Het mag van ons een traditie worden, hoor. (Cult)voetbalcultuur en muziekcultuur zijn immers opvallend congruent in hoe ze draaien rond verhalen en gevoel. Maar laten we eerlijk zijn: deze incarnatie van onze succesformule zou nooit feestelijk worden. Net zoals een stuk naar aanleiding van Rusland 2018 of Argentinië veertig jaar eerder dat ook nooit was geweest.
Qatar verdient een winnaar als Servië, een land met een bond die al jaren racisme gedoogt. Of Uruguay, ofte een selectie waarvan de gemiddelde speler het scheenbeen van je moeder in tweeën zou schoppen als het de kwalificatie voor de volgende ronde zou betekenen. Wellicht wordt het Brazilië, een team tjokvol Bolsonaristen en evangelisten. Ook goed.
Of wordt het misschien Kameroen? Met Eric Choupo-Moting hebben ze in elk geval een van de spelers met de beste actuele vorm én zowat de beste naam in de voetballerij. Zowat, want Didier Lamkel Zé is toch nog van een andere categorie. Hier geen toevallige fonetische referenties aan een Spaans snoepmerk, neen, Didier Lamkel Zé klinkt alsof het – om Hugo Borst te parafraseren toen hij een kleine 20 jaar geleden over Bosko Balaban en de Jupiler League schreef in het inmiddels verloren gegane DENG magazine – ooit uit de pen van Paul van Ostaijen kwam.
Weinig voetballers zijn tevens een perfecte onomatopee. Maradona komt in de buurt; Bosko Balaban eerder toevallig. Didier Lamkel Zé overtreft hen ruimschoots, zij het om de verkeerde redenen. Die voornaam – of is het een achternaam, want ‘Didier’ verschijnt soms als laatste in de fonetische drietrapsraket die DLZ is – suggereert een normaal persoon, wat op zichzelf al hilarisch is gezien de geschiedenis van deze voetballer. Die ‘Zé’ slaat dan weer op zijn sporadische zij het immer zeldzamer wordende klasseflitsen, want het moet gezegd: momenten van genialiteit heeft de Kameroener wel gehad. En dan is er natuurlijk ‘Lamkel’: labiel, lamlendig, wankel. Het steekt er allemaal in. Maar DLZ heeft logischerwijs de Kameroense ploeg niet gehaald, dus dit vervloekte WK wordt ook niets voor de Ontembare Leeuwen.
Rest alleen nog de vraag – gezien de bestaansreden van deze website: wat zou het muzikale equivalent van Didier Lamkel Zé zijn? We pogen een niet-eenduidig antwoord te formuleren op basis van de hedendaagse muziek. Want die leent zich immers perfect voor het vinden van dat antwoord.
Trolling. Het is iets wat absoluut bij deze tijd hoort. DLZ heeft dat als geen ander begrepen. Het probleem is natuurlijk dat de achterliggende context of boodschap van trolling inmiddels minder belangrijk is geworden. Trolling is een doel op zich, een instrument om aan macht te komen, bekend te worden of simpelweg relevant te blijven. Het is niet louter een middel meer. Het is niet Michael Jordan die voor de ogen van Dikembe Mutombo een vrijworp met z’n ogen dicht raak schiet, en vervolgens nog eens makkelijk 50 punten scoort. Nee, het is vooral een vorm van lage schoolpesterijen geworden. Het hoort thuis in deze tijden van extreemrechtse polarisatie (de enige polarisatie die ook écht bestaat) en plat opportunisme ingegeven door korte termijndenken. Voorbeelden legio bij de muzikale kinderen van hun tijd: 100 gecs, H99o9, uiteráárd Death Grips. Allemaal ‘muziek’ waarbij de energie-inhoud ratio belachelijk scheef in het voordeel van energie staat. Zoals een exploderende raket: heel cool en spectaculair (des te meer als het om een van Musks artefacten gaat), maar het gaat nou eenmaal nergens heen.
Didier Lamkel Zé is natuurlijk nog net iets meer dan dat. Want vergeet niet: talent is er wel, ergens diep vanbinnen. Zijn gedrag mag dan wel een kind van de tijd zijn en het stilaan overnemen van zijn prestaties op een voetbalveld, in een ander opzicht is hij nóg meer een kind van zijn tijd: de triomf van de middelmatigheid. Je kunt sinds pak ‘m beet de jaren 1990 belachelijk ver komen ofwel zonder talent, ofwel op basis van goed geluk of een eenmalige prestatie. Vraag maar aan Winston Bogarde. Of aan De Staat, The Weeknd en nog een resem andere artiesten die op een heel specifiek tijdstip iets goeds deden wat geloofwaardigheid verschafte, en het vervolgens ad infinitum uitbuitten. Dat is één manier. Een andere manier is om in de actualiteit te blijven met je fratsen, waarbij we al snel uitkomen bij Kanye West. Maar vergeef het ons als dit nou eenmaal niet een straat is die we in dit stuk willen inslaan. In de vergelijking valt Didier Lamkel Zé sowieso zo’n beetje overal tussen, dus een antwoord in de vorm van één entiteit is er helaas niet. Flauw, kun je zeggen. Maar ja.
Dit WK verdient niet alleen een eigen Didier Lamkel Zé, het verdient ook een muzikale begeleiding van die aard. Dan denken we met afgrijzen, maar ook onwezenlijk genot terug aan David Guetta’s fenomenale DJ-set op Euro 2016, maar over dergelijke landmark performances hadden we het eerder al. David Guetta met Lamkel Zé vergelijken is dan ook een beetje zoals Marshmello aan Burial meten. Neen, dat moet dus beter. En we zeiden het al: één artiest of band vinden, lijkt onmogelijk. Na vele bespiegelingen op onze altijd kritische redactie, zijn we er misschien stilaan uit. Lamkel Zé is een concept, een abstracte artiest, géén enkeling. Lamkel Zé is de hybris van Regi die in het Sportpaleis twee niet overdreven toonvaste zangers live op tv lanceert. Lamkel Zé is de fuck all-mentaliteit van Black Country, New Road, dat zonder ondertussen twee belangrijke leden (reken daar naast zanger Isaac Wood dus ook Georgia Ellery die nu met Jockstrap tourt maar bij) met enkel polariserend nieuw materiaal op pad gaat. Lamkel Zé is Maynard James Keenan die een fan in een weerzinwekkende houdgreep neemt op het podium. Maar Lamkel Zé is ook Doja Cat, die haar naam op Twitter in ‘christmas’ verandert, om dan op de blote knieën aan Musk te vragen om dit ongedaan te mogen maken. Lamkel Zé is de drumpartij uit ‘Via Chicago’, maar dan in een nu-metaljasje. Lamkel Zé is deze solo van Nick Jonas.
Uitgelichte afbeelding: Photo News