Het stof van de #SR50 is nog maar ter aarde wedergekeerd, en daar verschijnt reeds de volgende meta-analyse aan de horizon. Eén van een moeilijkere aard: waar de #SR50 zich louter berust op retrospectie, is onderstaande beschouwende oefening van een predictief allooi: een blik op de toekomst van het livegebeuren anno 2023.
De artiest zwoegt of zwelgt
Dat zelfs gevestigde waardes de afgelopen jaren zwarte sneeuw zagen, is iets dat we recent nog in onze jaarlijkse terugblik aanhaalden. Steeds vaker kijken artiesten naar de financiële prognoses gelinkt aan hun tour en moeten dan jammerlijk concluderen dat maanden de baan opgaan niet rendeert en vaak zelfs gepaard gaat met verlies. Het adagio dat het verlies aan inkomsten als gevolg van het streamingmodel gecompenseerd wordt door het touren lijkt dus dood en begraven.
Surprise surprise: in 2023 lijkt er op dat gebied geen verbetering op komst. Akkoord, de stijgende prijzen en kosten gekoppeld aan touren stijgen dan weliswaar minder snel, maar nemen nog steeds toe. Dat in dergelijke penibele omstandigheden naar een boeman wordt gezocht, hoeft niet te verbazen. Dat de vinger daar steeds vaker in de richting van The Big Corporate Evil gaat evenmin. Gratuit, of ligt er wel degelijk een kern van waarheid in die beschuldiging?
Dé naam die in dergelijke discussies vaak valt, is die van Ticketmaster. Dat het bedrijf recent nog eens op de radar van het Amerikaanse Department Of Justice verschijnt is in inderdaad mooi meegenomen voor de tegenstanders. Ticketmaster – en moederbedrijf Live Nation Entertainment – worden vaak weggezet als monopolies, alsof het een punt is dat de discussie meteen beslecht.
Er zijn twee verwijten die vaak terugkomen: de service is bedroevend én het bedrijf lijkt steeds vaker frustrerende praktijken zoals dynamische ticketprijzen te hanteren. Een voorbeeld van die ondermaatse dienstverlening werd in november pijnlijk duidelijk, toen de ticketverkoop van Taylor Swift met veel poeha van start ging, maar al snel tot tweemaal toe tot een vroegtijdig einde kwam. Paddenstoelgewijs doken de felbegeerde tickets op bij herverkopers, uiteraard met een stevige marge inbegrepen. Een drama in Swiftieland.
Dat het kopen van concerttickets vaker meer weg begint te hebben van het boeken van een zitje op een Ryanair-vlucht richting Marbella ligt echter vaak nog zwaarder op de maag, en dat komt – hoe men zich ook draait of keert – niet enkel door Ticketmaster. Consternatie alom toen Bruce Springsteen dynamic pricing gebruikte om zijn tickets aan de man te brengen. Plots gingen er zitjes voor een slordige 4.000 dollar over de toonbank om de man of the people aan het werk te zijn. ‘The Boss’ werd plots wel een erg cynische bijnaam.
In het kransje supersterren is hij echter niet de enige die er – terecht, zo blijkt – vanuit gegaan is genoeg krediet of fans te hebben die vergevingsgezind zijn om dergelijke keuzes door de vingers te zien. Ook Coldplay en Harry Styles, de koning van 2022, deinsden niet terug. Vaak worden dergelijke keuzes verantwoord met het argument dat zo’n winstmarges anders toch maar in de portefeuilles van scalpers eindigen, niét in die van de hardwerkende artiest.
Dat mag met de opkomst van het ticket-op-naam toch stilaan een sofisme genoemd worden. Bands zoals Rammstein – in datzelfde kransje supersterren – implementeren dit al geruime tijd. Ticketmaster – zich maar al te bewust van het imagoprobleem waarmee het te kampen heeft – liet fijntjes optekenen dat praktijken zoals dynamic pricing altijd in samenspraak zijn met de artiesten, die tevens de marges van de prijzen bepalen alsook het percentage van tickets die op dergelijke wijze over de toonbank mogen gaan.
Wanneer men dus met de beschuldigende vinger naar Ticketmaster wijst, zou men om consequent te zijn toch ook minstens een verontwaardigde blik moeten werpen richting de muzikale helden – en zeker richting Bruce Springsteen – die dergelijke systemen implementeren. But ’till then, tramps like us, baby we were born to run!
Bereid u in 2023 voor op méér artiesten die overstag gaan en dergelijke praktijken implementeren. Dat u daarbij vloekt – net zoals bij een nachtelijke Uberrit die plots duurder is geworden – zal daaraan vermoedelijk weinig veranderen. Uiteindelijk wil je toch thuis geraken? Dergelijke kille marktlogica wordt dan wel makkelijk onpersoonlijke, logge structuren aangewreven, maar lijkt dus evenmin voorbij te gaan aan zij die voor volle stadions het lot van de kleine man/vrouw bezingen.
Het zal wringen voor het merendeel van de artiesten die zelf niet de invloed hebben om überhaupt zulke praktijken te overwegen, horrorbeelden van een lege zaal indachtig. Aan de uiteindes van de aanbodcurve deelt men enkel de meewarige blik naar de overkant. Verwacht in 2023 dus méér berichten over tours die niet door kunnen gaan, of die in een kalere bezetting moeten rondtrekken.
Anders gesteld: de top van de piramide wordt verder obsceen rijk, de basis van de piramide brokkelt verder af en de fan slikt en geeft een groter deel van zijn of haar besteedbaar inkomen aan livemuziek. Waarop dan maar bespaard zal worden? Wie zal het zeggen. Misschien kleinere shows in kleinere zaaltjes? Of barst de bubbel door de recessie? Of, of of: moeten we niet gewoon met z’n allen weigeren om hieraan mee te doen en Springsteen de vinger tonen? Een bewonderenswaardig maar weinig realistisch scenario.
Het lot van de luisteraar
Dat deze tendensen voor de muziekliefhebber bezwaarlijk goed nieuws te noemen zijn, hoeft niet te verbazen. Langs beide kanten wordt u gerold: de grootheden rekenen steviger dan ooit door, en de alternatieven graken mogelijk niet tot in uw contreien.
Alles goed of consequent doen, betekent als muziekfan jezelf ook in de voet schieten. Maar op zich komt het wel neer op: méér naar losse zaalshows gaan in plaats van festivals van youknowwho, albums bij de artiest zelf kopen, en Bandcamp verkiezen boven Spotify.
Conclusie: een boycot is bewonderenswaardig, maar zelfs Pearl Jam wist in de jaren ’90 dat het een oneerlijke strijd was. Geheelonthouding is immers een ontzeggen der geneugten des levens. Het is evenwel ook een nobele zaak om te strijden tegen de genoemde tendensen, want anders wordt muziek een schrale boel die volledig bepaald wordt door de eerder besproken actoren. Denken dat het enkel een kwestie is van winst, maar dat de artistieke integriteit & kwaliteit onaangetast blijft, is op z’n zachtst gezegd optimistisch.
Daarom een voornemen voor het nieuwe jaar om uw geweten te sussen terwijl u zwetend in de wachtrij van de ‘Love On’-tour van Harry Styles zit en vloekt op de exuberante servicekosten die u pas op het einde van de rit voorgeschoteld worden. Plan na het begaan van de zonde een bezoek aan de derde incarnatie van de weinig talentvolle band van uw buurjongen en schaf hun EP aan. Aflaten zijn immers van alle tijden.
Uitgelichte afbeelding uit ‘Mr. Robot’.