Op een paar jaar tijd heeft Klein zich naar de frontlinie van de nieuwe garde van Londense DIY-artiesten weten te dringen. ‘Frozen’ en ‘Lifetime’ blonken uit door de narratieve kracht waarmee de Brits-Nigeriaanse producer verrassende elementen uit haar omgeving samenweefde tot een tegelijk melodieus en bevreemdend geheel. De veelheid aan invloeden (ze citeert onder meer Andrew Lloyd Webber en Soulja Boy) wordt duidelijk voor wie een bezoek brengt aan haar website, compleet met chatbox waarin ze memes uitwisselt met fans. Op ‘Harmattan’ gooit ze het evenwel over een compleet andere boeg: de narratieve aanpak maakt plaats voor een tomeloze muzikale ambitie. Het resulteert in haar meest evocatieve werk tot hiertoe.
Alleen al de keuze voor Pentatone, een Nederlands label dat bijna uitsluitend klassieke muziek uitbrengt, lijkt een bewuste strategie om de muzikale horizonten te verbreden. Zo houdt opener ‘For Piano Solo’ het midden tussen Wolfgang Rihm en een atonale Chick Corea, al lijkt de hoekige stijl in zekere zin ook een analoge vertaling van de digitale collagekunst op ‘Frozen’ of ‘Lifetime’. Op ‘Roc’ weerklinkt de kosmische jazz van Alice Coltrane, op briljante wijze gecombineerd met samples van vuurwerk; ‘Trapping in C Major’ is een claustrofobische oefening in muzikaal driepuntsperspectief met rollende freejazzdrums die de melodie afwisselend in en uit focus brengen.
De soepele stijl die Klein hanteert, voorkomt dat met name de meer drone-georiënteerde stukken verzanden in escapistische clichés. De vooruitgeschoven track ‘Hope Deals’, het meest uitgesproken ambientnummer op de plaat, komt daarbij nog het dichtst in de buurt. Het kenmerkt enigszins de meer meditatieve tweede helft van de plaat, na het wild slalommende eerste deel. Dat tweede deel – hoewel muzikaal misschien minder – vertoont ook een samenhang en consistentie die de eerste helft enigszins mist.
De verhalende stijl van ‘Frozen’ maakt er plaats voor meditatieve reflectie en muzikale verbeeldingskracht: Kleins roots in de grimescene zijn niet verdwenen, maar blijven eerder impliciet (behalve dan wat songtitels als ‘Not a Gangster but Still From Endz’ betreft). Het resulteert meer dan eens in een sterk cinematografische sound: het Heckeriaanse ‘The Haunting of Grace’ had zo de omineuze soundtrack kunnen zijn voor een Denis Villeneuve scifi-prent (deze score, iemand?). Het sociaal realisme van ‘Lifetime’ maakt tevens plaats voor een militante hoop, die doorsijpelt in de blazers op ‘Hope Deals’ en de gedecideerde cadans van ‘Champion’.
Als de nummers niet zacht mijmeren of gezapig kabbelen, razen ze soms door met een duizelingwekkende intensiteit. In de sonische landschappen van ‘Harmattan’, vernoemd naar een seizoen in Subsaharaans Afrika, kan je verdwalen en elk gevoel van richting verliezen. Het is een weelderig en divers huzarenstukje van een artieste waarvan we het laatste nog niet gehoord hebben. Chapeau bas.