december 14, 2021
Geschreven door: admin

#SR30-21

Natuurlijk vragen ook wij ons af wat de muziekvragen waren op de kerstquiz van Boris Johnson in N10 vorig jaar, met de hete adem van een geportretteerde Thatcher in de nek. U wilt de hoge score van Priti Patel verbreken tijdens de eindejaarsquizzen van dit jaar? Hieronder alweer tien muzikale onderwerpen die ons bijblijven, en voor u een verdere handleiding kunnen zijn.

30. Sammy Baloji’s koperen antwoord op een zorgelijk maar actueel jubileum

Covidjaar 2020 was wat de zestigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo had moeten worden – een gebeurtenis die dus zonder veel aandacht passeerde. Voor veel jubilea was dat niet anders, maar het leeuwendeel daarvan is ook weinig significant. De actuele thema’s over de aanwezigheid of afwezigheid (Lumumba?) van standbeelden in het straatbeeld, de interpretatie die artiesten aan deze – en andere – onderwerpen geven en de blijvende gevolgen van de gebeurtenissen van toen (zie ook ‘Afrique Victime’ van Mdou Moctar) hadden van een jubileum dat eerder een pijnlijke herinnering is een relevant en urgent gebeuren kunnen maken.

Maar het is zeker niet zo dat er niets gebeurde. Om middernacht, dat wel, maar de film ‘White Cube’ van Renzo Martens werd uitgezonden op de publieke omroep, wat het gewicht tegenover eerdere screenings in musea en arthouse bioscopen toch vergroot. In de film stelt Martens een paradigmaverschuiving voor, een poging tot verandering van de richting van welvaartstroom, door een white cube gallery te stichten en er sculpturen uit chocola, gemaakt door voormalige arbeiders van de Unilever-plantage, te verkopen. In omliggende bamboe heiligdommen, kisendu’s, werd werk van onder meer Luc Tuymans, Kader Attia en Marlene Dumas getoond, maar ook van Congolese kunstenaars als Jean Katambayi en Sammy Baloji.

Die laatste stond aan de basis van de twee boeiendste projecten die dit jaar aan het kolonioaal verleden, en postkoloniale heden, herinnerden. Er was de tentoonstelling Congoville in het Middelheimmuseum, gecureerd door Sandrine Colard en met onder meer Katambayi en Ibrahim Mahama als deelnemende kunstenaars naast Baloji, en er was – iets verderop – de inauguratie van Baloji’s twee sculpturen in de Blauwe zaal van de Singel.  ‘Johari – Brass Band’ is een uitvergroting van koperinstrumenten die door het Franse leger na een bezetting van tweehonderd jaar werden achtergelaten in New Orleans en later aan de basis lagen van een nieuwe muzikale stroming die brassbands en jazz beïnvloedde. De Singel vat het zelf samen als “een stille getuigen van de ongenoemde Afrikaanse bijdragen in de muziekgeschiedenis en in de wereld”.

Dit jaar zagen we een aantal belangrijke stappen in die richting, onder meer gezet door DeForrest Brown Jr.: de publicatie ‘Assembling a Black Counter Culture’ bestudeerde het zwarte lichaam in dance en techno vanaf de jaren 80; zijn album ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’ van vorig jaar zette die miskende wortels om in muziek – waarbij ook de problematiek van ras en klasse in de muziekindrustrie werd vertaald. ‘Project For Revolution In New York’, dat Brown dit jaar uitbracht met James Hoff, was het resultaat van field recordings tijdens BLM-protesten, dat klinkt als een Hollywoodproductie van een staat in verval. Klanken van koper blijken ook hier het muzikale motief.

Baloji nodigt andere kunstenaars uit om met de sculpturen, gemaakt uit metalen structuren in de vormen van de mijnen van Katanga, in dialoog te gaan: zo was er Mo Laudi die het geluidskunstwerk ‘Congo Square in D Sharp Minor’ maakte, en Baloji’s Johari Brass Band eerde met een playlist annex muziekarchief. Enkele weken geleden bracht auteur Fiston Mwanza Mujila hedendaagse kasala’s – ceremoniële gedichten die door de kolonisator onderdrukt werden -, begeleid door Patrick Dunst op saxofoon en Grilli Pollheimer (zie Tribal Dialects) op drums. We kijken uit naar de volgende interventie.  

29. Sisters with Transistors: het hier en het nu

Lisa Rovner deed in zekere zin iets gelijkaardig als DeForrest Brown Jr.: het zoeken naar oorsprong vanuit het perspectief van wie daarbij vergeten is. In het geval van Rovner werden dat de vrouwelijke pioniers van elektronische muziek, beginnend bij Clara Reisenberg Rockmore, die rond de helft van vorige eeuw furore maakte als thereministe. Dat is een vroeg begin om naar terug te kijken maar ja, wat ‘The Sound of Belgium’ als documentaire zo goed maakt is ook de start bij de Decaporgels.

Eerder anekdotisch, maar interessant: de theremin is een muziekinstrument waarbij vaak uitsluitend vrouwelijke artiesten in dezelfde adem genoemd wordt. Alexandra Stepanoff, tijdgenote van Rockmore, Pamelia Stickney (of Kurstin), Lydia Kavina en haar leerlinge Carolina Eyck, etc. Rovners documentaire ‘Sisters with Transistors’ weet echter perfect hoofd- van bijzaak te onderscheiden door de wezenlijke pioniers te belichten, zeldzame nieuwe footage in dialoog te laten treden met archiefmateriaal en door middel van klank een evolutie aan te tonen van wat niet per se in rechtstreeks verband stond. En dat alles verteld door Laurie Anderson (zie ook vorig gedeelte van de SR50).

Eerder dan gender lijken echter toewijding en toevalligheden het leitmotiv van de documentaire. Is die nadruk dan nodig? Ja – ‘The Sound of Belgium’ belicht ook het geluid van België, een afbakening, met aandacht voor de internationale context wanneer onafwendbaar. ‘Sisters with Transistors’ doet op een gelijkaardige manier ook geen moeite om pakweg Thurston Moore te verbergen. Maar, belangrijker: “There is something psychological that happens when you can see yourself in the people who are being celebrated,” zegt componiste en geluidskunstenares Holly Herndon.  

In het Centre Pompidou liep intussen een gelijkaardige boodschap maar met een ander medium: ‘Elles font l’abstraction’ toonde meer dan vijfhonderd werken van vrouwelijke kunstenaars als spoor der abstracte kunst, vertrekkend vanaf de jaren 1860. Een idee voor ‘Sisters with Transistors: a prologue’? Clara Schumann? Agathe Backer Grøndahl?

28. Hiele’s brein en slappe nek

Lopen we heimelijk achter door Hiele, die in 2020 drie (!) albums uitbracht dat jaar over het hoofd te zien en pas nu in onze rewind te zetten? Ja. Hebben we het gevoel niet achter te kunnen blijven nu Louis Pattison een artikel aan hem wijdt in The Wire? Ook, ja. Maar dat dateert van februari, en liet dus een groot deel van zijn output in 2021 onbesproken. Kijk, ja.

Dit jaar lijkt Hiele de omarming van de visuele ondersteuning van zijn werk nog nauwer aan te nijpen: ‘Brain’ (album ‘Sings’ (Ultra Eczema, 2020)) kreeg begin dit jaar nog een interpretatie vormgegeven door insecten en kunstenaar-muzikant Gerard Herman, een andere adept van het label Ultra Eczema. Meer dan eens werkte Herman samen met Dennis Tyfus, bijvoorbeeld aan de publicatie ‘UE167’, op de website van het label aangeboden met de kanttekening: “Please note that this book is written in Flemish, a language almost nobody understands!!!” Een streepje voor op Louis Pattison! Omgekeerd werkt dat net zo goed – of zelfs beter. Veronik Willems & Sophie Anson (bekender, maar moeilijker te Googlen als V & S) maakten in de ad hoc kunstenaarsruimte The Mothership de installatie ‘U KOWALA’, waarvoor Hiele de soundtrack verzorgde. Die juxtapositie is er altijd geweest, zie ook de samenwerking met zijn vader Danny die resulteerde in een lichtshow in de Singel, 2018.

Als we het spoor van activiteiten van Hiele dit jaar verder reconstrueren, komen we op verschillende etappes initiatieven tegen die onafhankelijk opereren – vaak radicaal, vaak in of rond Antwerpen, vaak met Dennis Tyfus als liaison, maar even vaak zonder.  The Mothership is daar een voorbeeld van – “organizing exhibitions by fellow artists”. Een beter voorbeeld is allicht Table Dance, een initiatief van Hiele en zijn eega Michelle Woods, waar onder meer een Asmus Tietchens stond. Die bracht zijn laatste plaat ‘Abraum Zwo’ overigens uit bij Universal Exports, het label van Hiele, Yves De May en Allon Kaye, dat eveneens het motief bleek voor verschillende avonden in 2021: het Oogstfeest te Zilt en Zoet (waar Hiele ook een installatie toonde, zelf omschreven als “brackish”), of een label night in Het Bos.

Was er ook muziek? De streamingplatformen boden een waaier aan beschikbaar materiaal aan, waaronder vijf tracks van de illustere EXO compilaties (2015-2017), de plaat ‘Ritmische Bezinning’ uit 2016 en de release van B-sides van ‘Slackneck Rhythums’. Maar er zal wel snel nieuw materiaal volgen. “I don’t want to take another five years again,” zei hij aan Louis Pattison. We wachten mee af.

27. En op de valreep: Richard Dawson doet het weer

‘Fucking treehuggers’, was de reactie van Liam Gallagher toen hij hoorde dat Radiohead ‘The King of Limbs’ vernoemd had naar een duizend jaar oude boom in Wiltshire. Wat zou hij ervan vinden dat Richard Dawson een heel album heeft gemaakt over planten, met als hoogtepunt een nummer geschreven vanuit het perspectief van een 32.000 jaar oud zaadje?

‘2020’ was een ontwapenend maar somber commentaar bij het technologisch tijdperk, waarin onze favoriete Engelse bard zijn directe vertelstijl paarde met absurde muzikale wendingen en het overboord gooien van alle narratieve conventies (we maken van de gelegenheid gebruik om het beste nummer van 2019 nog eens op te rakelen). Op ‘Henki’ – niet de Hollandse voornaam, wel het Finse woord voor geest – bundelt hij zijn krachten met het Circle – “The New Wave Of Finnish Heavy Metal” – voor een botanisch geïnspireerd folk-metal epos. Blijkt dat Dawsons new sincerity-vertelstijl zich evenzeer leent tot het schrijven over een Midden-Engelse immigrantenfamilie anno 2020 als over een 20e-eeuwse Australische paleobotaniste. Dat levert met momenten weer heerlijk droge teksten op, soms verpakt in sinistere arrangementen van Circle, soms onverwachts uitbarstend in euforische refreinen waarin Dawson een dapper falsetto opzet:

‘When I was young, thе better part of my days/Werе spent to the nursing of my mum
I found my pleasure whenever I could/In tennis and piano (Ya-ho, ya-ho, ya-ho)
And though we were half-broke/I managed to go
To study at the University of Melbourne/Melbourne’
.

26. Nieuwe wijn door oude zakken: Low, Godspeed en anderen

Vooreerst een aantal dieptepunten van 2021: Lee “Scratch” Perry ging dood. Keith Jarrett liet weten na een beroerte van een aantal jaar geleden nooit meer te zullen optreden. Warren Ellis lijkt nu echt het creatieve proces binnen de Bad Seeds te gijzelen. En Foo Fighters bestaan nog steeds.

Toch waren er dit jaar ook nog oude zakken die deden wat ze moeten doen. De Canadezen van Godspeed You! Black Emperor, die twintig jaar geleden muzikale manifesten schreven over politieke desintegratie en klimaatapocalyps, maakten anno 2021 simpelweg een móóie en soms haast optimistische plaat. Een gedroomde glansrol is weggelegd voor Sophie Trudeau, die de elegische vioolpartijen schreef; Mauro Pezzente ruilt zijn overstuurde basgeluid in voor een elektrisch orgel. De ooit zo nihilistische drones zijn nu warm en troostend. Over de relevantie van deze band anno 2021 kan gediscussieerd worden, over de intrinsieke kwaliteit van hun output niet. ‘G_d’s Pee’ is samen met ‘Allelujah!’ de beste post-reünie-Godspeed-plaat.

Meer continuïteit maar ook meer ontwikkeling is er bij Low. ‘Double Negative’ uit 2018 was een scharnierpunt in de carrière van het trio: zonder de ijzersterke songs overboord te gooien veranderde de geluidswereld van Alan Sparhawk en Mimi Parker radicaal. Het resultaat klinkt bar en onherbergzaam: alsof de bitterzoete songs van ‘I Could Live in Hope’ worden afgespeeld tijdens een nucleaire meltdown. Als ‘Double Negative’ hun ‘Kid A’ was, dan is ‘HEY WHAT’ hun ‘Amnesiac’: de consolidering van een nieuwe geluidswereld die het meer dan verdiende om verder geëxploreerd te worden, en wederom een, zoals (mp-h) zou zeggen, retevette plaat. Luister nog eens naar ‘White Horses’, een harmonieus duet tegen een achtergrond van analoge annihilatie. Tevens props voor producer BJ Burton.

‘Vertigo Days’ van The Notwist was tot slot niet alleen een ontroerend mooie plaat, maar ook een die het voorbije jaar als geen ander wist te vatten, althans volgens (mp-h). Hebben wij niet altijd al een zwak gehad voor de primitivistische Teutonen? Touché. Maar als ‘Close to the Glass’ soms nog teveel als een stijloefening aanvoelde, breekt hun jongste wel potten over (bijna) de ganse lijn. Hoogtepunten: de introverte ballade ‘Into Love/Stars’ die halverwege gehijackt wordt door een losgeslagen drumcomputer, de schier erotische jazz op ‘Oh Sweet Fire’, of ‘Into the Ice Age’ met heerlijke bijdrage van Angel Bat Dawid. Maar wie in deze plaat gaat cherry picken moest zich eigenlijk schamen. Shuffle uit en op repeat. Graag gedaan.

25. Een jaar later: Skyline Rev

De spanning is te snijden. In de coulissen wachten (sc), (mp-h), (sb) en (ld) tot ze het teken krijgen. Iets verderop kijkt (th) al stiekem in de zaal om “de temperatuur te meten”. Weifelend kijkt hij naar het viertal. “Een handvol familieleden en kennissen, … misschien ook hier en daar een verdwaalde muziekliefhebber”. Met een handgebaar maakt (ld) duidelijk dat hij van die negativiteit niets moet weten: “Het aanbod bepaalt de vraag, dat is algemeen geweten.”

In de verte schraapt (vg) zijn keel. Hij zit achter de knoppen in een daarvoor voorziene regiestoel, ver onderuitgezakt. Ietwat onwennig kijkt hij naar het arsenaal van hendels en elektronica voor hem. Hij rekt zich uit, de vingers boven in elkaar geweven en weet nog net een geeuw te onderdrukken. “Ik denk dat we kunnen, jongens.”

De hand van (sc) gaat in een zwaaigebaar de lucht in, nog voor hij het podium betreedt. De logge rode draperieën vallen echter zwaarder uit dan gedacht en geven niet meteen mee. Schuttingtaal weergalmt door de boxen in de zaal, gevolgd door de nodige feedback. Als een orakel spreidt (sc) de handen, starend naar een zee van lege stoelen voor hem. In de control room start (vg) naar vier hendels voor hem. “Alea iacta est,” mompelt hij terwijl hij de eerste naar zich toe trekt. In de zaal stijgen een vijftal ballonnen op, gevolgd door een wegtrekkend rookgordijn. Op het podium glundert (sc): “we’re back, bitches.”

Achter de rode theaterdoeken kijkt (th) verbouwereerd naar het viertal dat enthousiast voor zichzelf aan het klappen is. Hij schudt het hoofd, draait zich om en trekt zijn jas aan. Hij zet zijn koptelefoon op en wandelt langs de achterkant van het gebouw naar buiten. Phoebe Bridgers knalt zijn oren binnen. Hij glimlacht.

Aan de voorbereiding lag het niet. Er waren workshops, zoomsessies en off-sites aan te pas gekomen. “De sleutel zit ‘m in de longread,” had (mp-h) daar stoïcijns verkondigd. De ogen van (sb) staan plotsklaps wijd open. Hij kan zijn voldoening niet wegsteken: ”een soort anti-Twitter?”

De hartslag van (ld) gaat de hoogte in bij het horen van die naam. Visioenen van venture capital en angel investors flitsen in een ijltempo voorbij. “Een website oprichten die de tijd neemt om culturele fenomenen toe te lichten, in een tijd waarin die sector aan banden wordt gelegd? Het klinkt als een risico dat Steve Jobs ook genomen zou hebben. Let’s put a ding in the universe!”. Bijna het voltallige gezelschap begint enthousiast te klappen. Aan de hoek van de tafel trekt (th) wit weg en staart voor zich uit.

Op de achtergrond hebben (sb) en (vg) zich reeds naar de ijskast gerept. “Dit, beste concullega’s, moeten we vieren. Glaasje bubbels?”

Voorwaarts, mars.

24. It’s Scottish – een per definitie Schots jaar

Trainspotting (Danny Boyle, 1996) | Research into film

Ah. Eindelijk een vrijplaats voor schaamteloze Schotse clichés over regenachtige dinsdagen in Glasgow, sociaal geëngageerde lyrics die de bleakness perfect vatten en nu ja, drugs waarschijnlijk? Ja en nee. Het jaar 2021 werd gekenmerkt door een losgeslagen verlies van perspectief, voor velen zowel persoonlijk als professioneel, terwijl de prijzen aan de pomp en aan de kassa stijgen, de politiek zichzelf buitenspel zet en de gezondheidscrisis maar niet onder controle lijkt te komen. Klinkt dat voor u ook als een i-de-aal scenario voor een film van laat ons zeggen Ken Loach en Paul Laverty? Dan bent u niet alleen.

Een soundtrack heeft die voorlopig onuitgegeven film alvast. Mogwai bracht het behoorlijk grondvaste ‘As the Love Continues’ uit, en won hiermee zowaar de Scottish Album of the Year Award. Een baken van degelijkheid, dat bewijst dat Mogwai subtiliteit injecteert via steeds beter uitgewerkte soundscapes. De sound is minder visceraal geworden, het klassieke chiaroscuro wordt met meer fijngevoeligheid gebruikt, en de uitstapjes van de band naar het schrijven van soundtracks lijken ook hier hun vruchten af te werpen. Al moet het gezegd: de wezenlijke urgentie die Mogwai vroeger zo bijzonder maakte, is weggeëbd doorheen de jaren. De extreme uitbarstingen van op pak ‘m beet ‘We’re No Here’ zijn niet per se helemaal weg, maar voelen minder oprecht en altijd ‘gedoseerd’ aan.

Dé Schotse release van het jaar was voor ons echter ‘As Days Get Dark’. Toen Aidan Moffat en Malcolm Middleton in 2016 besloten om terug te keren als Arab Strap, waren de verwachtingen niet meteen al te hoog gespannen. Wat zou een band die tien jaar eerder afzwaaide en een tikje arbitrair opnieuw bijeenkomt nog kunnen betekenen? Veel, zo blijkt vijf jaar later. ‘As Days Get Dark’ is een perfecte illustratie van wat Arab Strap moet zijn: cirkelende gitaarrifs, lome beats en kurkdroge teksten, gedeclameerd alsof het het eigenlijk allemaal al te laat is. De eerste woorden van de plaat (‘The Turning of our Bones’) gaan als volgt:

I don’t give a fuck about the past
Our glory days gone by
All I care about right now
Is that wee mole inside your thigh

Slik. Als je dan iets verder “Tonight we salsa, we rave” hoort, is de vette ironische laag van the second coming of Arab Strap overduidelijk. Het is naast zwelgen ook gewoon lachen geblazen. Nog een bloemlezing uit ‘Another Clockwork Day’:

For the second time this week, he plugs in the external drive
He clicks through his archive to find a folder he needs
He knows this path well
He was bored with himself
Tired of routine
Free live cams left him limp
The sounds of commerce, a complete turn-off
And the films these days
With their surgery scars and bad tats
And it’s all stepmoms and stepsisters now
What the fuck’s all that about?

Dik aangezette ironie maar wél een boodschap? Het zou zomaar over SR zelf kunnen gaan. Maar goed, over naar de orde van de dag. Arab Strap is helemaal terug, en geeft ons voldoende aanleiding om plaats 22 met recht te claimen in wat een door en door Schots jaar geworden is. Our toils obscure an’ a’ that!

23. Hoe postuum wél kan werken: Pauline Anna Strom

RVNG Intl shares video for Pauline Anna Strom's 'Equatorial Sunrise': Watch  | DJMag.com
Uit de video voor ‘Equatorial Sunrise’ © RVNG

Het is ongetwijfeld het meest opmerkelijke verhaal in de #SR50 dit jaar. Pauline Anna Strom maakte in de jaren 80 met een zich volledig eigen gemaakt circuit van synths maar liefst zeven albums, die het best beschreven kunnen worden als een vreemde mix tussen New Age en de meer idiosyncratische Eno-ambient. Al doet ook die beschrijving verre van recht aan wat in 2017 door RVNG Intl. in gecompileerde vorm werd uitgebracht onder de koepelnaam ‘Trans-Millenia Consort’. Beter dan de bovenstaande cerebrale beschrijving is volgende emotionele vergelijking: Herinnert u zich nog de eerste keer dat u ’13 Angels Standing Guard ‘Round The Side Of Your Bed’ van A Silver Mt. Zion hoorde? Dat gevoel komt misschien nog het best in de buurt. Een sound die je volledig naar binnen zuigt, alsof je effectief omringd wordt door een arbitrair aantal goede vrienden. As if!

Het is de sound van een onbeperkte openheid voor wie die mogelijkheden zien wil. En dat is een niet toevallig gekozen formulering, want Strom werd blind geboren. Louter op routine en tast bouwde ze de circuits, bouwsteen per bouwsteen gewoon wordend aan het gevoel van de toetsen, de kabels, de structuren. Ze verklaarde zich het meest ‘thuis’ te voelen tussen haar instrumenten en klanken, iets wat begrijpelijk is gezien haar weinig evidente jeugd, waarin ze klassikaal belachelijk gemaakt werd wanneer ze – starend in het niets – een tekst moest voorlezen. Jaren later moest ze ‘om persoonlijke redenen’ al haar minutieus opgebouwde en gesynchroniseerde hardware noodgedwongen verkopen, iets dat er duidelijk zwaar ingehakt heeft. Al koppelde Strom vrij snel perspectief aan die verkoop. Ze dacht immers stilaan in staat te zijn om een DAW te bouwen die perfect verder bouwt op haar analoge opstellingen.

En dan was er plots de aankondiging van ‘Angel Tears in Sunlight’. Een nieuw album, decennia na de vorige reeks gecomponeerd. Vreemd genoeg doet het album, zeker de titel indachtig, al denken aan een groots afscheid, zoals ook David Bowie dat met ‘Blackstar’ ensceneerde. Helaas sloeg het noodlot op 13 december 2020 toe, en stierf Pauline Anna Strom onverwacht. Enkele maanden later verscheen ‘Angel Tears in Sunlight’, als een bewijs van hoe haar werk relevanter dan ooit geworden was. Ga er even voor zitten en beluister het fabelachtige ‘The Eighteen Beautiful Memories’. Het is een wrange, pakkende ode aan een opmerkelijke artieste geworden.

22. Hoe “exotische muziek” (sic.) tot het verleden zal gaan behoren

Het was even schrikken toen verscheidene internationale media meldden dat Omar Souleyman opgepakt werd door de Turkse autoriteiten voor ‘vermeende banden met de PKK’. Had die man naast het schrijven van monsterlijk dansbare dabkaat ook effectief overtuigingen? Hoe kan de maker van ‘Syrische trouwmuziek’ plots in een politiek steekspel verwikkeld raken? Het was iets waar de media schijnbaar bijzonder van opkeken. En dat leidt ons naadloos tot nummer 22 in deze lijst: 2021 als het jaar waarin exoticismen definitief naar de prullenmand verwezen moesten worden.

Toegegeven, ook wij laten ons er soms aan vangen. Het schetsen van een geografische context wordt vaak als een voldoende verklarende variabele beschouwd voor allerhande politieke, socio-economische of zelfs ecologische factoren. ‘Nigerees’ als verkorting voor: ‘vast wel vreselijke, oorlogsrijpe achtergrond en wat is het toch knap dat je van daaruit een heerlijk in het oor liggend album kunt maken!’ Enfin, u weet waar we op doelen. Het is een soort luie journalistiek en een slinkse vorm van gatekeeping die ervoor zorgt dat de focus ofwel op de traditionele Angelsaksische as kan blijven liggen, ofwel op eenzame, arbitrair gekozen acts uit ‘het Oosten’ en ‘het Zuiden’ (zie bv. MSYLMA, ZULI of Molchat Doma). De aandacht voor die specifieke acts is meer dan legitiem, maar zou moeten handelen over de kwaliteit van de muziek en de analyse van de concrete elementen zoals tekst en sounddesign, niet over het afvinken van regio’s op de wereldkaart. Het is een probleem dat even goed geldt voor een schare acts die veel dichter bij huis opereert. Het afgaan op ‘intrinsieke’ kwaliteiten betekent niet dat onderliggende structuren geen relevantie kunnen hebben, maar wel dat ze even goed helemaal niets zeggen.

Maar laat dit een verhaal van hoop zijn, eerder dan bitterheid. Want er is zeker en vast beterschap merkbaar. Grotere publicaties als The Wire en The Quietus stellen alles in het werk om mensen uit dezelfde regio als de besproken artiest bijdragen te laten schrijven, wat de simplificatiedrang al fel drukt en kan leiden tot soms verrassende analyses. Zo’n werkwijze is niet voor iedereen, kuch, haalbaar, maar een minimum aan erkenning van de problematiek is noodzakelijk. Leest u binnenkort dus nóg genuanceerdere en meer onderbouwde stukken op uw favoriete website? Het zou zomaar eens kunnen!

21. Het afscheid van SOPHIE

Soms is onthouden een last, en is er eigenlijk enkel plaats voor stilte. Dan is een woordenbrij over labels, samenwerkingen en identiteit futiel. 2021 begon met een gitzwarte noot. Sophie Xeon stierf op 30 januari na een ongelukkige val in de Griekse hoofdstad Athene. SOPHIE zal de geschiedenis ongetwijfeld ingaan als één van meest invloedrijke esthetici van de vroege eenentwintigste eeuw. Maar het is véél te vroeg om het over ‘geschiedenis’ te hebben, wanneer dit verdomde heden SOPHIE nog in- en uitademt. Zie deze nummer 21 dan ook als een teken van eindeloze frustratie en onbegrip, maar ook als schamel eerbetoon.

I remember one time you were lost
I came to find you
And I knocked on your front door
That was you I'd never seen before
And I saw the magazine you were reading
And I read the page
And if I had just one single wish
Wish I could have said this
It's okay to cry.

Close
Menu