Chris Corsano. Het is een naam als een klok voor de geoefende liefhebber van alles wat vitalistische, experimentele percussie behoeft. Van een koppige 13-jarige autodidact groeide Corsano uit tot waarschijnlijk één van de meest invloedrijke drummers in de westerse wereld. Zijn absurde staat van dienst lacht je ondertussen in je gezicht uit: solo-albums, samenwerkingen met Nels Cline, Merzbow, Sunburned Hand Of Man, Heather Leigh en Okkyung Lee, en meer dan 1000 live-verschijningsvormen. En toch is elk nieuw Corsano-album een heus ‘event’, of zou het dat toch moeten zijn. ‘Made Out Of Sound’ (ditmaal met Bill Orcutt van onder meer Harry Pussy) is opnieuw zo’n album dat weigert los te laten.
Het is amper te geloven dat ‘Made Out Of Sound’, vorige maand bij Palilalia Records uitgekomen, op afstand opgenomen werd. Het halfuur aan complexe, maar innemende en soms zelfs mooie composities spuwt het woord ‘live’ immers in ieders gezicht. Het is een ode aan de betere professionele samenwerking, dat zeker, maar vooral een uiting van het essentieel collectieve karakter dat het creatieve proces kenmerkt. Corsano weefde de subtiele, glasheldere backbone voor het album bijeen in Upstate New York, waarna Orcutt met zijn typerende gitaarklank in het immer vochtige San Francisco de circulariteit van het idee van de ‘not-not-jazz’ verder onderschreef. Corsano en Orcutt bewijzen in één klap nogmaals dat ‘collectief’ niet ‘fysiek samen’ hoeft te betekenen. De echte kracht van het duo schuilt in de drang om de ander naar een constante meerwaarde te stuwen, zonder de nodige muzikale ruimte te ontnemen. ‘Thirteen Ways Of Looking’ is daar een goed voorbeeld van; een cirkelende, hypermelodische gitaarlijn die Corsano aanvult met de meest verrukkelijke fills die u in het jaar des Heren 2021 zal horen. Quite. My. Fucking. Tempo.
De twee immens productieve geestesverwanten zijn – uiteraard, durven we zeggen – niet aan hun proefstuk toe. Het uitzinnige ‘Brace Up’ uit 2018 is een nog minder vlotte hap. Het album is wat At The Drive-In met het stoeltje van Robbie Williams deed bij Jools Holland. Of voor wie dat te vaag is (helaas faalt Youtube hier): het is wat Toni Kroos en Sami Khedira met het Braziliaanse middenveld deden in Belo Horizonte in 2014. U vat het beeld vast. Corsano’s drumwerk is op ‘Brace Up’ een kruising tussen de gedrevenheid van Jo Jones en de stuwende kracht van Mitch Mitchell, wat ook al in zijn overdonderende samenwerking met saxofoniste Mette Rasmussen (check zeker ‘All The Ghosts At Once’) tot uiting kwam. Als we nog iets verder terugkijken, vinden we het eerder aan Harry Pussy verwante ‘The Raw And The Cooked’ uit 2013, een album dat de live-esthetiek van Orcutt en Corsano – een soort verklankte paniekaanval te midden van een veel te drukke kamer – het beste omvat. Geen zorgen, het betreft géén structuralistische stijloefening à la Lévi-Strauss. Eerder is ‘The Raw And The Cooked’ het ‘zetten’ van een esthetiek die niet eens erg ver staat van wat J.K. Simmons met een vileine twist en Orcutt op een meer aanvaardbare wijze laten uitkristalliseren in de sound van hun drummers.
Het zijn Corsano’s drums die ook in weinig behapbare passages zoals de noise-performances met onder meer Bill Nace en, jawel, Thurston Moore hints naar kernachtige structuren geven en enige houvast bieden. Waar releases als ‘The Raw And The Cooked’ de melodie ‘breken’ wanneer die eindelijk aan de oppervlakte komt, lijkt ‘Made Out Of Sound’ Orcutts bluespatronen open en bloot neer te leggen. Uiteraard om ze daarna stuk voor stuk opnieuw te verbrijzelen in een ziedende tyfusherrie.
Corsano gaat echter nooit gratuit all-in. Op zijn geliefde Hated Music gaat hij aan de zijde van Paul Flaherty vaak louter voor de kleur en textuur van de compositie, wat resulteert in interessante, maar even goed irritante luisterervaringen. Want ‘vrijheid’ staat centraal in Corsano’s aanpak. En dat kan de onneembare vesting ‘free jazz’ (in canonieke zin) betekenen, maar even goed het psychedelische, avant-gardistische deel van pop en rock, getuige ook de legendarische Volta-tour in 2007-2008 die misschien wel Corsano’s bekendste wapenfeit werd.
Het grote vrijheidsideaal durft al eens te verlammen, maar niets is minder waar voor Corsano. Hij heeft bijdragen op meer dan 120 studioreleases op zijn naam staan, en het gaat meestal niet om kleinere bijrollen. De haast obsessieve arbeidsethos die Corsano aan de dag legt, brengt natuurlijk het risico met zich mee dat veel goed materiaal ondergesneeuwd raakt. Zo zouden we bijna vergeten dat Corsano het meer uitgekiende en hermetische niet altijd schuwt. Samen met Sir Richard Bishop en Ben Chasny vormt hij bij enige vrije tijd het powertrio Rangda, dat mathrock-teloefeningen aanvult met de betere Frank Zappa-riffs.
‘Made Out Of Sound’ is ergens het perfecte huwelijk tussen de hated music en het meer conventioneel–melodische. Orcutt en Corsano slagen erin om wat onmiskenbaar ‘moeilijk’ is te doen klinken als de pastorale, zij het in de versie van Eric Chenaux, om maar iemand te noemen. We noteren deze alvast met stip voor de #SR50. U toch ook?