augustus 20, 2022
Geschreven door: Stef Claes

Kevin Drumms waanzinnig 2022

‘Zacht, zachter, zachtst’ titelde onze nummer 8 uit de #SR50 van vorig jaar. Het was een beperkte ode aan de artiesten die het te felle zonlicht mijden en het werken aan miniaturen verkiezen. Miniaturen die paradoxaal genoeg zowel extreem maximalistisch als ingetogen kunnen klinken. En laat ons eerlijk zijn: je zou deze thematiek sinds de democratisering van de muziekproductie elk jaar in de eindejaarslijsten kunnen opnemen. In die mate zelfs dat de overvloed aan – toegegeven, soms bijzonder sterke – releases heeft geleid tot een met tussenpozen verlammende ambientmoeiheid bij onze redactie, maar ook bij andere redacties wereldwijd (zie ook datzelfde stuk uit de #SR50). Echter: zoals elk inhoudelijk consequent medium zijn ook wij hypocriet. Er is gewoon te veel dat het gemeden zonlicht wél verdient, ook al blijft de artiest in kwestie liever in de schaduw. Zo geldt ook voor de droogste live-act die we de laatste tien jaar mochten aanschouwen, nu ja, voelen eigenlijk.

“Were you rushing or were you dragging?”

Kevin Drumm dus. Een naam als een Tom. Al te eenvoudige woordspelingen ten spijt kwam Drumm in oktober 2014 doodkalm het heilige Jazzhouse-podium in Kopenhagen op gesloft, in het kader van het ActionJazz Festival dat Paal Nilssen-Love cureerde. Alsof hij op zijn versleten tuinstel ging zitten, klapte hij zijn Macbook open, en begon met een ijzingwekkende klik aan wat een intense studie van white noise bleek. Ruis, sound effects, hier en daar een hint naar een bastoon, bijna-melodieën die louter de manipulatie van tientallen filters blijken in te houden. Of hoe een menselijk brein zelfs al is er niets koste wat het kost iets creëren wil. Drumm was in 2014 uiteraard lang niet aan zijn proefstuk toe. ‘Sheer Hellish Miasma’, ‘Second’, ‘Electronic Harassment’, en (letterlijk) honderden andere samenwerkingen, releases en rariteiten gingen de show vooraf, maar ook een geschiedenis als pionier in het ‘bespelen’ van prepared guitars – je weet wel, van die gitaren met Sonic Youth-haarspelden, schroevendraaiers en radio’s in verwerkt. Waarom dan schrijven over Kevin Drumm, hoewel ambient-moe en terwijl het – als het dan toch over Music for Airports moet gaan – even goed zou kunnen gaan over Kali Malones fenomenaal ‘Living Torch’ of pakweg Finals nieuwste? De betere vraag is: wie van deze artiesten mag zich de bedenker van een installatie op Documenta XI noemen? Juist ja, dat dachten we al.

“Start counting!”

Waarom nù Kevin Drumm belichten is een betere vraag, maar ook die is eenvoudig te pareren. Want laten we meteen een kat een kat noemen: Drumm heeft (opnieuw) een onvergetelijk volwaardig album uitgebracht. ‘120121’ is de onvolmaakt aandoende titel van het werkstuk, dat opgedeeld is in zes eerder feitelijke delen (‘Grey Screen’, iemand?). Het album verdient zoals steeds bij Drumm de nodige aandacht. Luister het geheel een keer plomp verloren terwijl je de strijk doet of een neurotisch uitgestippelde joggingtour aflegt, en je riskeert niet te beseffen dat er muziek speelt. De sound is echter bijzonder dens, op een manier die overweldigend kan zijn bij hoog volume, en even goed nietszeggend bij laag volume. Laag per laag creëert Drumm een verraderlijk stilleven. Denk visueel aan de actuele grafieken over de prijsbepaling van energie. Cumulus in plaats van calculus. Het is een soort ultradynamica die zich statisch voordoet aan de oppervlakte, zoals de eindeloze trillingen van de vleugels van een ter plaatse trappelende bromvlieg stil lijken te staan. Enkel ‘C’, het vijfde stuk, doet die trillingen ook effectief hoorbaar moduleren. Het heeft het absurde effect dat pas na een uur luisteren een soort onrust binnensluipt. ‘120121’ is een instant classic.

“I was there to push people beyond what’s expected of them. I believe that’s an absolute necessity.”

Wie op Drumms bandcamp kijkt, ziet dat hij aan subscribers “will receive all releases (1 to 2 per month) occasional studio outtakes, photos, text (if any) associated with the release + brief videos of things happening in the studio during the recording process… exciting!” Een tot twee per maand, laat dat even bezinken. En het is niet gelogen, want naast ‘120121’ kwam ook de driedelige PCM-reeks uit in deze zomer, net als het eerder opgenomen maar nu pas afgewerkte ‘BPVV’, ‘MATTER’, enzovoort. Het is bijna niet bij te houden. Waarom in godsnaam zoveel releases? De vaak aleatorische methode van de elektroakoestische artiesten zal een groot deel van het antwoord zijn. Eens een instrument in ruime zin – of dat nu een gitaar, een analoge synth of een oververhitte laptop is – prepared is, in welke zin dan ook, kan het spelen beginnen. En spelen doet Drumm, van tergend trage tektoniek (zie vooral ‘PCM 3’) tot aan Blanck Mass verwante noise, al wordt het nergens meer zo heerlijk gortig als op het nu al legendarische ‘Impish Tyrant’ uit 2004. Om de ‘avant’ in ‘avant-garde’ te verdienen, moet je wel voor op schema blijven, dat spreekt. Een dergelijke arbeidsethos combineren met een strakke methode is bijzonder effectief.

2022 is met andere woorden een echte grand cru voor Kevin Drumm. We hadden het natuurlijk moeten zien aankomen. Want het treft: ook maatschappelijk lijken we op een krimpende ijsschots richting Sheer Hellish Miasma te schuiven, soms zachtjes aan, dat zeker, maar vaak openlijk en schijnbaar zonder enige weerstand. Voor we het weten is er niets meer over, behalve de niet aflatende stroom releases uit Chicago. En wees gerust: zo zal het vast geen pijn doen, en zelfs licht behaaglijk zijn. Maar weet dat je, net zoals je aan ijs te verbranden, ook door overmatige verstilling doof kan achterblijven.

Close
Menu