januari 19, 2022
Geschreven door: Stef Claes

Eerst het enigma, dan de zon

Chan Marshall is all over the place. Dat is zowel een in meerdere wetenschappen gevalideerde vaststelling als een uiting van cynische opluchting. Marshall is immers een ideale geleider van het hardste dat nog ’emotie’ te noemen valt. Onder haar moniker Cat Power doet Marshall sinds 1995 aan een analyse van (zelf)destructie die oprecht, exhibitionistisch én esthetisch waardevol is. En die drie elementen vormen een onophoudelijk spanningsveld. Is het opportuun om te zwelgen in het nat van Marshalls’ tranen? We weten immers dat de verhalen op ‘Dear Sir’ en ‘What Would The Community Think’ meestal écht zijn, met échte verwijzingen naar échte personen.

Een hyperactief, maar inzichtelijk interview in The Guardian toonde nog maar eens de slappe koord waarop Marshall danst. Een koord die aanlokkelijk lijkt – het blijft een vitalistische vorm van Bohemia – maar met meer dan twee personen té hard slingert. Want Marshall heeft in weerwil van haar grillige persoonlijkheid een bepaalde rust gevonden in het leven met haar zoon Boaz, in een gewrongen cosplay van wat burgerlijk geluk moet voorstellen. Het lijkt dat iedereen die mee op die koord springt ofwel te veel gewicht legt op de fragiele structuur, ofwel bewust aan de uiteinden van de koord zaagt. Marshall verwoordt het op ‘No Sense’ als: “All the hearts that touch your cheek/How they jump they move they embarrass.”

Anno 2022 is wat Cat Power was verworden tot iets dat je een goedbedoeld knikje geeft

Luisteren naar de ijkpunten in de sadcore-geschiedenis – denk uiteraard vooral aan het ongeëvenaarde ‘Moon Pix’ – is nog steeds de constante morele limbo die zelfmedelijden faciliteert en dan weer staalhard culpabiliseert. Het moment dat je vervalt in ‘begrip’ is de fun er ook snel weer af, maar goed getimed kan een shot ‘Cross Bones Style’ binnenkomen als een overwinning op alles wat ook maar enig cynisme uitademt. Het is een bekrachtiging van het leven na het louter overleven. Maar sindsdien bereikte Marshall die intensiteit nog slechts sporadisch. Anno 2022 is wat Cat Power was verworden tot iets dat je een goedbedoeld knikje geeft, alsof het erkennen van een gedeeld verleden voldoende is, maar de schaamte voor jezelf, en stiekem ook voor haar, een échte relatie in de weg staat.

En dan maakt Marshall dus doodleuk haar derde coverplaat. Wat moet je daarmee? Het is niet evident, want de covers zijn vaak gewoon erg goed, maar ook tot op een zeker niveau arbitrair. Keuzes als die voor Frank Ocean, die op veel grotere schaal dezelfde emotionele gids kan zijn die Marshall ooit was, of die voor Lana Del Rey, die zowat haar volledige sound zou kunnen toeschrijven aan Cat Power, zijn ergens in lijn met vorig werk of inhoudelijk logisch. The Pogues en Iggy Pop zijn hoewel duidelijke inspiratiebronnen voor Marshall anno 2022 geen intikkers meer, en zouden dat ook niet mogen zijn. U hoort ons al komen: waarom in godsnaam een inconsistente coverplaat?

Marshall is de koningin van die ‘needle in the haystack‘-momenten

De achterliggende (retorische?) vraag is – het mindere werk sinds 2006 en met name ‘Wanderer’ indachtig – of Marshall nog terug kan en wil naar de oorspronkelijke intensiteit. Aan de oorsprong van ‘Cat Power’ hangt immers een prijskaartje dat we allemaal kennen. Laten we vooral ook niet tuimelen in de absurde val van het psychologisme. Een artiest on the verge of breakdown maakt heus geen betere/intensere muziek. Dat is louter een projectie van een luisteraar die verlangt naar een passend narratief. De echte sleutel tot wat Cat Power kan betekenen ligt in haar performances besloten.

De shows in 2013-2014 legden de pijnlijke essentie van Cat Power bloot: de mogelijkheid om elk moment verbijsterend uit de hoek te komen, in elke zin van het woord. Marshall is de koningin van die ‘needle in the haystack‘-momenten, die absolute catharsis brengen, maar even goed in een vingerknip weer weg zijn. In het Koninklijk Circus herinneren we ons een doorbloed ‘Colors and The Kids’ (misschien wel hét Cat Power-nummer), en in de AB een in waardigheid hersteld ‘I Don’t Blame You’. Maar er zijn dus ook de mindere momenten: ongezien maniërisme, vrijblijvendheid en bijtende faalangst. Het is een tweestrijd die je ook als luisteraar/toeschouwer constant voert. Cat Power creëert live een heterotopie waarin de toeschouwer zich paradoxaal genoeg het lijdend voorwerp van de show voelt, maar tegelijkertijd een enorme invloed uitoefent op het verloop van de performance. Gelijkaardig verloopt het bij het beluisteren van haar studiowerk; volledig willekeurig raken de songs midscheeps op maandagnamiddag, om je compleet koud te laten dinsdagochtend. Enfin, u begrijpt wat we bedoelen.

Het is…ambiguïteit die enkel Cat Power blijvend kan oproepen

Chan Marshall zal voor Skyline 1.0, 2.0 of SpaceX altijd de belichaming blijven van een jeugd die zich lichamelijk steeds meer naar de uitgang begeeft, ook al is het een jeugd die geen van ons ooit écht kan vatten. Eerst het enigma, en dan de zon. Want een keer kwam die jeugd ook in Marshall zelf terug weifelend naar boven; in 2012 op haar succesvolle album ‘Sun’. Het is een plaat die zonovergoten is en tegelijk bloedeloos dor, een ambiguïteit die enkel Cat Power blijvend kan oproepen, en die onderstreept wordt door de briljante videoclip voor ‘Cherokee’. Het is een plaat met een vat vol middelmatigheid (“3, 6, 9, you drink wine“), helemaal akkoord, maar de momenten zijn ook echt momenten. ‘Cherokee’ was niet voor niets Skyline 1.0’s song van het jaar 2012 – vóór ‘Mladic’ that is. ‘Ruin’ is een instant classic in het genre. Om u maar te zeggen dat Cat Power voor ons menens is, of zoals Marshall het zelf verwoordde op ‘(Un)hate’:

The heart wants to explode far away
Where nobody knows

Close
Menu