december 8, 2021
Geschreven door: admin

#SR40-31

Måneskin frontman denies using drugs

2021 is het jaar waarin Chiesa opnieuw meer dan een kerk werd, waarin Jacobs meer dan de laureaat van de eerste Guy Thys Award werd, maar ook het jaar waarin ‘Hand of God’ dankzij Sorrentino meer dan louter een Caveiaanse smeekbede werd. En dit allemaal dankzij een Italiaanse pletwals die zich niet enkel in de sportwereld voortbewoog. Wij kijken intussen verder terug, met opnieuw tien absurde, ontroerende en controversiële elementen die we van dit jaar onthouden.

40. Ye in Wineghem

In de categorie “buitensporige aandacht voor triviale gebeurtenissen” wint Kanye West en zijn verblijf in Wijnegem zilver, net voor Alex Callier en zijn kapsel op het Eurovisiesongfestival. Verder in de top 10: Ye en zijn scheiding, Ye en het uitstellen van zijn album, Ye en zijn verblijf in een concertzaal ter voorbereiding van dat album, Ye en zijn opvoeren van gecontesteerde figuren tijdens de presentatie van dat album, en Ye en zijn verzoening met Drake. Verder is er nog Adele en de shuffleknop op Spotify, en twee zaken die we ons nu al niet meer herinneren. Allicht iets over Finneas. Of Olivia Rodrigo.

Maar dé absolute blikvanger voor de gewone man, Jan Modaal, de man met de pet, de man met de kepi en de man met de kepi én het pistool is de ongeziene ontmoeting in Wineghem met de Belgische arm der wet. Het is een heerlijk verhaal over Vlaamse kruiperigheid en klassieke overreactie. Tekenend is dat het feit dat het om Ye ging relevanter oogde dan de eigenlijke grond van de zaak in de ietwat lacherige coverage van het voorval. Of het nu om één van de grootste sterren op aarde gaat, of om laat ons zeggen redacteur (sb) zou uiteraard helemaal niet mogen uitmaken voor de reactie van de vrienden van politiezone Minos. Ye, die samen met zijn lijfwacht een volledig gezichtsbedekkend masker droeg, werd in de taal van Niels Destadsbader aangemaand om het masker af te nemen. Toen Ye, nochtans een vermoed polyglot, niet meteen gehoorzaamde, trok de gespannen agent in kwestie zijn wapen uit de holster en richtte het naar de Wineghemse grond. Even vergeten dat zelfs de grond die Ye raakt ettelijke NFT’s waard is? We zullen het nooit weten. Net zoals we nooit zullen weten waarom het echte verhaal, namelijk dat een zwarte man die niet meteen de orders van de politie begrijpt als gevaarlijk gekwalificeerd wordt op basis van een masker, niet meer op de voorgrond komt. Ach ja, iets met kruiperigheid en overreactie allicht.    

Je zou het bijna vergeten te midden van deze glorieuze gebeurtenissen, maar 2021 was ook gewoon het jaar van ‘Donda’, dat zeker niet dramatisch bleek. En dit natuurlijk:

39. Catchy Bait

Eén van de grote maatschappelijke debatten dat eind 2020 echt ontbrandde naar aanleiding van de Vogue-cover van Harry Styles en in 2021 verder sintelde, kadert in een specifieke vorm van culturele toe-eigening. Kan een heteroseksuele artiest zich elementen van een cultuur die ontspringt uit een niet-heteroseksuele groep toe-eigenen, en meer specifiek in het licht van sprekende commerciële belangen? Het is een bijzonder gevoelige vraag, getuige ook de reacties op bijvoorbeeld Kid Cudi’s performance in een jurk bij SNL. In een tijd waarin Lil Nas X en consorten eindelijk een legitieme plek opeisen in de culturele mainstream – en het moet gezegd: met bloed, zweet en soms afgrijselijke reacties – is representatie een reëel thema geworden. Is het opportuun om, zij het goedbedoeld, als heteroseksuele artiest uit te pakken met een overduidelijk doelgroepgerichte beeldcultuur, terwijl leden van de doelgroep zelf de meest abjecte verwensingen moeten doorstaan wanneer ze hetzelfde doen? Het is een complex vraagstuk, en 2021 werd het jaar waarin het debat ook echt vlees kreeg. Meer dan genoeg om stevig in het zadel op nummer 39 te belanden.

38. Van God Los: hoe UH Fest een lichtend voorbeeld kan zijn

Het is 2024. Theo Francken grijnst naar de camera in de VRT-studio’s terwijl een live-update van Pieterjan De Smedt van bij het hoofdkwartier van het Vlaams Blok wordt aangekondigd. Tussen gezangen en gelal door krijgt hij een spontane bierdouche over zich heen. “Het is maar om te lachen”, zegt Francken nadat er vroegtijdig terug naar de studio is geschakeld. Voor de buis zien cultuurprofessionals hoe de ramp die in 2014 geïnitieerd werd, zich helemaal voltrekt.

We waren gewaarschuwd. We worden gewaarschuwd. Ook vandaag, tijdens dit schrijven, is de Vlaamse minister van cultuur iemand die, laat ons zeggen, geen fuck om cultuur geeft. In die mate dat er niet eens een afgescheiden departement voor bestaat. Vooruit, Pohlmann houdt een oogje in het zeil. Maar Pohlmann zit ook dichter bij een Vermeersch dan bij een Weyts. En ja, pseudo-intellectualisme is in deze context erger dan zwakzinnigheid.

In 2014 en kort erna werd er al (zwaar) betoogd en het Vlaamse middenveld is nog altijd niet dood en begraven. Er zijn zelfs kleine lichtpuntjes in het politieke spectrum en de N-VA doet op z’n minst federaal niet meer mee. Maar de culturele sector werd de afgelopen acht jaar amper gepolitiseerd en zonder die stap is ze ten dode opgeschreven. Nog slechter is het gesteld in Nederland, waar de sector tijdens de coronacrisis een schokkende tandloosheid toonde en op geen enkele moment het aftreden van het (demissionaire) kabinet heeft geëist. Een schot voor de boeg kwam er in Nederland al in 2019, toen Forum voor Democratie (denk een extremistische partij in een vroeg stadium, maar dan met veel meer cocaïne) een ferme overwinning haalde in de provinciale statenverkiezingen en uiteindelijk mee aan de macht kwam in Noord-Brabant. Uiteraard in het zadel geholpen door tsjeven, want ook daar zijn ze voor. Het resultaat: Brabant investeert vanaf 2023 nul euro in cultuur. 0. Zero. ‘Het nieuwe normaal’, klinkt het met een hoeveelheid cynisme die strafbaar zou moeten zijn.

In 2021 wordt Rutte herbevestigd als de goedlachse premier die Nederland steeds meer richting Verenigd Koninkrijk stuurt. Want hij gaat gewoon met zijn fiets naar het werk en hij doet het toch maar. Hij staat er, weet je wel. Links was nooit kleiner dan nu en extreemrechts – inmiddels 3 partijen sterk – verdubbelt het aantal zetels van links, of wat enigszins daarvoor kan doorgaan. Tien jaar na Halbe Zijlstra (die andere Jeroen Dijsselbloem) wacht de Nederlandse culturele sector schaapachtig op een nekschot. Wie niet vermarkt of zichzelf onmisbaar maakt, kan niet veel verder dan een jaar of twee vooruitkijken. Dat is vooral nefast voor onafhankelijke cultuur. Je weet wel: de dwarsliggers, het experiment, de alternativo’s. De linkse hobby’s.

Wat valt er te doen tegen deze perspectieven in de lage landen? Nou, heel veel.

Er zijn namelijk plekken zat in de wereld waar subsidies nooit aan de orde waren, of erger, censuur de belangrijkste randvoorwaarde is. Dankzij geld van de EU (zie het SHAPE-platform) valt het al bij al nog mee in Hongarije: festivals als UH Fest krijgen een bescheiden som en daar kunnen lokale of regionale overheden niet aan morrelen. Hun anti-Europees discours staat in schril contrast met de relatieve afhankelijkheid van de EU. Niet dat dit zal blijven duren, maar het speelt op middellange termijn wel een rol. En via dingen als SHAPE wordt dan een lage intensiteit cultuuroorlog uitgevochten tussen oost en west, tussen klassiek neoliberalisme en autoritaire kleptocratie. Tussen oorzaak en gevolg.

Voor de rest hoeven festivals als UH Fest helemaal niets. En ook als er ooit een Hongix komt, kunnen ze gewoon verder. De reden: de organisatoren, de betrokkenen, de vrijwilligers, iedereen behalve de muzikanten… worden niet betaald. En dat doen ze bewust: “Ons bestaan is ons statement”. UH Fest is bijgevolg robuuster dan eender welke stichting of vzw die subsidies nodig heeft voor alle overheadkosten (zonder over het programma te beginnen). Is dat een goed en na te streven model? Fuck ja. In een ideale wereld werkt niemand 38 uur per week en kan zoiets on the side en in alle onafhankelijkheid een belangrijke bijdrage leveren aan andere facetten van de samenleving. Arbeidsduurvermindering zou eis nummer één moeten zijn van de culturele sector. Nietwaar, Richard Nixon.

In een minder ideale wereld – in casu: de onze – zet een geval als UH Fest aan tot nadenken. Want wat willen we nu nog meer dan in 2024 een ‘minste kwaad’-regering met godbetert De Croo als premier en een opgegraven VDB als veruit de beste minister (waar hij ooit verguisd werd toen hij op Vlaams niveau het hoger onderwijs neoliberaliseerde)? Juist: het verzet opbouwen tegen extreemrechts door hen alvast buitenspel te zetten in de arena waar ze zich het liefst profileren: de strijd tegen cultuurmarxisme. En het leuke is dat het alleen maar kan leiden tot toenemende frustratie en dus nederlagen aan hun kant. Als ze je niet kunnen raken, ben je onoverwinnelijk. Op z’n minst tijdelijk. Dus don’t quit your day job.

37. Waarom Laurie Anderson ook nu nog essentieel is

Het voelt vreemd, zo’n veertig jaar na haar doorbraak, maar 2021 is een Laurie-Andersonjaar geworden. Niet alleen is er de pandemie, die noopt tot een enorme versnelling van de uitrol van moderne technologieën, of de nieuwe zingevingsgolf die uit de pandemie volgt en zal volgen, maar ook Andersons output zelf is Andersoniaans en Andersonesk. Er was uiteraard het optreden op Jazz Middelheim met John Zorn en Laura Cromwell, maar ook met de heerlijke lezingen in het kader van de Norton Lectures – het zesdelige Spending The War Without You – zet Anderson zich opnieuw in de kijker als visionair denker, die zowel naar vorm als inhoud radicaal anders durft te zijn. De ‘lezingen’ zijn eigenlijk pure performances die handelen over verlies, aanvaarding, troost en uiteindelijk het artistieke, maar vooral goede leven. Tegen de achtergrond van een door Anderson ontworpen visual worden hints gegeven van hoe om te gaan met dat tergende leven, worden flarden levenslust de antenne in gestuurd.

Laurie Anderson brengt haar monsterhit ‘O Superman’. Hoezo niet terugkijken?

De kern van Andersons betoog is zeker deels spiritueel, maar ook vaak heel erg tastbaar. Hoewel maatschappelijk steeds vaker wordt teruggegrepen naar een onaantastbaar en inherent onbereikbaar verleden, predikt Anderson zoals steeds de vooruitgang, niet onder strikt economische of technologische voorwendselen, maar louter conceptueel: “It becomes an act of faith to keep going forward“. Het is een broodnodige lezing in een tijd die gekenmerkt wordt door krampachtige stilstand en het onvermogen om een toekomst vorm te geven. Anderson spiegelt geen absurd utopia of een overtrokken technopolis voor, maar een reële, ambitieuze volgende etappe.

36. Postmodernisme: Coco Jr. en Self Esteem

Er zijn momenten die een cultuur tekenen, vorm geven of radicaal veranderen. Alles klopt dan, of net helemaal niet, maar alleszins lijkt de wereld even stil te staan. Denk aan de kus van Madonna en Britney Spears (zie ook nummer 39 uit deze lijst), denk aan ‘Fuck Robert Palmer!‘ op Werchter ’81 (zie ook nummer 43 uit deze lijst). En nu is er Coco Jr.

“Het lijkt wel in de zomer, heel leuk”, mijmert Davina Michelle. Een extatische Johannes Genard kan niet blijven stilzitten en shaket zich richting het nirwana. An Lemmens kijkt ondertussen peinzend naar Coco Jr., zich afvragend of hij bewust de jambische pentameter uit de weg gaat in zijn frasering. Want ritmische vrijheid is de essentie van deze allesomvattende performance. Zeg niet dat hij de tel durft te missen, wanneer hij intentioneel de bakens van de ritmiek verzet en iedereen zo op het verkeerde been zet. In deze tijden van Wallaciaans hyperbewustzijn, is het bewonderenswaardig dat Coco Jr. in ‘Risin’ (origineel van Natalia) zich op de tijd als vluchtig concept richt. Wie kan immers stellen dat de timing bij de inval telkens fout zit, wanneer tijd een bijzonder complex en bovenal relatief fenomeen is?

Over hyperbewustzijn gesproken: een ander postmodern scharniermoment in 2021 is de onverwachte doorbraak van Self Esteem. Rebecca Lucy Taylor, onder meer bekend van Slow Club, is een verademing in het poplandschap. Niet te gepolijst, niet vies van character development en een grote dosis zelfrelativering. En mét een resem vileine hits onder de arm (die titeltrack! Hoort u Son Lux ook?) Met een moniker die onderstreept hoe lastig het voor Taylor is geweest om zichzelf als waardevol genoeg te zien, is het contrast met de exuberantie en het decadente zelfvertrouwen van Coco Jr. groot. Maar in essentie doen ze hetzelfde: enkel vooruit kijken. ‘Prioritise Pleasure’ is gestoeld op een heerlijk puberale, ongecompliceerde weg naar zelfliefde. Een weg die wij doorheen deze top 50 uiteraard ook zonder schaamte bewandelen.

35. Mdou Moctar en het zog

De combinatie van Touaregmuziek en elektrische gitaren roept onwillekeurig associaties op met Tinariwen en Tamikrest. Maar terwijl de opvolger voor ‘Amadjar’ nog steeds op zich laat wachten, was 2021 vooral het jaar waarin rijzende ster uit Niger Mdou Moctar zijn doorbraak wist te consolideren. Twee jaar geleden wist hij al de aandacht te trekken met ‘Ilana: The Creator’; het dit jaar verschenen ‘Afrique Victime’ is wilder, vrijer en meer ongepolijst dan zijn voorganger. Moctars linkshandige speelstijl is tegelijk elementair en virtuoos; in plaats van vliegensvlug de hele nek van zijn gitaar af te tasten schuilt zijn behendigheid sprankelende hammer-ons en pull-offs, die het tranceverwekkende karakter van de muziek versterken.

‘Afrique Victime’ is soms een vurig j’accuse, soms een sentimentele mijmering. De taal van de teksten is het Nigeriaans, die van de muziek universeel. Dat leidt tot credo’s als “de muziek neemt de luisteraar naar een andere plaats” of “een heropleving van het leven” – immers: het aanbieden van een sonische reis was ook het motief van de plaat. De bestemming is echter ook die van de Franse koloniale uitbuiting, de huidige exploitatie van uranium, vrouwendiscriminatie, instabiliteit en het gevecht om rechtvaardigheid, waar meerdere nummers over gaan. Een schril contrast geluid–betekenis, al moet gezegd dat de hele plaat hoopvol en strijdvaartig klinkt – in een schreeuw om eenheid.

34. 3D+K: Dalt, Dilloway, Dillon en Klein

2021 was ook het jaar van een heel aantal interessante elektronische releases, waarbij vooral een paar straffe vrouwelijke artiestes in het oog springen.

Lucrecia Dalt en Aaron Dilloway maakten een opvolger voor hun eerste collab met field recordings uit het Amazonewoud. ‘Lynchiaans’ is een door recensenten vaak misbruikte term, maar het komt in de buurt van het buikgevoel van ‘Lucy and Aaron’. Dalt en Dilloway creëren een luchtig en surreëel universum waarin desondanks een soort atmosferische dreiging schuilgaat. Dat universum bevat evenzeer knipogen naar new weird America als naar trancemuziek – een prachtig eerbetoon aan ieders innerlijke weirdo.

Beatrice Dillon tourde intussen met het vorig jaar uitgebrachte Workaround. Samen met Kuljit Bhamra toonde ze een enorme tour de force door het werk live te deconstrueren. Met de loops van de tien tracks als basis en Bhamra’s virtuoze polyritmes wist Dillon de geest van het album te vatten met een minimum aan samples en een maximum aan sfeerschepping. Het huwelijk van de Caraïbische en Arabische percussie met Dillons gesofisticeerde soundscapes resulteert in een geluidswereld waar we maar geen genoeg van krijgen. Graag zeer snel nieuw werk.

Tot slot nog een eervolle vermelding voor Klein, die op de valreep voor deze Lijst der Lijsten nog een meer dan verdienstelijke plaat uitbracht – ‘Harmattan’ heeft misschien wel de coolste sound die we het afgelopen jaar hoorde, en is nu al een pièce de résistance in de jonge carrière van de Londens-Nigeriaanse producer. Ons favoriete moment? ‘Roc’, waar ze vuurwerk samplet in een etherische freejazz-improv. Maar luister gewoon meteen het hele album, want echt alles wat deze vrouw aanraakt – jazz, grime, ambient – verandert in goud.

.

33. Clubbing als cultureel erfgoed: crying at the discotheque

Do you know where your teenager is at 5 o’clock in the morning?

Samantha Fu – Theme From Discotheque

De kans is groot dat het antwoord op bovenstaande vraag niét de zweterige hoeken en kieren van Fuse, Kompass of – smaken verschillen – Carré is. Na een gitzwart 2020 moest 2021 soelaas bieden. Zaken als het Covid Safe Ticket brachten even verlichting en enthousiaste feestgangers konden zich weer opmaken voor tal van mooie affiches. Zo kwam Ed Banger Records recent nog zijn talenten etaleren in C12 te Brussel. Mooie liedjes duren echter niet lang: met de herfst om de hoek nam het sneeuwbaleffect van de stijgende cijfers alleen maar toe. De drop bleef uit, zowel in de statistieken als in de clubs. Eerst was er nog de uitgestoken hand die soms iets weg had van een middelvinger: testen en mondmaskers moesten ervoor zorgen dat de clubs open konden blijven, maar ook dat werd een week later van de baan geveegd. Er knippert weer een rood neon-licht op de deuren van clubs, en niet één waar men vrolijk van wordt. Huilend naar de club!

Zien we in de nabije toekomst nog clubs in België naar het hiernamaals vertrekken? Foto door ©Kioni Papadopoulos

En ja, binnen afzienbare tijd zullen de deuren weer open gaan. In de lente zullen de open airs weer grossieren. Ondertussen blijft het echter bang afwachten op de volgende dreun en stelt de vraag zich hoeveel slaag de sector nog kan incasseren. Het doet de blik over de landsgrenzen glijden om te kijken hoe men daar omgaat met de clubsector.

Zo zit in Duitsland de schrik voor Clubsterben er al ettelijke jaren in, nog voor Covid-19 zich op de gastenlijst wist te wurmen. Die angst bleek niet altijd terecht: akkoord, een aardig aantal clubs liet voorgoed de deuren dicht, maar er was ook een aardige instroom aan nieuwe zaken waar feestgangers vriendelijk verzocht worden om hun camera af te dekken. Toch kregen clubs in Berlijn een tijdje terug al een welkom duwtje in de rug. Onder aanvoering van Peter Raue, advocaat van Berghain, kreeg de clubscene uit de Duitse hoofdstad uiteindelijk de status van cultureel erfgoed. Hierdoor betalen technoliefhebbers met glazige ogen de facto evenveel btw (7 procent) als toeristen die in het theater naar Het Zwanenmeer gaan kijken. Een verlichting van de zorgen voor de uitbaters; toevallig ook iets wat net veel bezoekers ook op het oog hebben.

In Zürich heeft men in 2017 het Duitse voorbeeld gevolgd. Ook Amsterdam gaat overstag en in Frankrijk ziet men de clubscene steeds vaker als een volwaardig lid van de culturele familie. Dient men in België ook soortgelijke stappen te zetten? Een reden waarom beleidsmakers vaker op de rem gaan staan wanneer het ter sprake komt zijn de negatieve externaliteiten die hand in hand gaan met het nachtleven. Denk bijvoorbeeld aan het robbertje armworstelen tussen Mathias De Clercq en Kompass Klub. Het zijn problemen die minder spelen bij bezoekers van pakweg het Red Star Line museum. En toch: in tijden waarin men cultuur terecht steeds breder gaat interpreteren en de lijnen tussen sectoren vervagen, valt er wel degelijk een lans te breken voor onze clubs. Dat moet zelfs geen permanent financieel infuus zijn; veel van onze nachtelijke tempels zouden al gebaat zijn bij een spreekwoordelijke boosterprik om de barre winter(s) door te komen.

32. Nederlandstalig is terug

Buiten die van Fresku verschenen er in 2021 eigenlijk nauwelijks releases van grote, gevestigde namen in het Nederlandstalige muzieklandschap (behalve Bazart dan). In de plaats daarvan kregen we een resem artiesten die in pijlsnel tempo de charts wisten te bereiken, voornamelijk – in lijn met pakweg Adele, Rosalía, Prince, Usher of de eerder genoemde Angèle – fungerend als mononiem: Maan, Freek, Froukje, Kevin, Stien, Abel, Yade Lauren (die Jade Lauren heet), Suzan, Antoon, Camille, Simon, en, euh, Ingeborg. Yello deed de moeite er ‘Yong’ voor te zetten; Joost Theo Sylvio maakte er nog ‘Josylvio’ van.

Een paar zijn toch het bespreken waard – anderen niet, wetende dat pakweg Kevin zichzelf omschrijft als “die jongen met die trage flow”. Er kan voorzichtig geconcludeerd worden dat het muzikaal jaar op Nederlandstalig gebied grotendeels gedomineerd werd door Froukje en S10: eenzelfde soort melancholieke ballads met een andere insteek qua tekst, maar gelijkaardige vinger aan de pols wat betreft thema’s als onrust en urgentie. Beiden worden meer dan eens samengevat met ongelukkige credo’s als “spreekbuis van een generatie die taboes wil doorbreken”, te meer door hun jonge leeftijd. Donkere gedachten en de reactie daarop lijken meer dan eens de rode draad, al was dat bij pakweg Fresku op zijn laatste twee albums niet anders. Opvallend zijn de samenwerkingen die de landsgrenzen oversteken, maar het taalgebied niet: S10 en ZG, S10 en Bazart, Bazart dat op de Nederlandse omroep Froukje covert. Het is een fenomeen dat we kennen – zie vorig artikel uit de #SR50, maar zie ook pakweg Eefje de Visser, Sticks en Typhoon. Zo’n internationale samenwerking van kleiner formaat was die van monokimono en puntjudith, maar dankzij die eerste (die we kennen van ‘IJsjes’, maar nu elektronischer klinkt), viel onze aandacht vooral op die tweede – die enkele prima nummers uitbracht, deels door middel van een concertfilm.

Dat de voornoemde maatschappelijke problemen het hot topic werden als onderwerp van een cultureel product, was al duidelijk. Nieuw is wel het antwoord dat Hang Youth daar sinds vorig jaar op formuleert – in 2021 met titels als ‘Je haat geen maandag, je haat het kapitalisme’, ‘Drillrap is niet het probleem’ of ‘De economie’ – maar dan de caps-lockversie. Solo brengt Abel de onderwerpen die Hang Youth links laat liggen, waarvan het album ‘Ⓐ’ getuigt: meer narratief, minder noodzaak. Single ‘Komt Goed’ (ft. Sef, niet op de plaat) klinkt zelfs optimistisch: “Ja en je moet geen ruzie zoeken met een sake sommelier, die man doet ook gewoon zijn werk, plus het is fucking onbeleefd.”

In België was er vooral Yong Yello, die met Belcantiaanse metaforen vertelt over wie men vooral niet wil zijn. Ook uit de tuin van Eigen Makelij was er Pasi, die met de EP ‘Oude God’ over rust en relativering binnen postkoloniale beroering zingt (en samplet). Twee weken geleden bracht NAG, eveneens voormalig lid van het collectief, de EP ‘Quatch’ uit, waarvoor hij deels kan leunen op het netwerk van Zwangere Guy, onder meer via the man himself en Jean Jass. Papa ZG weet intussen steeds meer zijn pupillen naar voren te schuiven, waaronder ook Freddie Konings. Met ‘Onbeschrijfelijk’ kregen we wel een verdiende ode aan degenen op wie de maatschappij – opnieuw – leunt, al klinkt dat nu wat ironisch.

Laat dit echter geen artikel zijn over de wedergeboorte van Nederhop. Meetsysteem bracht enkele interessante nummers uit en kondigde samen met Victor de Roo (!) de EP ‘Was het maar niet zo’n feest’ aan; Broeder Dieleman treedt tegenwoordig op met CVHE als Gebroeders Dieleman van Eeckhout, en verschillende covers maakten de voltallige band van Amenra ook zelfzeker genoeg een Nederlandstalig album op te nemen.

Verder is er natuurlijk nog Madou, maar daar hebben we het over gehad. En er is een nieuw lid van K3, uiteraard. Wat een jaar.

31. Wat onthouden we van DJ-sets in musea?

Herinnert u zich toen Charlotte De Witte optrad in een lege Kompass Klub met veel te harde blazers, anno maart 2020? Spectaculair. Maar waarom een dj-set organiseren in een lege club wanneer andere locaties een boeiender decor vormen? Precies dat is wat verschillende musea vanaf de tweede helft van vorig jaar gedacht moeten hebben – toen ook livestreams van FKA Twigs en Chris werden uitgezonden vanuit respectievelijk het Hertford House en La Chapelle des Beaux-Arts (zie punt 18 van vorig jaar). Een dj-set is natuurlijk een stuk langer, en dan is er ook meer te zien. Het Museum für Naturkunde Berlin had dat door: tijdens een stream valt veel te vertellen, en werd de scenografie zelfs aangevuld met tekst. Wist u bijvoorbeeld dat het museum slangen die hun prooi aan het verslinden zijn op sterk water heeft? Kijk. Dankzij Dominik Eulberg wel.

Er zijn talloze andere voorbeelden waarbij slechts één ruimte getoond of betreden wordt: buiten, waardoor de architectuur van het gebouw aandacht krijgt (zie bijvoorbeeld de set van CAMILA JUN voor het nationaal museum van Brazilië, een onovertroffen ontwerp van Oscar Niemeyer), of de inkomhal. Een veelbekeken set is die van Peggy Gou uit 2018 in het Palais des Beaux Arts de Lille, maar ook het concept ‘iiimagine’ streek enkele maanden geleden in het KMSKA neer voor een gelijkaardige interventie. Kunstwerken of museumarchitectuur moeten in zo’n geval meer dan eens plaatsmaken voor blitse lichtshows – zie ook bijvoorbeeld de stream van David Guetta aan het Louvre, op oudejaarsavond 2020.

Interessanter is het wanneer de streams zelf superimposed beelden tonen van stukken uit de collectie versus de artiest aan het werk. Het Metropolitan Museum of Art deed dat meer dan prima met de reeks ‘Sonic Cloisters’: relevante namen (Jlin!), boeiende visuals, inhoudelijke dialogen tussen beeld en klank. Daarnaast vertrokken de artiesten vanuit de specificiteit van de locatie, “as the inspiration and starting point for new electronic music“. In Londen speelde zich intussen iets gelijkaardig af: OK Williams, Saoirse B2B Shanti Celeste en Midland traden op in dezelfde zaal van het V&A, maar visuals en belichting – dus atmosfeer en beleving – waren in elk geval anders. Dat is wel net hoe de muziek zich presenteert als meerwaarde: een standbeeld van Giambologna is indrukwekkend, maar een standbeeld van Giambologna in dialoog met interventies van OK Williams is dat toch nog meer.

De Fondation Beyeler tenslotte, toonde aan hoe een dj-set naadloos kan aansluiten bij het curatorieel programma. Nadat Olafur Eliasson het museum vulde met een groene vloeistof en waterplanten, zorgden Seth Troxler & Phil Moffa voor een “synästhetischen Erfahrung waarvan de soundscapes de vergankelijkheid van het water leken te vatten (overigens: Troxler en Moffa stonden als hun alias Lost Souls Of Saturn ook in de MET Cloisters). Het duo Adriatique performde tijdens de tentoonstelling ‘Arp-Rodin’ en zorgde voor een optelsom van vier (let op het effect van de ritmische belichting op het brons en marmer); Frank Wiedemann en Mathew Jonson deden iets gelijkaardig met Claude Monet en Tacita Dean.

Lang voor Zuckerberg zijn Metaworld aankondigde, maakte Beyeler haar museum reeds een “hyper-realistic total work of art“, waarbij ook kunstwerken hun weg vonden naar die 3D-omgeving: Paul Klee en Auguste Rodin, maar ook onder meer de fotograaf Wolfgang Tillmans, die ook als muzikant ook te horen is op 10:00 en 55:30 (zie hieronder, en zie zijn soundcloud voor zijn vorige maand uitgekomen album ‘Moon in Earthlight’ – en het klinkt even dystopisch als de titel luidt).

Samengevat: “Throughout the stream, the artworks and the building’s architecture will be interpolated with artificial intelligence-based visual and particle effects in sync with the music. The result will take the audience beyond anything they have ever seen in a museum.” Het is een perfect voorbeeld van hoe noden en mogelijkheden elkaar aanvullen, waarbij het ene effectief bijdraagt aan het andere. En voor de sceptici: onderzoek zou wel aantonen dat eerder “laagdrempelige” kennismakingen met musea wel kunnen leiden tot meer bezoek. We zullen zien.

Uitgelichte afbeelding: Laurie Anderson performend in het Dominion Theatre, London, 1983. Foto: Paul Natkin/Getty Images.

Close
Menu