december 21, 2020
Geschreven door: admin

#SR50: 20-11

Bernie Sanders tijdens een bijeenkomst met Public Enemy Radio, Sarah Silverman, Dick Van Dyke en anderen. L.A.’s Convention Center, 1 maart 2020. Een paar dagen later stond de groep op splitsen © Rolling Stone.

Er zijn vele zaken die ons in de voorbije twaalf maanden hebben bezig gehouden. Een pandemie, het verder ontrafelen van de multilaterale wereldorde en de trap tegen de lat tegen Lazio Roma van Charles De Ketelaere, maar één vraag brandde ook het grootste deel van 2020 op ieders lippen: hoe heet de kat? En jawel, na al die jaren werd gewoon duidelijk dat de kat ‘Picasso’ heet. Straatprotesten in Venezuela stierven een stille dood, Wit-Rusland omarmde de deliberatieve democratie en ook in België kwam de zevende staatshervorming eindelijk los. De appreciatie voor de kat Picasso leidde in Brussel tot de benoeming van Carles Puigdemont als vast lid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, als belichaming van de nationalistisch gekleurde overdracht van de defensiebevoegdheid naar de Gemeenschappen, aangezien het logischerwijs om een persoonsgebonden aangelegenheid gaat. Maar genoeg over Picasso, de #SR50 dendert ondertussen gewoon verder richting absolute top. De top 20 wordt onder meer gekleurd door Bernie Sanders, Richard Krajicek, Alexander De Croo, Boris Vian, Mucky en Paul Mescal.

20. Actress maakt een album om in te lijsten

Actress ofte Darren J. Cunningham mag stilaan als de meest enigmatische en diepgaande producer van het Verenigd Koninkrijk beschouwd worden. Zeker zolang Burial het verzuimt om een nieuwe langspeler uit te brengen. Spoiler alert: dat gebeurt wellicht nooit meer; de kersttracks en vooral alle idioten die gelijk de vinyl kopen, leveren hem genoeg op om te rentenieren.

Actress dus. ‘Karma & Desire’ is één van de beste albums van 2020. Een dubbelaar die je meeneemt en een echt verhaal vertelt. Het toont vooral de persoon achter Actress en dus niet louter het mysterie van weleer. Zoals altijd is er een link met UK garage en house, maar Actress laat je nooit echt dansen. Actress laat je voélen. Eerder gebeurde dat met glitch, onaardse bass en asociale mindfuckery – wie ooit een Actress-liveset zag, weet wat bedoeld wordt. Nu gebeurt het écht tussen je oren en blijft het ook dagenlang hangen. Een cruciale plaat die de deur naar grootse dingen wagenwijd openzet. (mp-h)

19. Vreemde politieke huwelijken

Het gemak waarmee dit jaar de gehele geschiedenis heeft opgeslorpt en weigert om ze in enige coherente vorm weer uit te scheiden, is bewonderenswaardig. Trump mag dan zijn weggestemd en Cummings weggestuurd, de plejade aan politieke contrarumba’s die we sinds einde vorig jaar zagen, is niet meer te stuiten. Bernie Sanders die samen met Dua Lipa de universele gezondheidszorg bediscussieert, Bernie Sanders die met Cardi B de bestrijding van het coronavirus evalueert, Bernie Sanders die met Mark Ruffalo, nu ja, de wereld verbetert waarschijnlijk of één of ander schandaal blootlegt. Het moet immers niet altijd Emmanuel Macron zijn die Schumann speelt. En dan vergeten we nog Alexandria Ocasio-Cortez die de hits van Ariana Grande gebruiken mag om haar politieke agenda te illustreren: ‘Break Free: student loan debt forgiveness!’. Aan de andere kant van het spectrum – een centrist zou gewag maken van een tripje van Rusland naar Canada – is er uiteraard de bromance tussen de edelmoedige verliezer van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, Kanye West, en The Donald. Of Little Pimp natuurlijk. Dichter bij huis was er dan weer een fel gesmaakte passage van The Starlings tijdens de lancering van het kerstmanifest van Joachim Coens.

Usher en ADC, alias Alexandria De Crotez. Beeld gedeeld op het twitteraccount van Alexander De Croo.

Politiek is in 2020 meer dan ooit een gevalletje vluchtige form over substance geworden, een tendens die uiteraard al langer kenbaar is. En laat de koning van de vluchtige en grijpgrage esthetiek, de Artiest, nu net uitermate geschikt zijn voor een paringsdans. Een paringsdans zoals makelaars ze al decennia kennen. Waar schreeuwerige visuals de deur vaak openen, leidt de kunstige makelaar de triestige onverlaat richting eetkamer, gevuld met sugar coated polkadots en een televisie die La Dolce Vita uitschreeuwt. Cultuur met grote ©. Niets dat een immokantoor echter zo helpt als een streepje good old-fashioned music bij de knisperende haard. Of het nu Conner Rousseau is die met ‘Jerusalema’ tere zieltjes wint, of Van Morrisson met de anti-lockdownblues.

2020 is politiek de vervolmaking van de droom die popart voorschreef: reproductie als motief, oppervlakkigheid als essentie. Dat de drang naar bereikbare oppervlakte vaak tot vreemde huwelijken leidt, is geen complete nieuwigheid, maar 2020 spant voorlopig toch de kroon. Op naar Alexander De Croo ft. Tom Smith met ‘Papillon’? Georges-Louis Bouchez ft. Damso? Urbanus ft. Theo Francken? Wie zal het zeggen. Eén ding is volkomen zeker: Aaron Dessner zal de productie van ál deze samenwerkingen verzorgen. (sc)

18. FKA Twigs en Chris gaan full baroque

We waren allicht even aangedaan als u bij het lezen van FKA Twigs’ getuigenis in The New York Times vorige week. Terwijl de invloed van de breuk met Robert Pattinson op haar album ‘Magdalene’ nog breed besproken werd, maken de aan het licht gekomen feiten sommige lyrics eens zo wrang en wreed.

De tour van dit gedeeltelijk door Nicolas Jaar en Daniel Lopatin geproducete album was van bij aanvang weergaloos, met geplande passages op zowat alle grote Europese festivals – op Primavera na. Wat we dit jaar wél zagen, was FKA Twigs’ begeleiding van de presentatie van Valentino‘s mannencollectie: een bijna sacrale, etherische sfeerschepping. Allicht is het het beste voorbeeld van de visuele vertaling van Twigs’ oeuvre: de zoektocht naar de verbinding tussen de kunstgeschiedenis en het narratief van Maria Magdalena. Eerder bracht ze ‘Cellophane’ in het Hertford House, waar de Wallace Collection gevestigd is, en in haar zelf-geregisseerde video’s volgt de ene referentie de andere op. Haar sinds jonge jaren opgebouwde interesse in ballet, opera en klassieke muziek, combineert ze sinds haar laatste album met danstechnieken rond een paal en vechtkunst met een slagzwaard, zo vertelde ze in een gesprek met Yung Lean. Met kunstenares Lyle XOX werkte ze aan een reeks sculpturen die de portretkunst van de zeventiende eeuw echoën. De reeks, getiteld ‘Dazed Beauty‘, vertrok van door onder meer Phoebe Waller-Bridge en Benny Blanco afgestaan huisvuil.

De volledige omarming van barok kwam er met de reeks ArtZoom, waarin artiesten gevraagd werden om werk van een zelf gekozen kunstenaar toe te lichten. Voor Twigs werd dat Artemisia Gentileschi: getormenteerd kunstenares in een tijd van minieme mogelijkheden voor vrouwelijke artiesten. Na haar terugkeer uit Firenze, waar ze als eerste vrouw was toegelaten aan de Accademia di Arte del Disegno, verliet Gentileschi haar man in Rome en opereerde volledig onafhankelijk. Algemene appreciatie kwam er pas recent, onder meer met een lang verwachte tentoonstelling in de National Gallery te Londen – tevens een van de eerste die bezoekers een ticket laat kopen voor een digitale rondleiding. Er werden vraagtekens bij geplaatst, maar voor die andere kunstvorm, muziek, is dat intussen al lang geen uitzondering meer.

FKA Twigs’ leeftijdsgenoot Héloïse Adélaïde Letissier, beter bekend als Christine and the Queens, trok een gelijkaardige, zij het iets bravere, esthetiek naar zich toe. De EP ‘La Vita Nuova’ werd uitgebracht ondersteund door een film opgenomen in en rond de Opéra Garnier – met Félix Maritaud, die we kennen van het eerder besproken ‘Lux Æterna‘, en Caroline Polachek, die vorig jaar haar debuutalbum ‘Pang’ uitbracht. Met de titeltrack ‘La Vita Nuova’ droeg ze ook bij tot Chris’ plaat, die toch vooral gekenmerkt wordt door het schitterende ‘People I’ve Been Sad’. In een barokke chiaroscuro bracht ze het nummer vorige maand in La Chapelle des Beaux-Arts, omgeven door kopieën van werk van Michelangelo, Paolo Veronese en tijdsgenoten. Nostalgie is terug actueel, zoveel is zeker. (sb)

‘Maria Magdalena in Extase’ van Artemisia Gentileschi (eerste helft van de jaren 1620), ergens in een private collectie, en FKA Twigs tijdens haar Magdalena Tour in 2020. Geplukt van het Instagramaccount ‘fkartwigs’.

17. Spinvis doet het weer

Hold my gemberthee, moet Spinvis gedacht hebben, dat kan ik ook, en hij begon het jaar met een concert met B.O.X., het collectief rond Pieter Theuns dat hedendaagse muziek barokklanken laat ontmoeten. Pakweg ‘Loop der Dingen‘ werd plots begeleid door onder meer een theorbe en een zink. Die dialoog met de zeventiende eeuw was nóg directer toen Spinvis de eerste was die deelnam aan ‘Bekijk het Mauritshuis met je oren’, waarin het Haagse museum Nederlandse artiesten vroeg om te vertellen over een schilderij in de vorm van een lied. Voor Spinvis werd dat het ‘Meisje Met De Parel’, ondersteund door een pulserend kamerkoor. “Haar gezicht gaat de hele wereld rond. Andy Warhol zei het al: ‘Het is niet zozeer het origineel als het icoon’. Ze was niet bedoeld om zo beroemd te worden als ze is,” legde Spinvis uit. Intussen is het Rijksmuseum er met een gelijkaardige serie, met De Jeugd van Tegenwoordig als eerste gast. “Goede kadetten ook in beeld, hij heeft zeker gesquat ook,” lichtte Faberyayo, Spinvis-liefhebber van het eerste uur, zijn keuze voor ‘Adam en Eva’ (1592) toe.

Maar dan werd de sprong gemaakt naar de jaren 1990, met het vintage Spinvis nummer ‘De Dag Dat Richard Krajicek Wimbledon Won’: een gebeurtenis op 7 juli 1996 gevat in een esthetiek à la David Byrne, een baslijn zoals Peter Hook op New Orders ‘Regret’ liet klinken en met zelfs – vraagteken – een geraffineerde knipoog naar ‘The Bends’ uit 1995. Een schitterend nummer over hoe een sportgebeurtenis leidde tot een herinnering van de datum van een anders vrij futiele dag, toen nog als drummer in een coverband zonder hihats. Het moet zowat de antipode zijn van ‘Voor Ik Vergeet’ uit 2002, dat een opsomming is van concreetheden of, later in het nummer, vage herinneringen die vergeten kunnen worden. “Het einde is extra wrang, doordat het de bijzondere persoon vermaakt tot iets wat in principe ook een ‘toestand met een huis’ is,” zei Faberyayo. De ene analyse is de andere niet.

‘Voor Ik Vergeet’ dateert nog van de tijd dat Spinvis alles zelf deed – een eenmansband, weet u wel. Voor de nieuwe plaat ‘7.6.9.6’ werd Erik De Jong weer verantwoordelijk voor het mixen en arrangeren van met WeTransfer toegestuurde bestanden, met als resultaat een album dat meer vragen bood dan antwoorden, zoals onze man eerder schreef. Het was wachten op single ‘Picasso’ om de Spinvis terug te ontmoeten zoals we hem al sinds onze jeugd kennen – echt verbazen deed het niet, toen hij vertelde dat de akkoorden en de melodie al vijftien jaar bestaan. Maar ‘Picasso’ heeft even weinig met schilderkunst te maken heeft als ‘De Dag Dat Richard Krajicek Wimbledon Won’ met tennis. Spinvis’ eigen hang naar abstractie (kubisme?) kwam nog meer dan in de lyrics tot uiting in de titel van het album: een arbitraire opeenvolging van getallen, die geen aanzet is tot de manier van luisteren.

Wat performancekunstenares Marina Abramović deed met stilte, deed Spinvis met muziek: het ontvangen van een vreemde op anderhalve meter, het doordringen met een persoonlijk opvoeren van een werk. Het zal u maar wezen, wanneer Spinvis aanvat met “Ik zweet als een otter, begon het al eerder?”. Buiten de zestien aanwezigen tijdens dit Rode Loper Concert, zoals het heette, waren we allen aangewezen op digitale opnames van live uitvoeringen. Spinvis leek er prima in te gedijen. Zo was er het concert vanuit zijn ondergrondse studio Het Vaticaan, of dat in het weide landschap van Vlieland, hartje Wadden. We hoorden nieuwe versies van oude nummers, iets wat Spinvis sinds altijd karakteriseert: dit jaar werd zijn opname in het kader van ‘2 Meter Sessions‘ uitgebracht, oorspronkelijk daterend uit 2007, met prachtige uitvoeringen van onder meer ‘Een Nagemaakte Gek’ en ‘De Tuinen van Mexico’. Van twee naar anderhalf, verkleint de afstand dan toch?

Ah, die digitale wereld. Sommige muzikanten gaan er ver mee. Marcel van As, drummer bij Spinvis, bracht onder het alias togethermachine het album ‘[[]]’ uit: symbool voor de omhelzing van de digitale wereld. De vocals komen uit Old Time Radio, een archiefplaats van oude hoorspelen. Op termijn zou togethermachine een interactief platform worden, een aanzet tot collectieve creatie. Iets om in de gaten te houden tijdens 2021. (sb)

Picasso en zijn kat Minou, 1954, fotograaf onbekend.

16. Kennen jullie Phoebe Bridgers al?

2020 is hét jaar waarin Phoebe Bridgers alomtegenwoordig werd. Naast het uitbrengen van haar tweede album ‘Punisher’, wendt ze alle mogelijke kanalen aan om het merk Bridgers in de markt te zetten. De live-sessies in pyjama vanuit haar slaapkamer zijn stilaan ontelbaar. Daarnaast deed ze voor Playboy een interview met schrijfster Carmen Maria Machado (‘In The Dream House’ is ten zeerste aan te raden voor literair vertier). Samen met Maggie Rogers coverde ze ‘Iris’, en wat dan te denken van de collab met Kid Cudi? Met ‘If we’ll make it through december’ als kerstcover legt ze dan weer de vinger pijnlijk op de maatschappelijke wonde. Verder herwerkte ze nog een aantal van haar eigen nummers samen met Rob Moose en op de koop toe wist Bridgers ook nog eens Paul Mescal via een Instagram Live te versieren voor haar laatste videoclip. Dat ze zoals het een ware millennial betaamt de sociale en andere media kan bespelen, is wel duidelijk geworden.

Voor de ware adepten van humoristische sadcore was Bridgers echter al lang geen geheim meer. Niet enkel met haar debuut kon ze triestige planten veroveren, maar ook haar samenwerkingen met Conor Oberst (Better Oblivion Community Center) en met het duo Lucy Dacus/Julien Baker (boygenius) creëerde de nodige deining in de indiestratosfeer. Phoebs weet dan ook als geen ander verhalen tot leven te wekken die gedrenkt zijn in melancholie. Wat te denken van de zinsnede “But you know I’d stand on the corner/Embarrassed with a picket sign/If it meant I would see you/When I die” in ankerpunt ‘Chinese Satellite’? Maar goed, memequeen Bridgers heeft haar plaats in deze lijst niet enkel aan ‘Punisher’ te danken. Ze is bovenal de vrouw die ‘7/11’ linkt aan Japan (en niet aan acid, zoals Yung Lean dat deed) en die al haar celebrity crushes in 2020 perforce voor of achter de camera trok. Hoewel haar litanieën omtrent lockdowns en andere maatregelen duidelijk zijn, lijkt het fenomeen Phoebe Bridgers erg goed te gedijen in tijden waarin een Instagram Live een volledig leven moet omvatten. (th)

15. Sevdaliza bevestigt met ‘moeilijke tweede’

Voor Sevdaliza, ofwel Sevda Alizadeh, was een muzikale carrière niet altijd het meest voor de hand liggende levenspad, noch een prioritair doel. Overleven komt immers altijd op de eerste plaats. Op haar vijfde moest ze samen met haar ouders vluchten uit Teheran en kwam ze ‘van god los’ in Nederland terecht. Er lag een professionele carrière in het basketbal in het verschiet – ze schopte het zelfs tot het Nederlandse nationale elftal – maar toen gooide ze gooide het roer abrupt om. Het is op haar 29ste, in 2017, dat haar eerste album ‘Ison’ uitkomt, waar ze meteen wereldwijde furore mee maakt. Het vuur blijkt vreemd genoeg echter vooral buiten Nederland over te slaan. Op verschillende internationale showcasefestivals wordt ze als grote belofte gepresenteerd. Uiteindelijk wordt Sevdaliza zowel voor ex-landgenoten als voor huidige landgenoten een household name en een figuur om naar op te kijken.

Drie jaar later heeft ze met ‘Shabrang’ een onwaarschijnlijk mooi vervolg uitgebracht, waarmee ze haar bevreemdende elektronische wereld tot in de kleinste details uitpluist. Een wereld die ze samen met haar muzikale partner Mucky vooral zélf tot leven wil wekken, ver van enige wereldlijke of geestelijke dwingende invloed. Die onafhankelijkheid in haar werkproces is een absolute voorwaarde geworden. Ook op ‘Shabrang’ leidt dat weer tot een uitgekiende mix van meer obscure, spartaanse elektronica en het betere popwerk à la FKA Twigs of Kelela. Dat ze ook hier het grotere publiek nog niet heeft bereikt, mag stilaan een wonder heten. (th)

Foto door Zahra Reijs

14. Amenra akoestisch, zoals bedoeld

Maar weinig shows na maart 2020 konden ervaren worden zoals oorspronkelijk bedoeld. Gelukkig waren er uitzonderingen. Van een band als Amenra konden we al verwachten dat ze iets zouden kunnen aanvangen met de gapende leemte die 2020 heet. Dat gebeurde zeer recent nog met hun livestreamshow Le Cercle, maar daarnaast ging Amenra ook gewoon op tour. Met een vernieuwde akoestische liveshow.

Begin oktober mochten in de Grote Zaal van Tivoli Vredenburg in Utrecht nog honderden mensen binnen. Met wat stoelen en rijen tussen, maar toch: het gevoel van een echt concert was er, mede geholpen door de unieke architectuur van de ruimte. Amenra behield de cirkelopstelling met rug naar publiek, maar wisselde de projecties in voor een statisch petruskruis. Ook het lichtplan kreeg een fraaie upgrade.

Amenra in TivoliVredenburg, foto door Maaike Ronhaar

De grootste toegevoegde waarde was echter de setlist. Wereldhit ‘A solitary reign’ en Townes van Zandt-cover ‘Kathleen’ vormen de grootste verrassingen, maar uiteindelijk zijn het met name ‘Ritual’ en vooral Zjef Vanuytsels ‘Het Dorp’ die de toeschouwer tot tranen toe ontroeren. Geen groter bewustzijn over wat we in 2020 missen dan wanneer we er middenin zitten.

13. Ook Thurston Moore heeft een vuurkorf

Huivert u ook als iemand het woord ‘louterend’ in de mond neemt bij het bespreken van luide gitaarmuziek? Nou.

Nu Trump president-af is en Thurston Moore geen vijftien statusupdates per dag meer hoeft te posten kunnen zijn creatieve uitspattingen daar maar wel bij varen. En dat belooft: sowieso moet Moore, die zowat elk jaar een album uitbrengt, qua intensiteit enkel onderdoen voor de Aaron Dessners van deze wereld. Bovendien bevindt hij zich zonder twijfel op een artistiek hoogtepunt: de slackerpsychedelica van ‘By The Fire’ slaat een sublieme brug tussen ‘Daydream Nation’ van Sonic Youth en de ambientexperimenten op ‘Spirit Counsel’, en ‘Siren’ krijgt wat ons betreft alvast een nominatie voor nummer van het jaar.

Moore’s interesse in wat zich in de marges afspeelt, is niets nieuws. Toen NPR hem eind vorig jaar vroeg wat het laatste cultureel product was dat hij las of zag en hem aanzette tot het creëren van iets nieuw, was L’écume des jours van Boris Vian het antwoord. Vian wordt internationaal herinnerd als jazzliefhebber en officieus vertegenwoordiger van Duke Ellington en Miles Davis in Parijs, maar net zoals Sonic Youth met Brigitte Fontaine deed, zoekt Moore de ware Vian op: surrealist, novellist, trompettist, activist. Met drie bombastische covers vatte Moore in samenwerking met vaste partner Radieux Radio en enkele jonge muzikanten zijn oeuvre samen: ‘J’Suis Snob’, ‘Le Déserteur’ (zoals eerder gecoverd door Peter, Paul and Mary, die nooit verlegen waren om het opvoeren van het oeuvre van een andere artiest), en ‘Moi Mal, Johnny’.

Moore kijkt nog steeds over zijn schouder naar het werk van andere artiesten – we hebben het uiteindelijk over de zanger van de groep die Gerhard Richter en Dan Graham kon verleiden tot het maken van albumcovers. Toen Graham in 2018 tentoonstelde in Lisson Gallery, speelden Moore en Debbie Googe (!) in een van zijn installaties – zoals er trouwens een staat in het Antwerpse Middelheimmuseum. Dit jaar opende in Gagosian Gallery de tentoonstelling van Mary Weatherford, en werd Moore opnieuw gevraagd voor de inkleding van de – digitale – vernissage. Het werd een uitvoering van ‘This Train’, een gospel song uit 1922, zoals eerder gecoverd door een resem artiesten van Johnny Cash tot Nina en – jawel – Peter, Paul and Mary. Ons deed het vooral denken aan toen Thurston Moore met Ariel Pink en een paar anderen een meanderende set speelden op een bewegende trein. Wie dacht dat streams vanop bizarre locaties iets van 2020 waren? (vg en sb)

12. Is Flying Horseman a perfect image now?

Hoewel hij wellicht de artiest uit deze lijst is die het vaakst op de fysieke planken stond – en niet de minste, zoals die van Dranouter, Handelsbeurs, OLT, LNB, STUK en het non-conformistische Gent Jazz 1.5 en Jazz Middelheim 1.5 – leek Bert Dockx de digitale alternatieven zo hartelijk mogelijk te omarmen. Met zijn band Flying Horseman releasete hij de nieuwe plaat ‘Mothership’ via livestream, en het Maastrichtse Bruis Festival ontving hen voor een gestreamd concert vanuit de Muziekgieterij. Solo ging Dockx in op uitnodigingen van Radio 1, De Warande en Studio Brussel, in hun livestudio The Tunnel. Het is weinig artiesten gegeven om The Velvet Underground, Townes Van Zandt (zie ook hierboven) en Fleetwood Mac in dialoog te laten treden met een duidelijk door James Turrell geïnspireerde installatie. “The night to the day we’re a-binding,” zou Van Zandt zeggen. Of Dockx natuurlijk, om vervolgens op de knieën te gaan en met pedalen voor een reverb te zorgen die even unheimlich klinkt als zijn gekozen teksten. Briljant, veel meer is er niet over te zeggen.

Over ‘Mothership’ wel. Het zesde studioalbum werd er een zonder Milan Wasmoerkerken op gitaar en met Jasper Maekelberg aan de knoppen. Het resultaat zijn iets minder complexe nummers, iets meer funk, fusion en soms zelfs richting jazz, gevat in een album van een dik half uur. De invloed van Afrikaanse muziek waarover Dockx al enkele jaren in interviews vertelt (en dan niet gratuit zoals Vampire Weekend dat durft te doen, maar met concrete namen zoals de fantastische Nâ Hawa Doumbia, of Les Filles de Illighadad van Fatou Seidi Ghali en Alamnou Akrouni) kwam nu meer naar voren, net zoals die van postpunk en van David Byrne en Talking Heads. En dan is er net als bij Dockx’ andere project, Dans Dans, het effect van cinema – op ‘Mothership’ sterk naar voren gebracht door de klankkleuren van de zussen Maieu, maar ook in de teksten. “On an endless canvas, no one’s ever seen the edges,” zingt Dockx in zijn tot nu toe beste klankkleur op ‘Citizen’. “I’m a perfect image now.

Een waarlijk en platoons idee, een autobiografische notie uit naam van het album of een anamorfose: een perfect(e) (af)beeld(ing) kan zowat alles zijn. “Het is niet duidelijk wie of wat de hoofdpersoon is, het zou artificiële intelligentie kunnen zijn die de luisteraar op zijn gemak wil stellen. Of de overheid,” zei Dockx in een interview met Humo. In een column voor De Standaard, zag Roderik Six in een concert van Flying Horseman de aanleiding voor een betoog tegen het beleid van die overheid. En in Maaike Neuville’s ‘Strijd van ‘t hart’, dichterlijke kritiek tegen dat beleid, klonken tonen van Dockx op de achtergrond. Een stil protest, heet zo iets. (sb)

11. Make Techno Black Again: muziek en identiteitspolitiek

Op veel vlakken voelde 2020 aan als een pivotaal jaar, ook wat betreft de strijd tegen systemisch racisme. Welke impact kan of moet die strijd hebben op de muziekbeleving? Het is een vraag die we onszelf noodgedwongen steeds vaker moesten stellen het voorbije jaar. (We schreven eerder al een artikel over culturele toe-eigening.) Wel lijkt het duidelijk dat muziek evenmin als andere culturele en maatschappelijke instellingen losgekoppeld kan worden van zo’n diepgewortelde problematiek.

Net als 2016 stond ook dit verkiezingsjaar garant voor een maatschappelijke en artistieke culminatie van etnische spanningen. In de activistische hoek was vooral DeForrest Brown Jr. bijzonder prominent, met zijn oproep om techno te dekoloniseren. De protesten in mei van dit jaar gaven zijn aanklacht een zeker momentum; bij ons kreeg vond hij een klankbord in een online panelgesprek van Horst en de KULeuven.

Brown trekt een directe parallel tussen de repetitieve slavenarbeid op de katoenplantages, het bandwerk van zwarte arbeiders in Detroit, en de machinale esthetiek van techno. “Kraftwerk and generations of white techno artists have romanticized the ‘man-machine’, […] I come from people who were literally machines in the field”. De voorbije decennia heeft een rijke en geprivilegieerde klasse met meer middelen en een groter platform zich een in wezen zwart muziekgenre toegeëigend, waarbij de culturele betekenis en politieke context genegeerd wordt. Waar hervindt men de balans in een systeem dat zodanig uit evenwicht is? We schotelen u geen antwoorden voor, maar verwijzen graag naar een van de sterkere staaltjes muziekjournalistiek uit 2020.

DeForrest Brown Jr., foto door Ting Ding

Onder de naam Speaker Music bracht DeForrest Brown Jr. bovendien ook een uitstekend album uit: Black Nationalist Sonic Weaponry, ofte de meest politieke plaat sinds mensenheugenis. Net zoals andere uitingen van DeForrest Brown Jr. balanceert dit album op het snijpunt van Fred Hampton en de hedendaagse identity politics. Met als soundtrack de lange schaduw van Undergrond Resistance. Een topplaat, zelfs al is het omdat de thematiek je dwingt tot nadenken en soms op lastige manieren schuurt. Zelfs bij de meest doorwinterde marxisten onder ons.

En dan hebben we het nog niet over Moor Mother gehad, die vanuit een meer poëtische en open blik de strijd aangaat en met 2020 haar beste en meest productieve jaar ooit beleefde. Na het fantastische ‘Who Sent You’ van Irreversible Entanglements – waar zij vocalist van is – volgde solo-album ‘Circuit Cities’ (check daarop met name ‘No More Wires’), een EP (‘Forever Industries’), een live-album van haar uitstekende show op Le Guess Who? met Nicole Mitchell, én schitterde ze op ‘Shrines’ van Armand Hammer, mogelijk de beste plaat van 2020. Prolific. (vg, sc en mph)

Close
Menu