”I don’t know why I don’t want to transform”, zingt Daniel Lopatin op ‘Long Road Home’. Met ‘Magic Oneohtrix Point Never’ maakt hij de staat op van zijn artistieke carrière tot dusver.
Somehow the music we all grew up listening to doesn’t relate to our adult reality and our new dreams. The music we grew up with doesn’t speak for us
Uit ‘Cross Talk II’
‘Doesn’t the sky look like maps to our house? Doesn’t the sea look so empty?’ Wie Oneohtrix Point Never kent van de vroege vapor wave-jams en de claustrofobische zwart-witexperimenten op ‘Replica’ zal vast even moeten wennen aan de romantiek waar dit album van doordrongen is.
Toch is – eerder dan het ontmenselijken van emotie – het zoeken van emotie in ontmenselijkte dingen een constante in Lopatins werk, en dat is op ‘Magic Oneohtrix Point Never’ niet anders. Zo zien we in de videoclip voor ‘Long Road Home’ hoe een kinderlijke stopmotionfilm ontaardt in een macaber liefdesspel tussen twee demoonachtige figuurtjes – een vreemd schouwspel dat net door de muziek iets teders krijgt.
Artefacten uit de populaire cultuur van de 80s en 90s maken nog steeds een onlosmakelijk deel uit van Lopatins esthetische taal: de VHS-effecten en ruis zijn meer dan een ironische knipoog; ze scheppen een warm en nostalgisch kader. Maar voor het eerst refereert Lopatin ook aan eigen werk: het artwork voor ‘R+7’ dient als decor, het demonische is een knipoog naar ‘Garden of Delete’, terwijl het warme kleurenpalet en de strijkers aan ‘Age Of’ doen denken.
Op het einde van de liefdesdaad versmelten de twee figuurtjes op ‘Long Road Home’ tot iets nieuws. Dat idee van transformatie is ook elders prominent aanwezig. Op ‘Shifting’, bijvoorbeeld, met een hijgende gastbijdrage van Arca: ‘Push forth/Through the membrane/Licked lips/In the face’. Of neem de weidse sonische landschappen die in elkaar overvloeien op ‘Wave Idea’ (sorry, maar dit soort muziek valt nu eenmaal moeilijk te beschrijven zonder ruimtelijke metaforen). Of op ‘Imago’, waar een eenvoudig geloopte sample zich ontpopt tot een ambientsymfonie met Mahleriaanse allures (‘imago’ is tevens de naam voor het laatste ontwikkelingsstadium van insecten, waarbij ze uit hun exoskelet breken en -jawel- vervormen).
Toch bevat ‘Magic’ ook heel wat nummers die echt als song geconcipieerd zijn. In die zin is dit album een mooi huwelijk tussen de collagekunst van ‘Replica’ en de strofe-refrein-strofevormen die er op de laatste twee platen zijn ingeslopen. Voorbeelden van die laatste categorie zijn op ‘Magic’ de mooie power ballad ‘I Don’t Love Me Anymore’, ‘I’m Lost But Never Alone’ -dat klinkt als een nachtelijke autorit met ‘Violator’ van Depeche Mode op repeat- of ‘No Nightmares’, met een gastbijdrage van niemand minder dan The Weeknd. Dat laatste nummer is de belangrijkste cesuur in het album, wellicht niet toevallig net in het midden, en tevens het moment met het grootste FM-potentieel.
Lopatin verstaat nog steeds de kunst van goed gekozen songtitels, die de beeldende kracht van zijn muziek accommoderen. Wat dacht u van vroegere pareltjes als ‘Melancholy Descriptions of Simple 3D Environments’ (op ‘Rifts’), ‘Boring Angel’ (‘R+7’) of ‘Last Known Image of a Song’, een van de pareltjes op ‘Age Of’, waarmee hij het muzikale retrofuturisme van Oneohtrix in zes woorden beter heeft weten te vatten dan eender welke recensent dat ooit zou kunnen. En zo is er op ‘Magic’ ‘Tales From the Trash Stratum’, een titel ontleend aan Philip Dick: ‘Symbols of the divine show up in our world initially at the trash stratum.’ Ook dat -een obsessie voor het lelijke, het abjecte, het afgedankte- is iets dat centraal staat in het creatieve proces van Lopatin. ‘There are lots of different kinds of music in America but background music is the heart and soul’. Eerder dan (post-)ironisch te koketteren met muziek die als minderwaardig beschouwd wordt, verheft hij smakeloosheid radicaal tot kunst. Bijgevolg worden en passant categorieën als kunst en kitsch in vraag gesteld.
‘Magic Oneohtrix Point Never’ is niet één lange meeslepende trip zoals ‘Garden of Delete’. Het is ook geen Escheriaanse mindfuck zoals ‘Replica’, en de stilistische verfijndheid van ‘Age Of’ en ‘R+7’ verdwijnt ten voordele van een meer gevarieerd doch minder memorabel geluid. Maar dit album is wél een mooie staalkaart van Daniel Lopatins artistieke ontwikkeling de voorbije tien jaar, alsook zijn meest toegankelijke plaat tot dusver. Met andere woorden: de ideale instapplaat voor wie het universum van Oneohtrix Point Never wil leren kennen.