Bitter weinig doen lijkt nog steeds één van de hoofdingrediënten om vandaag als cultband aanzien te worden. Alas Atlas geraakt niet voorbij ‘de moeilijke eerste’ en vooralsnog blijft het ook wachten tot Geoff Barrow en zijn vrienden van Portishead na twaalf jaar nog eens de studio induiken. Volgens datzelfde criterium mogen we ook The Avalanches onder die moniker plaatsen. Na hun debuut eind jaren ’90 ligt met ‘We Will Always Love You’ nu slechts de derde langspeler van de band in de rekken. Nét te laat voor de prestigieuze eindejaarslijsten – lees #SR50 – en nét niet speelgerechtigd voor die van 2021. Geen vrees: het gevoel voor timing van deze release is gelukkig slechts één van de weinige mindere punten die men The Avalanches kan aansmeren voor hun nieuwste pronkstuk, want verder verdient deze plaat al uw aandacht.
En die zal u nodig hebben, want op ‘We Will Always Love You’ is er veel gaande. Het is een gelaagd, complex puzzelstuk dat een karrenvracht aan gastartiesten in een consistent keurslijf weet te gieten: een huzarenstuk waarvoor de Australiërs zich gerust Matthew McConaughey-gewijs op de borst voor mogen kloppen. Neem nu ‘Wherever You Go’, waar zowel Jamie XX, CLYPSO als Neneh Cherry de honneurs waarnemen. Daar waar het nummer nog op een rustig pianoriedeltje van start gaat, knettert er halverwege een zware baslijn door de speakers, zonder dat we die abrupte transformatie als storend gewaar worden: het is een trucje dat we Jamie XX al eerder uit zijn mouw hebben weten schudden.
‘We Will Always Love You’ is nog een stap verder weg van debuutplaat en klassieker ‘Since I Left You’; een uiterst psychedelisch werk dat opviel door een karrenvracht aan samples en die legendarische single, ‘Frontier Psychiatrist’. Het is een logische verderzetting van de koerswijziging die reeds op ‘Wildflower’ was ingezet: méér pop, minder psychedelica.
Een tweetal decennia na hun Big Bang klinken The Avalanches netjes gepolijst, zonder dat het te braaf dreigt te worden. Er wordt nog stééds duchtig gesampled, maar lijken de bits & pieces meer als aanvulling dan fundament te dienen. Het geeft blijk van een vertrouwen in eigen kunnen, al helpt het uiteraard dat ‘Since I Left You’ zodanig veel krediet wist op te leveren dat al die bevriende talenten met de glimlach hun stem & kunnen aan het duo uit Down Under lenen.
Die kentering naar popmuziek komt nergens beter tot uiting dan in het schitterende ‘The Divine Chord’, waarvoor Robbie Chater en Tony Di Blasi de handen in elkaar slaan met MGMT en Johnny Marr. Het resultaat is een lof- én zwanenzang – incluis kinderkoor – van een relatie die uiteindelijk zo op ‘Oracular Spectacular’ had kunnen staan. Het brengt The Avalanches muzikaal in het vaarwater waar ook Damon Albarn en zijn Gorillaz ten tijde van ‘Plastic Beach’ ook al eens durfden vertoeven. In de verte ontwaart men – zou het? – zelfs een echo van de speelsheid van ‘Random Access Memories’. The Avalanches laten wél gewoon hun tronie zien.
De welgemikte pauzes die Di Blasi en Chater inlassen zijn welkom: ‘We Will Always Love You’ is met momenten een hyperkinetisch elektronicabad waaruit de makers zelf de nooduitgangen aanreiken. Zo heeft het optreden van Tricky op ‘Until Daylight Comes’ heeft veel weg van de onfrisse gesprekken op onchristelijke uren in de rookruimte van etablissementen die specialiseren in vergankelijkheid van herinneringen. Perfect gecast, durven we dan zeggen.
De precisie en zorg waarmee The Avalanches aan de slag zijn gegaan verdient lof: thema’s als – zet u schrap – het leven na de dood, het universum en onvoorwaardelijke liefde worden zonder verpinken omarmd. Dit alles wordt doorspekt met flarden van NASA’s ‘Golden Record’; een Vlaemsch canon avant la lettre, maar dan met een intergalactisch mandaat. Met een ambitie die verdacht veel lijkt op ‘To boldly go where no man has gone before’ is het risico niet onbestaande om zich muzikaal vast te rijden in een kitscherig drijfzand. Daarvoor is ‘We Will Always Love You’ echter te breekbaar: de gelijknamige titeltrack en diens voorganger ‘Song For Barbara Payton’ zijn fragiele parels waarop wijlen Bobby Womack zeker zijn gading had kunnen vinden. Het afscheidsbericht dat opener ‘Ghost Story’ siert is een met tranen doorspekte knipoog naar ‘Alyssa Interlude’ van Vince Staples en een erg slimme aanzet van de plaat.
Resten er nog twee prangende vragen: hoe gaan ze dit huzarenstukje live ten beste geven? In het verleden werd er soms – al dan niet noodgedwongen – voor een DJ set gekozen. Dat format kieperden ze in het verleden al grotendeels door het raam en zou tout court niet meer passen bij de ambities van hun recentste worp. The Avalanches zijn één de weinige acts die er dit jaar mogelijk op vooruit zijn gegaan qua relevantie in de line-up van menig festival. Bijgestaan door een resem gastartiesten zoals Eliza Wolfgramm lijkt de weg open te liggen naar een extravagant bont allegaartje waarin genres even inwisselbaar als irrelevant zijn en dat sméékt om een zweterige festivalmassa. Ondanks de aanwezigheid Wayne Coyne verwachten we nog nét geen gigantische botsballen die door de lucht klieven. Zolang het maar geen herinneringen oproept aan die abominabele comebackshow op Primavera Sound 2016 (een veredelde dj-set, in feite).
Verder nog deze tweede overpeinzing: wat komt hierna? Het is niet alleen een existentieel thema op ‘We Will Always Love You’, maar het is ook een vraag die zich opdringt na de release van dergelijk ambitieus werk. Een stap vérder in deze richting zou een grens overschrijden die de band in het territorium der platte pop brengt waar nuances dreigen verdampen. Een copy-paste kan, maar we hebben genoeg vertrouwen in Chater & Di Blasi om te vermoeden dat ze die optie eerder links zullen laten liggen.
Bij Skyline Rev zijn we niet vies van de nodige speculatie, en daarom deze voorspelling: er heerst een sterk vermoeden dat ‘We Will Always Love You’ de Australiërs een stevige duw richting de avondslots op menig festival zal geven. Wedden?