Eartheater, Steven Wilson, Greg Fox, Sir Richard Bishop, Jim O’Rourke, Earth, BJ Nilsen, Andrea Belfi, Lieven Martens Moana, Machinefabriek, Magik Markers, Jozef van Wissem, Orphan Fairytale, DJ Flugvel og Geimskip, The Space Lady, Inox Kappell en Oren Ambarchi zijn sommige van de namen die opgetreden hebben in of ooit rechtstreeks met Extrapool samenwerkten. Een track record die leest als een line-up van menig droomfestival.
Extrapool is een kunstenaarsinitiatief annex wereldvermaarde stencildrukkerij (Knust Press), pal in het centrum van Nijmegen. Nog net Nederland, maar in feite dichter bij het bruisende Ruhrgebied dan de Randstad. Een unieke positie die van Extrapool zowel hidden gem als wereldspeler maakt. Naast tentoonstellingen en performances is Extrapool ook een plek voor concerten -zelfs in coronatijd. Maar het was al even geleden dat een muzikaal project er integraal ontstond.
SOON gebruikte vier dagen lang de geluidsstudio van Extrapool, met als resultaat een EP van twee tracks die ook op vinyl verschijnt. Daarvoor maakten ze gebruik van het instrumentarium van Yuri Landman, die met zijn Soundlabs zelfgemaakte instrumenten heeft die in binnen- en buitenland sporadisch gebruikt worden. Ook voor de tweede residentie onder de noemer Extratool zullen zijn contraptions het uitgangspunt voor de artiest(en) zijn. Extrapool heeft de smaak dus te pakken wat betreft residenties die tot nagelnieuw werk leiden. Voor de vorige moeten we terug naar 2010.
Landmans instrumenten doen denken aan de verknipte gitaren van Sonic Youth. Dat hoeft niet te verbazen, want hij bouwde ooit een gitaar voor de legendarische band uit New York. Wat SOON erop produceert, klinkt als iets tussen Autechre en Köhn in, maar het is vooral overduidelijk analoge muziek. SOON is Liú Mottes en Jochem van Tol, een duo dat normaliter vanuit Amsterdam opereert. Improvisatie en het gebruik van ruimte zijn rode draden in hun muziek. Deze EP is representatief voor wat Extrapool voortbrengt, cureert of programmeert op muzikaal vlak, maar tegelijk geldt die representativiteit maar voor een fractie van wat er staat of heeft gestaan. Het kunstenaarsinitiatief heeft een traditie binnen het extreem experimentele en zelfs aan ousider art grenzende, maar de kunstenaars die er aan het werk gaan zijn tegelijk nooit vrijblijvend. Bovenal moet je in Extrapool nooit voorspelbaarheid verwachten. Een duidelijke signatuur misschien wel, maar die kan oneindig veel vormen aannemen.
DIALECTIEK
Wat Extrapool met alle kunstvormen die het een forum geeft, weet te bereiken, is een unieke wisselwerking. Extrapool wordt (tijdelijk) een deel van de artiest en omgekeerd. In het pand zijn ook slaapruimtes voorzien voor residerende artiesten, terwijl bij publieksbezoek podium, personeel, vrijwilliger én artiest vaak in elkaar lijken op te gaan. Het is een ‘horizontale’ benadering die uiteraard ook een zekere vaagheid en onuitgenodigd mysterie met zich meebrengt, maar vooral een vruchtbare voedingsbodem blijkt te zijn. De ontwikkeling van de kunstenaar is er net zo belangrijk als het publiek.
Zie je een naam bij Extrapool staan, dan mag je die meestal alvast noteren. Niet voor meteen, maar voor over enkele jaren. En het gaat zelden om artiesten die ook commercieel succes bereiken (wat betekent zoiets nog in Spotify-tijden), maar des te meer om namen die pardoes in een eindejaarslijst van The Wire , The Quietus of een line-up van Meakusma, Rewire of Le Guess Who? verschijnen. Opnieuw: vaak jaren later.
Het geheim van deze vooruitziendheid? Programmeur Herman van den Muijsenberg -zelf goed voor 10 jaar ervaring op de meer dan 30 jaar die Extrapool al bestaat- heeft daar uiteraard een mening over: “Extrapool mag zich gelukkig prijzen met een ruim internationaal netwerk van muzikanten en kunstenaars. Vaak zijn zij het zelf die via de verhalen van lokale collega’s over onze plek hebben gehoord. Op deze manier worden we steeds gevonden door gelijkgestemde kunstenaars.”
Extrapool kent haar oorsprong begin jaren ’90, maar Knust Press ontstond zelfs vroeger, in de rumoerige jaren ’80 en als kraakpand, toen Nijmegen nog een écht gevaarlijk links bastion was. De stad was na de Tweede Wereldoorlog ook een pionier van de LGBT-strijd en de kraakbeweging. Ook vandaag vind je in de buurt van Extrapool niet toevallig De Klinker en De Onderbroek, notoir linkse panden met een rijke geschiedenis. Nijmegen is mede dankzij dat verleden een plek waar Extrapool, ondanks de schijnbaar gemarginaliseerde rol dat het binnen een immer commerciëler wordende culturele sector speelt, kan blijven gedijen. Al dient ook hier herhaald worden: wat bij Extrapool passeert -ook non-muzikaal- haalt later vaak de bekendere culturele ruimtes, waar het grote geld zit.
OORSPRONKELIJKHEID
Niet alleen artiesten met naam, ook andere culturele vrijhavens doen -vaak minder lang- wat Extrapool met de residentie-serie Extratool opnieuw heeft opgepikt. Denk maar aan Les Ateliers Claus in Brussel of het onvermijdelijke Cafe OTO in Londen. Met name door KNUST Press krijgt Extrapool daar een belangrijke extra-muzikale dimensie bij, die op haar beurt ook weer leest als een who’s who van de moderne illustratiekunst: Jeroen de Leijer, Karel Martens, Jad Fair (van Half Japanese), Mary Jo Bole, Gijs Frieling, Hansje van Halem, Koen Taselaar…Tegelijk zorgt dit voor de unieke kruisbestuiving die door Extrapool wordt aangeduid als sound-art-print, niet zelden tijdens éénzelfde event.
Experimentele kunst is geen monopolie van de grote instellingen die vaak het geld hebben om grandioos verlieslatende performances of tentoonstellingen op poten te zetten. Hoe dieper je graaft in die wereld, hoe meer je beseft dat het tegendeel eerder waar is. Het zijn instellingen als Extrapool, maar ook KRAAK in België, waar grotere spelers als De Beursschouwburg of de bekendere, hippe Randstedelijke festivals en clubzalen voor hun inhoud op steunen. Het belang van hun rol in de genese en consolidering van nieuwe projecten en artiesten die vaak hun eerste live-stappen zetten -al dan niet buiten hun land van oorsprong- kan niet onderschat worden. Het is vaak in de luwte van de provincie dat kunst de kans krijgt om te mislukken.
NA CORONA
Het live-weekend van Extratool 1 -de albumrelease van SOON als het ware- moest eind oktober uitgesteld worden met dank aan het ook in Nederland dramatische coronabeleid. Dat hebben we dus nog te goed, maar een volgende Extratool zit er tegelijk ook al aan te komen. Van den Muijsenberg laat in afwachting van de nieuwe agenda alvast deze interessante redenering optekenen, immer kenmerkend voor de sérieux waarmee Extrapool kunst benadert: “Ik probeer de nummering van extratool edities te vermijden. Dat heeft te maken met het ontwerp van de plaat. Die heeft een andere telling. De eerste plaat heeft aan de ene kant een 1 en aan de andere een 2. De volgende plaat heeft 3 en 4, enzovoort. Dit is het concept van Jacob Hoving, die in Yale trouwens les had van onder andere Karel Martens. Zijn conceptueel grafisch ontwerp geeft een gefundeerde visuele leidraad aan de serie. De nummering verwijst namelijk naar de harmonieleer waar de instrumenten van Yuri op zijn gebaseerd. Elke nieuwe snaardeling levert een andere sweet spot op bij de instrumenten. Deze punten hebben kleuren meegekregen. Deling 3 is bijvoorbeeld rood. En zo zal ook het derde nummer uit deze residentie een rode vormgeving krijgen.”
Extrapool cureert ook buitenshuis, met name voor het Valkhof Festival. Volgens de bescheiden mening van deze redacteur het beste gratis muziekfestival. Ter wereld. Gezien de relatieve kleinschaligheid ervan, is het bidden dat er straks net genoeg internationale artiesten kunnen toeren en Valkhof die sweet spot (daar heb je ‘m weer) weet te raken waarin internationale toppers uit het alternatieve circuit en een min of meer normale festivalervaring elkaar ontmoeten.
Naar mijn mening hebben plekken als Extrapool en andere kleine zalen of ”kunstenaarsinitiatieven” een des te grotere rol te spelen in deze tijden, zelfs al moeten ze hun toch al beperkte ruimte anders gebruiken en minder mensen toelaten. Maar verhoudingsgewijs is er sprake van een ‘omgekeerd schaalvoordeel’. Het is één van de weinige corona-silver linings, ten minste, als de situatie enigszins stabiel blijft. En dat is nu dus het grote vraagteken: ”We merken in deze beperkende tijden hoe klein de toonzaal van Extrapool werkelijk is. Om afstand te kunnen waarborgen tussen de bezoekers werken we met vaste plaatsen en nieuwe vormen. Tegelijk hebben we het geluk dat we slechts heel beperkt van deurinkomsten afhankelijk zijn. Dat laat ruimte om onze experimentele programmering ook toegankelijk te maken voor een kleiner live publiek ofwel – en enkel daar waar het de inhoud niet schaadt – te vertalen naar een anderszins coronaproof vorm. Hoe dan ook blijven we ons inzetten om experiment een podium te geven.’’
De volgende editie van Extratool is met Albert van Abbe en David von Bahr; Extrapool programmeert in vredestijd elk laatste weekend van de maand drie dagen vol sound-art-print doorheen de hele ruimte.