliceert een dunne lijn tussen pragmatisme en truken van de foor, bij Lamar is het zonder meer dat eerste. Hier is het een compromis dat net als zoveel aspecten van Lamar’s show leidt tot een beter eindresultaat. Dat heet: live hiphop écht goed laten klinken.

Er zijn betere rappers dan Lamar, maar geen enkele weet bepaalde thema’s en de eigen gevoelswereld zo groots en voor zo’n groot publiek te brengen.

De set wordt ingedeeld volgens album en dus telkens een periode in zijn leven, met wat nummers van ‘Mr. Morale’ erdoorheen geborduurd. Ongetwijfeld krijgen we er daar straks meer van te horen, maar opvallend genoeg voert ‘DAMN.’ de boventoon, wellicht deels omdat de uitgeklede show al sinds 2017 – en dus de tour rond dat album -de norm is bij Lamar. Wederom een raakvlak met vroeger en dus moeten we enige euforie rond baanbrekende vernieuwing temperen. Maar er is natuurlijk veel meer, in concreto de relatie tussen het – in vergelijking met ‘DAMN.’ – veel diepere en interessantere ‘Mr. Morale’ en deze show.

Kendrick Lamar laat zichzelf in zijn nieuwe show met name als een goedlachse volwassen persoon, evenals kwetsbare, getormenteerde ziel zien en horen. Zijn stem staat helemaal centraal, ook als de toon pijnlijk persoonlijk dreigt te worden of wanneer zijn eigen ongemak hoorbaar is door honderdduizenden watt aan PA. Die houding verraadt Lamars actuele grootheid. Aan het eind van de show breekt hij niet toevallig een lans voor imperfectie. Hij weet dat z’n concert vol imperfecties en tekorten zit, maar hij kiest ervoor om telkens zijn sterkte te benadrukken, anderhalf uur lang. Geen enkele rapper uit de geschiedenis heeft dit ooit op deze schaal en op zo’n manier gedaan.

Lamar is lang niet de beste rapper. Jonwayne, billy woods, ELUCID, Your Old Droog en nog tien andere hebben een betere flow en vaak ook betere rhymes. Geen van hen heeft echter de veelheid aan ideeën die Lamar tentoon spreidt: het is hoe hij moeilijke thema’s en zijn gevoelswereld kan brengen, laat staan ermee weg komen bij een publiek van vele miljoenen. Na deze show is een ding wel duidelijk: Kendrick Lamar is een van de populairste artiesten van de planeet geworden. Zonder ooit maar een echte sellout plaat te hebben gemaakt.

Want zoals bekend draaide de veelbelovende commerciële rapper Lamar in 2015 met een ruk aan het stuur en verscheen een album waarop een Amerikaanse opperrechter dood op de cover staat te blinken. Je kunt dat gezien de actualiteit visionair noemen, maar op z’n minst weet Lamar zichzelf te omringen door mensen die zijn ideeën weten te versterken en sinds 2015 heeft hij in feite nooit easy listening-muziek gemaakt. Het verfrissende aan zijn nieuwe liveshow is net dat al die featurings en ideeën gecondenseerd worden tot zijn eigen stem en hoogstens tekst die op een groot scherm achter hem verschijnt. Want tekst, daar gaat het ook om. Daar blijft hij op hameren. De groep dansers waar hij sporadisch in opgaat, ondersteunt zachtere stukken van de show waar de aandacht even zou kunnen verslappen, terwijl dit onderdeel van de performance ook de rustmomenten tussen nummers voorziet van iets om naar te kijken. Vlak voor de Glastonbury-show deed Lamar er nog een schepje bovenop, door quasi-anoniem en als deel van het publiek een Louis Vuitton-showcase met zijn nieuw materiaal aan elkaar te rappen.

Lamar brengt rappen als iets wat pure kunde, ballen en het accepteren van eigen beperkingen vergt. Voor 100000 man.

Live hiphop is decennialang een moeilijk fenomeen geweest, geplaagd door teleurstelling en het niet waarheidsgetrouw uitvoeren van een genre dat inmiddels met voorsprong het populairste is. Kendrick Lamar heeft ontzettend veel opofferingen gebracht om uiteindelijk tot een show te komen die zowel strak als betekenisvol is zonder te vervallen in een soort spoken word-performance. Hij was al op weg met zijn vorige tournee, maar zijn huidige stage presence en zijn nieuwe nummers die zijn ziel meer dan ooit blootleggen, voorzien al het potentieel dat er al was van een flink pak emotie en cerebraliteit. Iets wat zonder die dansers op het podium trouwens niet zou lukken. Hun rol is ondersteunend en subtiel, maar tegelijk benadrukt hun performance net de rol die Lamar zichzelf toebedeelt op het podium: de stem, de lyrics en weinig anders. Zonder het theatrale aspect zou je als bezoeker alle dynamiek erbij moeten verzinnen, zelfs al is die impliciet al aanwezig. Net zoals geur een grote rol speelt bij het smaken van eten, is het esthetische aspect van de dansers op het podium cruciaal om deze show te laten landen bij het publiek.

Sinds Björk in 2007 (in de positieve zin) en The Knife in 2013 (in de negatieve zin) zag ik niet meer zo’n show die op zoveel niveaus weet te verrassen. De rapper als stem, de énige stem op een podium en rappen als iets wat pure kunde, ballen en het accepteren van eigen beperkingen vergt: dit is allemaal iets wat veel te laat op zo’n grote Bühne is verschenen gezien de ontzettend rijke geschiedenis van hiphop.

Maar beter laat dan nooit. Waarvoor dank, Kendrick Lamar.

Close
Menu