Wie de heropgestarte kunstscène de laatste maanden volgt, ziet dat Maika Garnica het pad dat ze sinds 2014 bewandelt voorzichtig verderzet. Sindsdien prijkt ze regelmatig op de affiches van avant-garde kunstgebeurtenissen, gedragen door de brede counter-culture van vandaag – denk aan Meakusuma, Horst of Onderstroom, en festivals op het spanningsveld tussen beeld en geluid in onder meer De Singel en, waar kan het ook anders, in en rond het STUK in Leuven. We spraken Garnica in haar atelier in Antwerpen, en kregen een inkijk in een keramieken kabinet.
Het medium waar Garnica mee werkt is in eerste instantie klei; daarnaast golven en resonantie. De liefde voor het ene leidde tot een zoektocht naar het andere, met als centrale notie de relatie tussen de omgeving, de toeschouwer en de artiest. De indirecte aanraking wordt fysiek door middel van geluid, vertrekkend van vorm en materie.
Toen Maika Garnica in 2014 begon met het maken van objecten, liet ze aanvankelijk de toeschouwers de rol van participant – of hier, muzikant – op zich nemen. “De kleine demonstraties werden momenten van samenzijn,” zegt ze. Maar de eerste fase van de zoektocht naar het fysieke ervaren van dat geluid, waarbij de objecten tegen het lichaam gehouden moesten worden, bleek te fragiel. De focus kwam te liggen op het onderzoek naar de klankkasten zelf, of wat er binnen de schil van een instrument gebeurt. “Hoe beïnvloeden geluid en vorm elkaar?” Vandaag bespeelt ze haar instrumenten in eerste instantie zelf, nog steeds met een uitnodiging tot bijeenkomst, of worden collega-artiesten betrokken.
De referentie naar het lichaam blijft echter centraal. Tot begin deze maand was in Cas-Co Leuven Embedded Tonality te zien, in het kader van het geluidsfestival Hear Here. De kleien objecten verwezen er naar onderdelen van het lichaam, met eigen tonaliteiten en reacties op specifieke frequenties. Samen met kunstenaar Nico Dockx zette ze de eigen lichamelijkheid om in tonen, van iets visueel naar iets auditief. Na de performance die de werken in mei activeerde, volgde een theeceremonie door Prana Nibbering, met hiervoor ontworpen keramische tassen.
Een dergelijke ceremonie is een voorbeeld van hoe Garnica’s interesse wordt geprikkeld voor nieuwe creaties, zonder daarmee rechtstreeks verband te houden. “Ik vat het samen als twee manieren van werken: van binnen naar buiten, en van buiten naar binnen. Sinds 2014 ontstonden objecten vanuit een gevoel of een connectie met mezelf, met de vraag naar het produceren en ervaren van geluid. Architectuur is een voorbeeld van een vak waarbij je vanuit een bepaalde context, een bepaalde analyse, moet vertrekken. Aanvankelijk waren de referenties bij mij eerder persoonlijk, zonder veel te hebben opgezocht. Vandaag gaan de twee benaderingen steeds meer overlappen, samenvloeien en zich met elkaar verbinden.”
Zelfs al vertrek ik vanuit een intern gevoel, blijft dit verbonden met iets dat zich buiten mij afspeelt. Ik blijf het boeiend vinden om wat je voelt te vertalen in een taal van beeld en geluid.
“Wat je binnen je lichaam voelt ontstaat door wat je erbuiten ervaart. Zelfs al vertrek ik vanuit een intern gevoel, blijft dit verbonden met iets dat zich buiten mij afspeelt. Ik blijf het boeiend vinden om wat je voelt te vertalen in een taal van beeld en geluid. Gezien gevoelens heel vaak onduidelijk zijn en er onbewust misschien dingen gebeuren waar je geen vat op hebt, kan je ze niet vertalen in woorden, maar wel een antwoord zoeken in beelden en klanken.”
De vragen van een klankkast
De laatste jaren lijkt keramiek eindelijk de plaats in het canon te hebben gekregen die het verdient, na jaren van inspanningen door kunstenaars en critici. Artiesten als Gabriel Chaile, Magdalene Odundo, Theaster Gates of Seyni Awa Camara tonen de actuele relevantie, net zoals de herwonnen appreciatie voor het werk van de in 1984 overleden Ladi Kwali doet. Een verandering leek te zijn ingezet met het artikel “The Decorative Arts: A Problem in Classification” in het magazine Art Documentation, 1993. Een titel die illuster is, in een artikel over de tweespalt tussen arts en crafts – die nadien steeds minder rigide werd.
Hoewel klei en geluid de twee basiselementen van het werk van Garnica zijn, zoals ze zegt, zou het te eng zijn om haar oeuvre daartoe te reduceren. Het recent door het Middelheimmuseum aangekochte werk to hold, to carry, to walk, a sound is in die zin exemplarisch: het vat Garnica’s interesse in de invloed van lichamelijke beweging op geluid samen, maar kan dit enkel doen door een activatie van het werk in groep. Doordat het met tien gedragen dient te worden, werd het werk voor de stevigheid gegoten in brons. Het dragen en verplaatsen van de sculptuur, hertekent de relatie tot andere werken in het park. “Dezelfde vragen als degene die er zijn binnen een klankkast, werpen zich op binnen een context als deze. Het idee is hetzelfde.”
Dezelfde vragen als degene die er zijn binnen een klankkast, werpen zich op binnen een context als een park.
to hold, to carry, to walk, a sound werd geïnaugureerd in november 2021, net nadat de besmettingscijfers met het coronavirus opnieuw zakten: een tijd die vroeg om het fysiek contact radicaal te beperken. Het was ook een tijd die Garnica uitdaagde tekenen te herontdekken, als voorbereiding of maquette dan wel partituur. Sindsdien beschouwt ze het ook als autonome werken, nadat het al groeide tot een volwaardig onderdeel in het proces van een installatie. Het schikken en herschikken van de tekeningen door twee paar handen, die van haar en grafisch ontwerper Ines Cox, leidde tot de publicatie tender thoughts, waarbij de tekeningen verheven werden tot “instrumenten in een mentale ruimte die ontstaan is tussen twee mensen, door deze processen”. De mentale ruimte is in die zin ook een soort van context of architecturale omkadering.
Ook hier is het handenspel een referentie aan het lichaam, en een motief dat ook in haar videowerk voorkomt. Subtle Matter Fluid Hands toont hoe Maika Garnica en haar zus Inca de geluidssculpturen tijdens haar solotentoonstelling in Kunsthal Gent activeren, door water in een eindeloze cyclus te overhandigen. In de film Interlude, een verstilde klankvideo van Garnica en Ans Mertens, is te zien hoe enkele bewoners van een woonzorgcentrum keramische instrumenten bespelen, en hoe het zorgt voor een spel van licht en schaduw. Interlude was het resultaat van een residentie van een half jaar – tijdens de eerste coronagolf en de gekende moeilijkheden voor woonzorgcentra. Met bewoners werden workshops georganiseerd waarbij geluid en film als leidraad golden. “Resonantie is de schaduw van geluid,” was daarbij de centrale gedachte, refererend aan hoe de levens van een oudere generatie resoneren in de samenleving en bij een jongere generatie.
De stem van een ruimte
Wanneer Maika Garnica spreekt over geluid en de perceptie ervan, doen sommige gedachtegangen denken aan wat Morton Feldman schreef, en hoe hij geluiden in hun vrijheid zag als metaforen. Bij het zien van de kunstscène rondom zich, met onder meer Philip Guston en Franz Kline, ofwel kunstenaars die volgens hem hun eigen gevoeligheden zagen als artistiek startpunt, wilde Feldman een geluid maken dat “directer (direct and immediate) en lichamelijker was dan alles wat er tot dan toe was.” Het doet denken aan Garnica’s waarnemen van resonantie als schaduw van geluid, maar ook aan haar omringen door kunstenaars die werken met andere media of disciplines.
Ik zoek naar verbindingen terwijl ik mijn omgeving ervaar.
Eerder in het gesprek gaf Garnica aan dat de twee manieren van analyseren, van binnen naar buiten en vice versa, elkaar steeds vaker vinden. “Ik zoek naar verbindingen terwijl ik mijn omgeving ervaar,” zei ze reeds in 2016 in een interview met Tique. Recente installaties onderstrepen die interesse in de architecturale context: zo verbonden transducers verschillende ondergronden tijdens Garnica’s eerste solotentoonstelling bij Otty Park eerder dit jaar, waarbij trillingen door materiaal gestuurd werden en de “ruimte daardoor een stem kreeg,” zoals ze zegt. “De draden refereren naar het trekken van lijnen in de ruimte, zoals tekeningen op een stuk papier.” Voor de Magma Triennale maakte Garnica samen met Aiko Devriendt een soundwork, getiteld to feel, felt, felt, in het Musée L in Louvain-la-Neuve, door stukken uit de museumcollectie te bespelen als reactie op de brutalistische architectuur. “Aangezien het museum al zodanig vol stond, vond ik het interessant om na te denken en te spelen met de ‘tussenruimte’ tussen de beelden en objecten.” Een stap verder zal ze binnenkort gaan met het project A Wave in Blank Space, waarbij ze de invloed van geluidsgolven op de architecturale ruimte zal onderzoeken, in samenwerking met het Experimental Media and Performing Arts Center (EMPAC) te Troy, New York.
Voor de installatie, of “akoestische speeltuin”, Bounce-Interfere installeerde ze samen met Willem Coenen van Atelier Scheldeman een gipsen omkadering voor geluidsperformances, met een blanco blad als uitgangspunt. “We vertrokken van een schil, met als vragen: wat zijn klankkasten, hoe beïnvloeden ze geluid binnen een vorm, en wat gebeurt erbuiten?” De twee brandpunten waarin de geluiden samenkomen, doen de vraag rijzen waar ze beginnen en eindigen. Twee zijden van de ellips blijven daarbij ongebouwd – of een deel van het blad onbeschreven. De toeschouwer wordt daardoor aangemoedigd een eigen weg te vinden binnen de installatie, om zo onderdeel uit te maken van de performance.
Het idee doet denken aan de installatie Parabola, een voorstel van Garnica en Coenen. De schelp – of parabool – zou geluidsfragmenten uit de omgeving en het landschap opvangen en concentreren, als een “akoestische reflector”. Tegelijkertijd werd het een plek voor mensen om op of bij te zitten, en een uitkijk te hebben op de velden en de dijk. Het voorstel, dat uiteindelijk niet gerealiseerd werd, herinnert aan hoe James Turrell de omgeving probeerde te vatten in zijn installatie Hemels Gewelf, waarbij hij een plek maakte om naar het licht te kijken in een ellipsvormige krater. Eerder nog lijkt het voorstel zich op het kruispunt van Garnica’s praktijk te bevinden, waarbij de omgeving, de toeschouwers, de architecturale context en hand van de kunstenaar elkaar treffen door geluidsgolven.
De aandacht van de toeschouwer
Op Soundcloud staan enkele opnames die refereren aan (soms efemere) performances. Op die manier is het een geluidskunstwerk, zegt Garnica, waardoor het nog steeds kan bestaan als autonoom iets. Ook herinnert het aan de tijd van SUI MOON, de samenwerking tussen Chakky Kato, Senne Claes en Maika Garnica die muziekperformances uitgaf in de vorm van edities – bijvoorbeeld een glazen object met een USB-stick in verwerkt.
Stilte vergt aandacht, en versterkt de fysieke component.
Allicht is de omgekeerde vraag nog interessanter. Wat met een kleien object dat niet geactiveerd is, of rust gevonden heeft na het voortbrengen van trillingen? “Meestal is er dan een opname te horen, dus echt stil is het zelden. Zo konden bezoekers tijdens de tentoonstelling Subtle Matter Fluid Hands in Kunsthal Gent horen hoe de performance klonk. Van de installatie werd een video gemaakt in samenwerking met Thijs Paijmans, die momenteel te zien is in The Act of Breathing, de tentoonstelling in het kader van Horst.” Wat dan met stilte zelf, die steeds een onderdeel uitmaakt van de composities en improvisaties? “Stilte vergt aandacht, en versterkt de fysieke component. Het vraagt om oplettendheid, maar ook om een soort bekommernis.” Het lijkt een uitnodiging, of misschien zelfs een delicaat statement.