april 26, 2022
Geschreven door: Victor Goemans

Festivals als franchise

In een ander artikel dat u binnenkort leest op SkylineRev mijmert (mph) over de toestand van de cultuurwereld, en de sociale verantwoordelijkheid van een sector die tijdens de voorbije gezondheidscrisis onophoudelijk hamerde op haar eigen maatschappelijke belang. En passant levert hij, aan de hand van enkele syllogismen en één verwijzing naar langbenig gevolgelte, het bewijs voor het verval van de Westerse samenleving.

In dit artikel gooien we het over een bescheidener boeg, en houden we de enorme groei van de festivalsector tegen het licht, met als rode draad de prangende vraag: cui bono? Wordt de festivalganger hier echt beter van?

It is not from the benevolence of the butcher, the brewer, or the baker that we expect our dinner, but from their regard to their own self-interest

Adam Smith – Wealth of Nations

Minder dan een maand nadat Live Nation met de staart tussen de benen de megalomane comedyshow van Alex Agnew op de Werchterwei moest annuleren wegens een tegenvallende ticketverkoop, kwam de aankondiging voor wéér een nieuw boutiquefestival: Werchter Encore. Allicht omdat een veredelde warm-up nu eenmaal geen ticketprijzen van krap 100 euro rechtvaardigt wordt deze nieuwe festivaldag nu in de markt gezegd als de (ongevraagde) bisronde die al enkele dagen vóór het eigenlijke festival plaatsvindt. De headliners: Florence + The Machine, The Kid Laroi en The Specials. Eh – oké. De rest van de al even magere als arbitraire affiche lijkt vooral een samenraapsel van artiesten die eind juni-begin juli touren en nog niet op een of ander satellietfestival staan – in feite al een prestatie op zich. En dan hebben we het nog niet gehad over het nieuwe dochterfestival van Pukkelpop, of over CORE, de samenwerking tussen Live Nation en Tomorrowland.

Copy of a copy

Geheel nieuw is de tendens uiteraard niet – denk maar aan Tomorrowland Around the World, of de Zuid-Amerikaanse versies van een festival als Primavera Sound. Ook het van oorsprong Amerikaanse Lollapalooza heeft de geneugten van schaalvoordelen ontdekt en duikt Starbucksgewijs op in elke metropool.

Bovendien is het niet onlogisch dat festivals voor een stuk de gederfde winst van vorige zomer willen recupereren. Maar bovenal lijkt ons aller knaldrang voor de majors de gedroomde katalysator te zijn voor een trend die al veel langer bezig is: festivalconcepten tot het uiterste oprekken om het onderste uit de kan te halen. Een overwinning voor de (nuja) cultuurminnende consument, die over een steeds groter aanbod beschikt? Bezwaarlijk, want op het aanbod van tourende bands heeft zelfs een franchise als Werchter finaal geen impact. Wel zullen de programmatoren bij het samenstellen van de affiche voor het moederfestival rekening houden met het feit dat het bestaansrecht van de Classics, Boutiques en Encores van deze wereld nog gelegitimeerd moet worden. In dat overaanbod grossiert de keuzeverlamming en gemakzucht. De festivalganger die zijn programma voor de zomer uittekent zal zich doorheen een inconsistent en bijgevolg duur traject moeten worstelen om aan zijn trekken te komen. En dan hebben we het nog niet over de hyperinflatie van ticketprijzen, die soms cynische proporties aanneemt.

Wie de afkooksels links laat liggen en het moederfestival dicht aan de borst drukt moet daar bovendien steeds langer voor uitrekenen, nu een weekend lijkt niet langer voldoende om de knaldrang te lenigen. Dour plant dit jaar een ‘XXL’ editie, en ook andere festivals volgen deze trend met overgave. Meer feest! Ware het niet dat de correlatie met meer kwaliteit helaas vaak zoek is: like butter stretched too thin. Onderhuids leeft de perceptie dat het vooral te doen is om de kansen te verhogen dat u zwalpend een spoor van drankbonnetjes achter laat.

Het gebrek aan visie manifesteert zich ook op andere vlakken, want zelfs nu Werchter ontdubbeld is in vier zogenaamd volwaardige festivals ontbreken bepaalde namen die in feite absolute no-brainers zouden moeten zijn. Werchter is in essentie een headlinerfestival dat teert op nostalgie, maar waarom dan de kans laten liggen om pakweg The Strokes te boeken, toch een act die al sinds 2002 (!) niet meer in België te zien was en bijvoorbeeld wel aantreedt op Primavera Sound? Blijkbaar lijkt elke configuratie waarin niet elk jaar óf Pearl Jam óf Metallica (of beide, zoals dit jaar) niet op de affiche prijken, a priori uitgesloten. Het recyclagemodel werkt. Ook Pukkelpop liet met Rage Against the Machine, diezelfde periode te zien op Rock en Seine en aldus een gedroomde evidentie, links liggen. Misschien – waarschijnlijk – om de ticketverkoop voor de kort daarna geplande show in het Sportpaleis niet te dwarsbomen. Beide evenementen verkopen toch weer uit, dus waarom niet?

Experiental economy

In een interview met Time gebruikt Carlos Chirinios, professor klinische muziek en volksgezondheid aan NYU, de term ‘communion of culture’ om de opkomst van festivals als Woodstock te duiden: de samenkomst van een groep mensen die zich identificeren met eenzelfde muziekgenre. Dat is wat festivals in essentie ook waren, nog voordat het een winstgevend format werd. ‘Zich identificeren met eenzelfde muziekgenre’ kan waarschijnlijk beter omschreven worden als ‘zich identificeren met eenzelfde subcultuur’: naast duidelijke nichefestivals als pakweg Graspop of North Sea Jazz hebben heel wat festivals hun wortels in jeugdorganisaties (denk aan Pukkelpop), en zijn dus gegroeid vanuit een soort jongerencultuur en gedeeld engagement, zonder zich noodzakelijkerwijs te vereenzelvigen met een bepaalde muziekstijl.

Het feit dat festivals zo winstgevend zijn geworden heeft veel te maken met voorkeuren van consumenten, in dezen hoofdzakelijk millennials en Gen Z, en met name de gigantische boom van de zogeheten experiental economy. Het is niet toevallig dat uit een studie van Deloitte blijkt dat jongeren die regelmatig festivals bezoeken door de band genomen tevens behoren tot de groep die ‘ervaringen’ hoger waarderen dan materiële consumptiegoederen. Het mag dus evenmin een wonder heten dat de voorbije decennia bijna alle grote festivals zijn opgekocht door groepen als Live Nation of Lollapalooza, die het het ware commerciële potentieel ervan moesten ontsluiten.

Het is natuurlijk niet mogelijk om in het kader van festivals muziekbeleving volledig los te koppelen van hedonisme en winstbejag. Tegelijk heeft een en ander ervoor gezorgd dat de gedeelde (sub)culturele waarden en beleving gekoppeld aan de festivalervaring steeds meer zijn geërodeerd. Enerzijds kan je je dan afvragen waarom festivalorganisaties daarover rekenschap zouden moeten afleggen, of anders behandeld dienen te worden dan eender welke andere economische sector. Anderzijds heeft de cultuursector onder meer tijdens de Covid-crisis meermaals haar cruciale maatschappelijke belang onderstreept. Maar waarin schuilt vandaag nog het maatschappelijk belang van een evenement als Tomorrowland of Pukkelpop? Bovendien willen we gerust sympathie opbrengen voor evenementen die hun dramatische zomers van de afgelopen jaren moeten recupereren, maar mogen we dat zeker in het geval van Pukkelpop toch met een stevige korrel zout nemen?

De nieuwe lichting

Creativiteit heeft weinig bestaansrecht in de schoot der gemakzucht. Maar met cynisme – en dus met dit artikel – maken we ons daar echter ook schuldig aan. Daarom een positievere noot, want niet alles aan de evolutie is verschrikkelijk: de groei van de livesector doet zich voor in alle geledingen van de muziekwereld, met ook een heel aantal nieuwe, onafhankelijke spelers en evenementen. We denken in eigen land alleen al aan pakweg Meakusma, Wunderkammer, All Things Music. En dat is gelukkig nog maar het topje van de ijsberg.

Ook sommige majors tonen nog steeds dat het ook anders kan. Ook bij een festival als Roskilde zorgt toenemende concurrentie weliswaar steeds meer voor een afwisseling tussen vette en magere jaren, en lijkt het aanboren van een nieuwe generatie festivalgangers met vallen en opstaan te verlopen. Toch zorgt de integratie van het festival in een vzw-structuur voor een zekere rem op de oeverloze commercialisering (van een nochtans fors winstgevend festival), wat bijvoorbeeld opvalt door het feit dat een groot deel van de catering gebeurt door jeugdorganisaties die op die manier in hun eigen financiering voorzien. In mindere mate geldt dat ook voor pakweg Glastonbury.

Finaal zullen festivals op lange termijn hun eigenbelang ook alleen kunnen dienen door zich duidelijk te positioneren en een eigen identiteit te blijven cultiveren. It is not from the benevolence of the butcher, the brewer, or the baker that we expect our dinner, but from their regard to their own self-interest. Wat als het marktsegment van de experiental economy weer krimpt? Nichefestivals zullen ongetwijfeld blijven, de majors zullen in hun eigen vel moeten snijden om te overleven. En aan dit tempo zal de stijgende trend ongetwijfeld eerder vroeger dan later haar hoogtepunt bereiken.

To be continued.

Close
Menu