april 12, 2022
Geschreven door: Victor Goemans

Rewire 2022: jizzjazz, het rariteitenkabinet en met Pete op de beat

Het is ook werkelijk geen doen meer: het gidsland Nederland heeft geen apothecaire dienstverlening die naam waardig meer op zaterdag. En u moet weten dat (vg)’s gekloofde lippen evenzeer brandden als ons gezamenlijke verlangen naar de Muziekkunst met grote M in de vroege lente. Kunst die Rewire steeds met een dikke viltstift onderlijnt. Maar ‘s-Gravenhage is naast het verhevene ook het actuele: het Malieveld, het Binnenhof en Paleis Noordeinde. Enfin, (vg)’s lippen brandden dus en zijne oren tuitten. Kuierend door de straten met vaak naargeestige namen (Assendelft, Slijkeinde, Geest,…), op zoek naar de medische verlossing, komen we langs een winkel vol Napoleontische wapens, zompige ansichtkaarten en strohoeden. Het Rariteitenkabinet is een niemendal, maar koosjer en met een zekere precisie ingericht. Het is een wereld die ons even bijzonder ver van Rewire-ankerpunten Amare, het Paard of de Lutherse Kerk brengt. Het is op dat moment, wanneer de deurbel van het kabinet onze uittrede luidt, dat (vg) sprak en gesproken heeft: “de Wereld van Rewire is maar net een Rariteitenkabinet. Jizzjazz, het Rariteitenkabinet en met Pete op de beat”.

Jizzjazz

Jizzjazz (een term tevens gebezigd door het onvolprezen True Champions Ride on Speed, maar daarover in de komende weken meer) is wat je volgens reddit ‘a little jazzy and a little creamy‘ noemen mag, maar Jameszoo en zijn Blind Quartet maken daar aan het Spui heel wat meer jazz dan cream van. Mitchel van Dinther en virtuoos met een flow als Filip Joos Niels Broos leiden een boppend theater de avond in op klapstoeltjes, en zo hoort het maar net. ‘Je meteen meetrekken in de muzikale identiteit van de dag’ heet zoiets. Het is een rol die op zondag is weggelegd voor FUJI|||||||||||TA, zij het op een lichtelijk andere wijze ingevuld. Yosuke Fujita is een man van de elegantie, en elegantie betekent ook: op dag drie van een festival de mensen een rustpunt gunnen. Met zijn zelfgemaakt pomporgel (u las het vast al een keer of honderd) brengt hij het muzikale equivalent van de cha-no-yu in een afgeladen volle Korzo Zaal, die we met een sterke vorm van empathische armstijfheid buiten gingen. Het leidde tot een doortastende lezing van kompaan te lande (sv): ‘knap dat hij heel de tijd zelf moet pompen’. Heel de tijd meeknijpen met de vuisten is ook wat (vg) bij Slumberland en Sainkho Namtchylak doet om de strijdkreten van de 64-jarige (!) Mongoolse stemartieste te verinnerlijken. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat (vg) even later in de Lange Voorhout plots “What’s the price of corruption?” uitschreeuwt.

Het rariteitenkabinet

Het rariteitenkabinet dient zich op vrijdag in Amare aan in de vorm van een tactiele paringsdans tussen muziek en performance art, met Ryoji Ikeda’s ‘100 Cymbals’ en Meredith Monk’s ‘Cellular Songs’. Bij Ikeda krijgt die vorm door de symmetrische push and pull tussen de twaalf percussionisten die als één ademen en bewegen. Voor uw dienaren met andere woorden een niet aflatende strijd tegen het narcotische effect van pesto genovese en enkele Nastro Azzuro’s (Nastri Azzuri, excuses) in één van de traditionele Haagse osteria’s aan het einde van een lange werkweek. Kwatongen zullen immers beweren dat Ikeda als componist liever lui is dan moe en dan maar zijn publiek aan het werk zet: aandacht is dus geboden en het spitsen van de oren nodig om de subtiele verschuivingen in harmonische spanning op te vangen in een compositie die, volstrekt statisch qua timbre en dynamiek, verder slechts als ‘monolithisch’ omschreven kan worden. Let nauwgezet op de subtiele fluctuaties in toonhoogte en samenklanken, of u bent eraan voor de moeite en kan bij het verlaten van de zaal nog slechts gewichtig knikken als een mede-concertganger de performance ‘reuze-interessant’ noemt.

De geluidswereld van ‘Cellular Songs’ is even minimalistisch als transparant, en zodoende de antipode van Ikeda’s sound swarms waarin honderd cimbalen versmelten tot één meta-instrument. In ‘Cellular Songs’ verwordt de celbiologie tot een sjabloon voor maatschappelijke harmonie en vernieuwd ecologisch bewustzijn. Een cynicus zou Monks naïeve esthetiek grif koppelen aan de ideologische onderbouw van haar kunst, maar bij Skyline beseffen we goed dat cynisme het oorkussen der onverschilligheid is en derhalve beter te mijden valt. Monk en haar minions kronkelen als maniëristische mitochondriën in een fagocytotische dans en laten het publiek verbijsterd achter: wat hierover te schrijven?

In de Lutherse Kerk vermengt zich iets later het geluid van blikjes Grolsch die worden opengetrokken naadloos met de musique concrète van Claire Rousay en haar ensemble, net zoals het geschraap van stoelen en kelen naadloos overgaat in het bewust aarzelende en weifelende begin van het concert. Minimalisme is het kernwoord, maar verder valt er geen peil te trekken op de muzikale richting van haar collectief: zowel de grenzen van oeverloze pretentie en kleffe clichés worden afgetast in een performance die van alle ambientwalletjes eet en het geheel samenbindt met een maïzena van galmende drones. En soms raakt Rousay dan weer achteloos de juiste snaar, en is het heerlijk wegdromen, terwijl de vochtige stad zich buiten in een alomtegenwoordige dim sum-geur hult.

Met Pete op de beat

“Gingen van niets naar iets/Maakten met Pete paar beats”, zo filosofeert Gorik van Oudheusden alias Zwangere Guy alias papa ZG in een van zijn betere flows. Het is tevens een van de krachtlijnen op Rewire, met The Bug en crew als eersten aan zet op vrijdag. Met ‘Fire’ op zak zou je denken dat alles op voorhand gewonnen is, maar toch gingen we met een zekere terughoudendheid het hellevuur tegemoet, nu Dis Fig met een covid-besmetting moest afhaken. Maar alle twijfel blijkt zinloos, want Kevin Martin blaast het Paard de manen van het lijf. Samen met Flowdan (‘Hammer’!) en Manga Saint Hilare (‘High Rise’!) poneert Martin een nieuwe standaard voor deep bass music. Zij het ietwat trager op gang komende, ligt het tempo in het laatste halfuur onverminderd torenhoog, met neusvleugelrijpe kicks en de houterig-lijpe flow van de twee mc’s. Het is een tempo dat de onschuldig ogende BFTT iets later een hele set weet te brengen, in het soort club life in overdrive dat Paard II zo kenmerkt. Horen we daar trouwens verkapte versies van ‘Freestylers’ en ‘Lady (Hear Me Tonight)’? Al even amusant is het slotstuk van Anna Meredith’s optreden een dag later, met een medley van ‘Lay All Your Love on Me’, ‘Dragostea Din Tei’, en ‘Call Me Maybe’ – momenten die een festival als Rewire misschien wel nodig heeft om niet te verzanden in navelstaarderij. Al gebiedt de eerlijkheid evenzeer te zeggen dat de rest van de act – LMFAO voor gevorderden, zeg maar – tegen het irritante aanschurkt. Het is ook nooit goed, zeker?

Maar Paard II is meer dan sjansen en jiven, getuige de ingetogen performance van MSYLMA & Ismael, het Saudi-Egyptische duo dat met het lyrische ‘The Tenets of Forgetting’ de westerse luisteraar een prima excuus geeft om het hoogdravend over ‘muziek uit het Oosten’ te hebben. Maar daarover hadden we het eerder al. De deels door technische storingen geplaagde show trekt ons beetje bij beetje dieper de trance in (‘The Follower’s Path’!), met een beklijvende MSYLMA als goeroe, zij het schijnbaar tegen wil en dank. En we durven te wedden dat ook Hyperdub-supertalent aya (hier visueel bijgestaan door Sweatmother) wel eens van de totale overgave durft te snoepen. Na een klein gevecht om überhaupt binnen te raken, zien we een ontketende Artieste uit de Avant-garde met grote A. Of was het gewoon goede elektronica? Soit, aya is here to stay.

Zaterdagnacht om 2u voltrekt zich tot slot de verrijzenis van Evian Christ. De Britse koning van zowel de spijkerharde beat als de oogverblindende lichtshow brengt een allesverwoestend spektakel, dat de eerste rijen naar huis stuurt in totale desoriëntatie. Van zijn eigen ‘Ultra’ tot enkele verhakkelde dance-classics (die herwerking van ‘Ecuador’!), het resultaat was hetzelfde: een overbelicht delirium in ‘s-Gravenhage.

Enkele hoogtepunten

Anders dan in de Lutherse Kerk wordt in de Grote Kerk, waar de voor de dorstige parochiaan geen Grolsch of Fever Tree te verkrijgen is, wél nog een zeker decorum aangehouden – of toch totdat Alexandra Drewchin van Eartheater het cenotaaf van Jacob van Wassenaer beklimt. Vlak daarvoor heeft ze getekend voor een concert dat misschien wel hét muzikale hoogtepunt van het weekend markeert, en dat voor een optreden dat nochtans verre van volmaakt is. De vele intermezzi halen het tempo uit de set – la Drewchin laat achtereenvolgens haar nagellak droog blazen door fans op de eerste rij, breekt een champagneglas, legt de set stil omdat de harpiste naar het toilet wil – maar wanneer ze tussendoor ook nummers speelt, slaagt ze er in om echt iedereen met verstomming te slaan. Neem alleen al de ongeziene vocale capriolen van ‘Below the Clavicle’, en de manier waarop ze haar elektronische soundwereld moeiteloos hertaalt naar een quasi-akoestische setting. Hier wil je normaliter echt niet na spelen, maar gelukkig staat er met het orgelconcert van Anna von Hausswolff een heel ander soort compromisloze act gepland. De drones die ze voor dit project componeerde komen het best tot hun recht als de franjes achterwege gelaten worden en von Hausswolff de extremen van het instrument zelf opzoekt, zowel qua register als qua volume. De beate broscience van drie concertgangers achter ons, die speculeren over de verhouding tussen de omvang van de orgelpijpen en hun respectieve volume, kregen we er gratis bij. Ook dat is Nederland.

“I really enjoy being in Scandinavia” had Alexandra Dewchin er nog uitgeflapt tijdens haar set, terwijl het publiek kirde van verontwaardiging. Amerikanen, meneer. En dan had ze nog geluk dat Jenny Hval niet in de kerk zat. Hval zelf is inmiddels een welbekende parel aan de Noorse kroon, en heeft met ‘Classic Objects’ een – jawel – klassieker afgeleverd. Het is een briljante langgerekte jamsessie die ook live bijeengehouden wordt door de zonneklare stem van Hval, die new sincerity linkt aan mythologie, pornografie en het leven met huisdieren. Haar achteloos virtuoze band doet de rest. De show in het Paard wordt een echt referentieconcert, iets dat enkel maar onderstreept wordt door de ietwat absurde ‘we want more‘-vibe die in de zaal hangt na de aftocht van Hval en co – zagen we (mph) daar luidkeels ‘Jenny’ schreeuwen trouwens? Hval, die bindteksten beschouwt als het ideale moment om het over excretie te hebben, lijkt er zelf door verrast, en brengt als gortdroge toemaat dan maar ‘Year of Sky’. Het jaar van de hemel, dat is op Rewire plots minder ver naast de waarheid.

Wassende Weltschmerz en het slotstuk

Grouper is de ultieme anti-festivalact en zodoende de gedroomde afsluiter voor Rewire. Inwisselbaarheid wordt bij Liz Harris in zekere zin een troef, zeker live, omdat je wegzakt in een trance die niet wordt verstoord door plotse stiltes, bindteksten, of applaus, bovendien vaak ongehinderd door obligate referenties aan een recente greep uit haar back catalogue of momenten van herkenning (al horen we wel ‘Poison Tree’ en ‘Alien Observer’). De visuals slagen er dankzij hun soberheid in om erg dicht bij de muziek van Harris te blijven en bieden zodoende een bijkomende zintuiglijke toegangspoort tot haar droomwereld. Wat de muziek zelf betreft, waagden we enkele maanden geleden al een poging om het fenomeen Grouper te duiden. En zoals Kees Fens ooit schreef over Elsschot: “Ik herlas na jaren Het Dwaallicht, met grote bewondering. En alle diepzinnigheid die ik er zelf ooit over heb geschreven, bleef onzichtbaar: de tekst staat alleen, autonoom, autoritair zelfs, recht overeind.” Zo is het eigenlijk maar net met Grouper.

Finaal is een rariteit niet altijd hermetisch, maar iets hermetisch is ook niet altijd vreemd. Wat Lamin Fofana zondag in de Amare Studio – denk ‘student moderne kunsten presenteert eindwerk’ – doet met ‘Shafts of Sunlight’ is imponeren zonder te beleren. De New Yorker uit Sierra Leone doet het gehuld in een spiegelformatie die wat aan een Amon Tobin-miniatuur doet denken. Het geluid is dat van kraakheldere abstractie; stemmen, gemillimeterde percussie en field recordings. Het resultaat is duidelijk: een heerlijk ontwaken uit de Rewire-droom. Maar Fofana was niet de eerste die de wetten van de hermetica uiteenzette aan het Rewire-publiek. Op zaterdag werden die wetten immers al gepresenteerd en uitvoerig toegelicht door Joachim Badenhorst en Hiele, een Antwerpse tandem in schaapsvacht. Dat één en één twee maakt, is voor het Koorenhuis-publiek bij aanvang verworven kennis, maar na de doortocht van de mavericks, is voor geen achter en achter geen voor meer. De jizzjazzrariteiten kruipen tot diep in de nok van de dakbekleding, en Hiele en Badenhorst zagen dat het goed was. Drie kwartier aan circulaire ademtechnieken en analoog dradengepingel: er is een God, en die is overal, maar zeker waar het huis van koren staat en brunchrestaurant Confetti het spek bakt.

Na de storm is er de parkeergarage. (vg) kaart een laatste keer aan dat de volledige onderkeldering van ‘s-Gravenhage geen fabel is, maar wel degelijk rust op louter empirische gronden. En staat die ontdekte onderkeldering niet mooi symbool voor het vaststellen van de ongewone configuratie van de bedrading in ons aller bovenhuis? Het zou zomaar kunnen. In ieder geval doet Rewire 2022 wat het belooft: irriteren, intrigeren en uiteindelijk ook integreren.

Een gezamenlijk schrijven van onze reporters ter plaatse (vg) en (sc).

Close
Menu