Al bij al ging de tweehonderdste sterftedag van John Keats relatief onopgemerkt voorbij – misschien omdat later nog de tweehonderdste geboortedag van Jane Wilde, Fjodor Dostojevski en Charles Baudelaire te vieren viel, hoewel het spleen van die laatste intussen niet meer in de mode blijkt te zijn. Degene die Keats wel huldigde was Bob Geldof, parttime muzikant, fulltime filantroop en ereburger van Ieper, die zijn adoratie voor de dichter uit de Britse Romantiek nooit heeft verhuld. Er kwam een rondleiding in het Keats-Shelley House aan de voet van de Spaanse Trappen, die online zelfs verpakt werd als, hoe kan het ook anders, een “immersive video”.
De rol die het werk van Keats de voorbije tweehonderd jaar in de muziek speelde was eigenlijk ook eerder beperkt. Het bekendst zijn allicht de “Keats and Yeats are on your side” vanop het briljante sluitstuk van de eerste kant van ‘The Queen Is Dead’, al is intussen geweten dat dit eerder gaat over de verschillende uitspraak van hetzelfde geschreven lettergrepen (of: hoe de online hetze over de naamsverandering van Sean Bean zich al in 1986 afspeelde). Er bestaat wel een nogal beate foto van Morrissey, leunend op het graf van Keats, als een minder serene variant van de reeks die Patti Smith met of van de crypten van haar heengegane helden heeft: Shelley, bijvoorbeeld, die naast Keats begraven werd, maar ook Rimbaud, Blake, Genet, Brancusi, Morrisson, Pasolini, Sontag, etc. Een andere reeks Polaroids van Smith is die van de bedden van artiesten, zoals Woolf, Hugo en ook Keats. Maar verder kan Smith wel gezien worden als een van de artiesten van wie er maar al te graag een link met de Romantische dichter Keats gevonden zou worden. “I wrote my name upon the water” in ‘The Writer’s Song’ uit haar bundel ‘Augeries of Innocence’ (een titel die dan weer geleend werd van William Blake) zou kunnen verwijzen naar Blake’s grafschrift, “here lies One Whose Name was writ in Water”.
De overige resultaten die de zoektocht naar de tweespan muzikanten-Keats oplevert, is van een gelijkaardige – vaak apocriefe en soms nog eerder gewenste – aard. David Bowie zou met het aftasten van de toen geldende grenzen van gender in het verlengde liggen van Keats, die bekritiseerd werd omdat zijn poëzie “effeminate” was. ‘Old Man’ van Neil Young kan in dezelfde adem uitgesproken worden als ‘A Man of Achievement’ van Keats. Kate Bush, zo werd de documentaire uit 2014 geparafraseerd, is zoals Keats in de zin dat ze schrijft wat ze zich verbeeldt, eerder dan wat ze ervaart. John “I have so much of you in my heart” Keats was het motief in een artikel over Joni “Love is touching souls, surely you touched mine” Mitchell en melancholie. Kanye West zou refereren naar Keats’ ‘Give Me Women, Wine and Snuff’, en Nick Drake zou zelfs de reïncarnatie van Keats geweest kunnen zijn. En Bob Dylan, die zou, net als Keats, beschrijven hoe hij als kunstenaar artistieke perfectie nastreeft, zelfs wanneer dat leidt tot verwarring, onzekerheid en Weltschmerz. Net als in Dylans ‘Not Dark Yet’ zit er iets van dat gevoel in Cohens ‘You Want it Darker’, of, zo werd geschreven, in zijn cynisch-apocalyptisch wereldbeeld in ‘The Future’.
“Being incapable of remaining content with half-knowledge”
Keats had een naam voor die status, en zijn ‘Man of Achievement’ was in staat tot het bereiken ervan: ‘Negative Capability’. In 2015 bracht Marianne Faithfull haar 21ste album uit onder die titel, met Warren Ellis als een van de producers. Anderen die aan het album meewerkten waren Ed Harcourt, Nick Cave voor ‘The Gypsy Faerie Queen’, en Mark Lanegan voor ‘They Come at Night'”. Teksten van Pretty Things, de concullega’s van Rolling Stones en, jawel, Bob Dylan, werden opnieuw gebracht – ondersteund door de typerende (alt)viool en synths van Ellis.
Warren Ellis was toen al bijna twee decennia bezig met het drukken van zijn stempel op het geluid van verschillende acts. Aanvankelijk gebeurde dat in ruil-deals, zoals met Cat Power: viool op ‘Good Woman’ in ruil voor vocals op ‘Great Waves’ van Ellis’ noiseproject Dirthy Three. Maar de vriendschap met anderen groeide gestaag, en dat deden ook de samenwerkingen. Primal Scream, The Avalanches, tal van soundtracks en zelfs de helft van het laatste album van Tinariwen: Ellis’ viool en synths lijken overal. Intussen wordt ook zijn rol als Bad Seed steeds meer naar voren gebracht, zoals we eerder schreven. Waar hij in 1994 nog werd uitgenodigd als onderdeel van een strijkensemble dat verschillende nummers op ‘Let Love In’ in 1994 moest begeleiden, is zijn positie anno 2021 als zodanig dat hij – zónder The Bad Seeds – een vierde luik kon bouwen aan de triptiek ‘Push the Sky Away’—’Skeleton Tree’—’Ghosteen’. Blixa Bargeld speelt intussen terug fulltime bij Einstürzende Neubauten, en ook andere leden, waaronder de overleden Conway Savage en geroyeerde Mick Harvey allicht de meest illustere zijn, maken geen deel meer uit van de groep. Die leegte lijkt Ellis steeds prominenter in te nemen – paradoxaal genoeg blijkt de tijd die overschiet om op de focus op andere projecten te leggen tegelijk te groeien. En kijk: dat leidt tot een volgend gedeelte van de samenwerking met Faithfull. Terwijl op Faithfulls ‘Before the Poison’ uit 2004 nog een hoofdrol voor Cave was als producer (van een deel van de nummers; een ander deel was voor de rekening van PJ Harvey) en een bijrol voor Warren Ellis als muzikant op de nummers waar Cave ook zong, waren de rollen omgekeerd op ‘Negative Capability’, zoals eerder aangehaald. Het album ‘She Walks in Beauty’, dat eind deze maand uitkomt, zal aanleunen bij het laatste, al zal Caves pianospel deze keer op meerdere nummers te horen zijn.
Of Keats een rol gespeeld heeft in het oeuvre van Cave is moeilijk te zeggen. Er lijkt geen directe aanleiding, maar de romantiek die Morrissey bespot in ‘Cemetry Gates’ is natuurlijk wel terug te vinden in het werk van The Bad Seeds, misschien zelfs het meest in ‘Murder Ballads’. De idee dat alle schoonheid zou moeten sterven, al dan niet als vertaling van vergankelijkheid, lijkt na Keats’ “She dwells with Beauty—Beauty that must die” terug te keren op het duet ‘Where the Wild Roses Grow’ met Kylie Minogue. De videoclip van dat nummer, die dankzij MTV de poort openzette voor het grote succes van Cave en de zijnen, refereert duidelijk aan ‘Ophelia‘ van de Engelse romantische schilder Sir John Everett Millais. Als een van de oprichters van de Pre-Raphaelite Brotherhood zette hij scènes uit de literatuur van zijn land op doek – Shakespeare, in dit geval (zoals ook door Faithfull vertolkt in de film ‘Hamlet’ uit 1969!), maar net zo goed Keats op andere werken (zoals ook fellow pre-raphaelists Rossetti en Hunt deden). In woorden of in olieverf, de mate aan melancholie en treurnis is dezelfde. Maar anderzijds, zoals de Bad Seeds samen met Kylie Minogue, Shane MacGowan en PJ Harvey een tekst van Dylan zouden zingen: “When you’re sad and when you’re lonely, and you haven’t got a friend, just remember that death is not the end.”
“Where are the songs of spring? Ay, Where are they?”
Goed, ‘She Walks in Beauty’ mag dan wel een gedicht van Lord Byron zijn, het Keats-register wordt op dit album pas volledig open getrokken. Faithfull en Ellis (en Cave, Vincent Ségal en – licht onverwacht na zijn dispuut met Cave – Brian Eno) plaatsen ‘To Autumn’, fairy song ‘La Belle Dame sans Merci’ en Keats’ meest gecanoniseerde gedicht ‘Ode to a Nightingale’ op muziek – spoken word, zeg maar. Maar daarmee zouden ze niet de eerste zijn. Het intikken van een aantal zoektermen op YouTube leert ons dat ‘Ode to a Nightingale’ al door onder meer Benedict Cumberbatch werd ingesproken, met Mahler op de achtergrond, en door Stephen Fry, in het kader van een uiteenzetting over bipolariteit en depressie. Voor ‘To Autumn’ was er cultacteur Ben Whishaw, ondersteund door Borodin. En John Lydon zou ‘Ode to a Nightingale’ vanbuiten kennen – volgens The Independent behoren zowel Keats als de Sex Pistol immers tot Hampstead’s finest -, al mondde dat nog niet uit in ingesproken of muzikale versie.
De overige nummers op Faithfulls plaat zijn interpretaties van het werk Hood, Shelley, Wordsworth, Tennyson en Lord Byron – een aanleiding tot een excursus aan het eind van dit artikel. Percy Bysshe Shelley, die verdronk in de Golfo dei Poeti (La Spezia) met Keats’ ‘Lamia’ in zijn binnenzak, schreef met ‘Adonais: An Elegy on the Death of John Keats, Author of Endymion, Hyperion, etc.’ een pastorale klaagzang aan zijn overleden vriend. Mick Jagger citeerde enkele regels op het afscheid van Brian Jones – die overigens ook tekenend was voor Faithfulls activiteiten in de jaren 60. En Jarvis Cocker leek in 2011 ook het afscheid van Pulp aan te kondigen met een van die zinnen, “He hath awakened from the dream of life” – om kort daarna 22 nieuwe concerten aan te kondigen.
Enigmatischer is de ondertoon bij The Cure. Het blijft raden naar het afscheid dat op ‘Adonais’ geromantiseerd wordt, met zinnen als “out this dream of life and leaves us”, die die van Shelley lijken te parafraseren. Maar voor iemand als Faitfull, die in een interview met The Guardian aangaf dicht bij de dood gestaan te hebben, zal van romantiseren allicht weinig sprake zijn. Van een afscheid misschien wel – dat van het zingen, zegt ze. Dan maar verder met ingesproken teksten, in een rauw, schor coloriet – bijna als een vrouwelijk antwoord op dat van Tom Waits, met wie ze in de jaren 80 samenwerkte voor ‘Strange Weather’. Single ‘She Walks in Beauty’, anderhalve maand geleden uitgebracht met begeleiding van de aquarellen van Colin Self, zet alvast de toon. So soft, so calm, yet eloquent.